Bediening voertuigstabiliteits
regeleing (ESC)
Voertuigstabiliteitsregeling (ESC)
ingeschakeld
Als het contact in stand ON wordt
gezet, gaan de controlelampjes ESC
en ESC OFF gedurende ongeveer 3
seconden branden, waarna de elek-
tronische stabiliteits-regeling wordt
ingeschakeld.
In werking
Als de elektronische stabili-
teitsregeling (ESC) in wer-
king treedt, gaat het contro-
lelampje ESC knipperen:
• In dat geval is een tikkend geluid
hoorbaar in het remsysteem en
kan het rempedaal gaan trillen. Dit
is normaal. Het betekent dat het
ESC in werking is getreden.
• Als ESC geactiveerd wordt, dan
kan het voorkomen dat de motor
niet reageert op het gaspedaal
zoals dit normaal het geval is.
• Als de cruisecontrol in gebruik was
toen de ESC geactiveerd werd,
schakelt de cruisecontrol automa-
tisch uit. De cruisecontrol kan
terug worden ingeschakeld wan-
neer de toestand van de wegen dit
toelaat. Zie "Cruisecontrol Sys-
teem" verder in dit hoofdstuk.
(indien van toepassing)
• Tijdens het wegrijden op een glad-
de weg neemt het motortoerental
mogelijk niet toe, ondanks dat u
het gaspedaal intrapt. Dit om de
stabiliteit en tractie van het voer-
tuig te voorkomen, dit is geen pro-
bleem.
n Type B
ESC OFF conditie
ESC -bewerking om te annuleren :
• Status 1
Druk kort op de ESC/OFF-knop, de
ESC/OFF-indicator zal oplichten en
een boodschap weergeven. In deze
modus werkt het motorregelsysteem
niet. Met andere woorden, de tractie-
controlefunctie werkt niet, maar
enkel de remcontrolefunctie werkt.
OGB058037
5
5-49