Rijden met uw auto
RIJDEN IN DE WINTER
Sneeuw en ijs
Bewaar voldoende afstand tot uw
voorligger.
Gebruik de remmen voorzichtig. Zijn
hoge snelheden, plotseling remmen
en het nemen van scherpe bochten
potentieel
gevaarlijke
Probeer bij het afremmen zoveel
mogelijk op de motor af te remmen.
Door plotseling te remmen op een
met sneeuw of ijs bedekte weg kan
de auto in een slip raken.
Om met uw auto op een besneeuwd
wegdek te kunnen rijden, kan het
noodzakelijk zijn gebruik te maken
van winterbanden of sneeuwkettin-
gen onder uw auto te monteren.
Neem de benodigde uitrusting voor
noodgevallen mee. Onder deze
zaken vallen bijvoorbeeld sneeuw-
kettingen, een sleepkabel of -ketting,
een zaklantaarn, een alarmknipper-
licht, zand, een schep, hulpstartka-
bels, een ruitenkrabber, handschoe-
nen, een stuk zeil of een kleed, een
deken, enz.
5-100
Winterbanden
WAARSCHUWING
De maat en het type van de win-
terbanden moeten gelijk zijn
aan die van de standaard
situaties.
gemonteerde banden. Anders
kan de veiligheid en het rijge-
drag van uw auto negatief beïn-
vloed worden.
Als u winterbanden op uw auto laat
monteren, controleer dan of deze
dezelfde maat en beladingsindex
hebben als de originele banden.
Monteer sneeuwbanden op alle vier
de wielen, voor een optimale weglig-
ging onder alle weersomstandighe-
den. Houd er rekening mee dat de
grip op een droog wegdek met win-
terbanden iets lager is dan met de
originele banden. Raadpleeg uw
bandenleverancier voor de maxi-
mum snelheid van de banden.
i
Informatie
Monteer geen banden met spikes zon-
der eerst na te gaan of het gebruik
hiervan niet wettelijk verboden is.