Pak de portiergreep van de auto
goed vast.
Vergrendelen
Algemeen
De reactie van de auto op het ver-
grendelen via het Smart entry-sys-
teem met startknop is afhankelijk van
de volgende instellingen, zie blz. 98:
• Of het vergrendelen van de auto
wordt bevestigd met een lichtsig-
naal.
• Of de buitenspiegels automatisch
uit- en ingeklapt worden wanneer
de auto wordt ontgrendeld en ver-
grendeld.
• Of het vertraagd uitschakelen van
de koplampen (zie blz. 186) wordt
geactiveerd bij het vergrendelen
van de auto.
Vergrendelen van de auto
Sluit het bestuurdersportier.
Raak met een vinger het gegroefde
gedeelte van de portiergreep van een
gesloten portier van de auto onge-
veer 1 seconde aan zonder de por-
tiergreep vast te pakken.
4-1. BEDIENING
Achterklep
Algemeen
Om te voorkomen dat de afstandsbe-
diening in de auto wordt opgesloten
is het raadzaam deze niet in de baga-
geruimte te leggen.
Afhankelijk van de uitrusting en de
landspecificaties is het mogelijk om in
te stellen dat ook de portieren worden
ontgrendeld. Wijzigen van de instel-
lingen, zie blz. 98
Veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING
Bij het openen of sluiten van de achter-
klep bestaat het risico dat er lichaams-
delen bekneld raken. Er bestaat een
kans op letsel. Houd bij het openen en
sluiten van de achterklep het bewe-
gingsgebied vrij.
OPMERKING
De achterklep zwaait bij het openen
naar achteren en omhoog. Er bestaat
een kans op schade. Houd bij het ope-
nen en sluiten van de achterklep het
bewegingsgebied vrij.
Openen en sluiten
Openen van buitenaf
•
Houd de toets op de
afstandsbediening ongeveer 1
seconde ingedrukt.
Indien van toepassing worden ook de por-
tieren ontgrendeld. Openen met de
afstandsbediening, zie blz. 89.
97
4