Rijden met uw auto
AANWIJZING
Om schade aan de motor, koppe-
ling en transmissie te voorkomen:
• Bij het terugschakelen van de
vijfde naar de vierde versnelling
moet erop worden gelet dat de
versnellingspook niet zo ver
opzij wordt gedrukt dat per
ongeluk de tweede versnelling
wordt ingeschakeld. Hierdoor
zou het motortoerental zo hoog
kunnen oplopen dat de naald
van de toerenteller in het rode
gebied
terecht
zou
komen.
• Schakel niet meer dan 2 versnel-
lingen tegelijk terug en schakel
niet terug als de motor met een
hoog toerental draait (5.000 om
w/min). Dergelijke een terug-
schakelen kan schade aan de
motor, koppeling en transmissie
veroorzaken.
5-22
WAARSCHUWING
•
Trap het koppelingspedaal
voor zover mogelijk in. Houd
er rekening mee dat het
pedaal niet wordt ingedrukt
voordat het terugkeert naar
zijn normale positie, het kop-
pelingssysteem kan worden
beschadigd.
•
Overbelast het voertuig niet.
Starten of besturen van een
voertuig in veel wrijvings-
kunnen
warmte naar de koppelings-
schijf waardoor het koppe-
lingsdeksel en de schijf kun-
nen worden beschadigd.
•
Als u het voertuig start of ach-
teruitrijdt, kan het te snel los-
laten van het koppelingspe-
daal na het schakelen van de
hendel de motor afzetten en
een ongeluk veroorzaken.
Goed rijgedrag
• Laat de auto nooit in zijn vrij een
helling af rijden. Dit is bijzonder
gevaarlijk.
• Houd het rempedaal niet langdurig
achter elkaar ingetrapt. Hierdoor
kunnen de remmen en aanverwan-
te onderdelen oververhit raken.
Schakel bij het afrijden van een
lange helling terug naar een lagere
versnelling. Hierdoor remt de auto
af op de motor. Vertraag de snel-
heid voordat u terugschakelt.
• Hiermee voorkomt u dat de motor
met een te hoog toerental gaat
draaien, hetgeen schadelijk kan
zijn voor de motor.
• Verlaag uw snelheid ook als u
geconfronteerd wordt met zijwind.
Dan kunt u de auto beter onder
controle houden.
• De auto moet volledig stilstaan
voordat u probeert te schakelen
naar de R (Achteruit) versnelling,
de versnellingsbak kan anders
schade oplopen.