Portier
Onderwerpen
Automatische vergrendeling
Auto ontgrendelen
Verlichting
Onderwerpen
Één Druk
Richtingaanwijzerfunctie
Begeleidingslampen
• Uitschakelen: De centrale vergrendeling wordt uitgeschakeld.
• Inschakelen op snelheid: Alle portieren worden automatisch vergrendeld als een snelheid van 9.3
km/h wordt bereikt.
• Inschakelen op schakelen: Alle portieren worden automatisch Vergrendeld wanneer de selectie-
hendel van de automatische transmissie/ double clutch-transmissie vanuit stand P (parkeer-
stand) in stand R (achteruit), N (neutraalstand) of D (rijstand) wordt gezet.
• Uitschakelen: De centrale ontgrendeling wordt uitgeschakeld.
• Auto uit: Alle portieren worden automatisch ontgrendeld als de contactsleutel uit het contactslot
wordt verwijderd of als de Engýne Start/Stop-knop in de stand OFF wordt gezet.
• Tijdens het schakelen naar P . Alle portieren worden automatisch ontgrendeld wanneer de selec-
tiehendel van de automatische transmissie/ double clutch-transmissie in stand P (parkeerstand)
wordt gezet.
• Off: De één druk richtingaanwijzerfunctie zal worden gedeactiveerd.
• 3, 5, 7 Flitsen: De richtingaanwijzers zullen 3, 5, of 7 keer knipperen wanneer de hendel van de
richtingaanwijzers lichtjes wordt bewogen.
Zie "Verlicthing" in dit hoofdstuk voor meer informatie.
• On: De koplamp follow me home-functie zal worden geactiveerd.
• Off: De koplamp follow me home-functie zal worden gedeactiveerd.
Zie "Verlicthing" in dit hoofdstuk voor meer informatie.
Toelichting
Toelichting
3
3-79