AANWIJZING
Verhoog of verlaag langzaam en
geleidelijk de snelheid van de auto
waarbij spanning op de sleepka-
bel of ketting wordt gehouden om
de auto te starten of te rijden.
Anders kunnen de sleepogen en
de auto beschadigd worden.
AANWIJZING
Om beschadiging aan uw voertuig
en voertuigonderdelen tijdens het
slepen te voorkomen:
• Trek alleen in de lengterichting
van de auto bij gebruik van de
sleepogen. Trek niet in de
dwarsrichting of in verticale
richting aan het sleepoog.
• Gebruik de sleepogen niet om
een andere auto weg te slepen
die vastzit in de modder of iets
dergelijks waar hij niet op eigen
kracht uit kan komen.
• Laat de auto niet met een snel-
heid hoger dan 15 km/h en niet
verder dan 1,5 km slepen, om
ernstige schade aan de Auto-
matische/double clutch trans-
missie te voorkomen.
6
6-41