Wielen verwisselen
1. Plaats de auto op een stevige en
vlakke ondergrond en trek de par-
keerrem stevig aan.
2. Zet de versnellingspook in de ach-
teruitversnelling (handgeschakel-
de transmissie) of zet de selectie-
hendel in stand P (automatische
transmissie/double clutch trans-
missie).
3. Schakel de alarmknipperlichten in.
4. Neem de wielmoersleutel, de krik,
de krikslinger en het reservewiel
uit de auto.
5. Plaats wielblokken voor en achter
het wiel dat zich diagonaal tegen-
over het te verwisselen wiel
bevindt.
WAARSCHUWING
Wielen verwisselen
•
Trek de parkeerrem altijd vol-
ledig aan en blokkeer het wiel
dat zich diagonaal tegenover
het
te
verwisselen
bevindt om te voorkomen dat
de auto tijdens het verwisse-
len van een wiel beweegt.
•
Geadviseerd wordt om blok-
ken voor en achter de wielen
te plaatsen en iedereen de
auto te laten verlaten voordat
deze wordt opgekrikt.
wiel
6. Steek de schroevendraaier in de
groef van de wieldop en wrik voor-
zichtig om de wieldop te verwijde-
ren (indien van toepassing).
Draai de wielmoeren linksom één
slag los. Verwijder deze nog niet
voordat het wiel los van de grond
is.
OIB067005
6
6-11