Zijairbag (indien van toepassing)
Beide voorstoelen van uw auto zijn
uitgerust met een zijairbag. Het doel
van de airbag is om de bestuurder
en de voorpassagier een aanvullen-
de bescherming te bieden naast de
bescherming geboden door de veilig
heidsgordel.
De zijairbags zijn ontworpen om
alleen tijdens bepaalde aanrijdingen
van opzij geactiveerd te worden,
afhankelijk van de ernst van de aan-
rijding, de hoek, de snelheid en de
plaats van de impact.
De zijairbags zijn niet ontworpen om
bij alle aanrijdingen van opzij opge-
blazen te worden.
WAARSCHUWING
OIB034021
Verminder het risico op ernstig
letsel of overlijden door een
opgeblazen zijairbag en houdt u
aan de volgende voorzorgs-
maatregelen:
•
Veiligheidsgordels moeten al-
tijd gedragen worden.
•
Laat passagiers niet met het
hoofd of andere delen van het
lichaam tegen het portier leu-
OJK032063
nen, steek de armen niet uit
het raam en plaats geen voor-
werpen tussen de stoelen en
de portieren.
(Vervolg)
•
Houd het stuurwiel vast op de
posities 9 uur en 3 uur, zodat
het risico op letsel aan uw
handen of armen verminderd
wordt.
•
Gebruik geen stoelhoezen.
Hierdoor wordt de effectiviteit
van het systeem verminderd
of voorkomen.
•
Plaats geen voorwerpen op de
airbag of tussen de airbag en
uzelf.
•
Plaats geen voorwerpen (een
paraplu, tas enz.) tussen de
deur en de stoel. De voorwer-
pen kunnen gevaarlijke pro-
jectielen worden indien de zij-
airbag geactiveerd wordt.
•
Plaats geen accessoires op of
in de buurt van de zijairbag.
•
Hang geen andere voorwer-
pen op dan kleding. Anders
kan bij een ongeval deauto
beschadigd raken of kanper-
soonlijk letsel ontstaan, inhet
(Vervolg)
bijzonder als de airbaggeacti-
veerd wordt.
2
(Vervolg)
2-47