+ OPSCHAKELEN (+) :
- TERUGSCHAKELEN (-):
Modus handmatig schakelen
De modus voor handmatig schake-
lenkan vanuit stilstand of tijdens het
rijden worden ingeschakeld door de
selectiehendel
vanuit
(Rijden) naar rechts te bewegen.
Druk de selectiehendel terug naar
links om stand D (Rijden) weer in te
schakelen.
In de modus voor handmatig schake-
len, verplaats de versnellingspook
naar achteren en naar voren om de
gewenste versnellingen voor de hui-
dige rijdomstandigheden te selecte-
ren.
Opschakelen (+): Druk de selectie-
hendel één keer naar voren om één
versnelling op te schakelen.
Terugschakelen (-): Trek de selectie-
hendel één keer naar achteren om
één versnelling terug te schakelen.
i
Informatie
• Kunnen alleen de zeven (7) versnel-
lingen vooruit gekozen worden. Zet
de selectiehendel in stand R of P om
de auto respectievelijk achteruit te
rijden of te blokkeren bij het par-
keren.
OGB058035
• In de sportstand wordt automatisch
teruggeschakeld wanneer de auto
snelheid mindert. Als de auto tot
stilstand komt, wordt automatisch
de eerste versnelling ingeschakeld.
stand
D
• Het motortoerental in het rode
gebied raakt, schakelt de transmis-
sie automatisch op.
• Als de bestuurder de pook naar +
(Opschakelen) of - (Terugschakelen)
plaatst, dan zal de transas de
gevraagde wijziging van versnelling
niet doorvoeren als de volgende ver-
snelling buiten het toegestane toe-
rental ligt. De bestuurder moet
vooruit
schakelen
omstandigheden op de weg, en erop
letten dat het toerental niet in de
rode zone belandt.
DS-modus (Sportief Rijden)
• DS-modus ondersteunt de presta-
tiemodus voor de bestuurder. Om
te schakelen naar de DS-modus,
verplaatst u de schakelhendel van
D (Rijden) naar het midden van de
handbediende schakelmodus. De
transmissieschakeling wordt auto-
matisch geoptimaliseerd voor een
sportief rijgevoel.
• In de DS-modus wordt tijdens het
bergafwaarts rijden het remmen op
de motor niet ondersteund.
AANWIJZING
Terwijl u het voertuig tot stilstand
brengt door de parkeerrem in de
D-versnelling te plaatsen, kan het
voertuig mogelijk niet bewegen
als u de parkeerrem loslaat. In dit
geval kunt u het voertuig besturen
door de voetrem in te schakelen
en los te laten te gebruiken, het
gaspedaal te gebruiken of de hen-
del te verschuiven (D → N → D).
volgens
de
5
5-39