340
6-1. MOBILITEIT
3
Druk op de knop, pijl 1, en trek
het ruitenwisserblad eruit, pijl 2.
4
Plaats het nieuwe ruitenwisser-
blad en druk de houder in totdat
het blad vastklikt.
5
Klap de ruitenwissers terug.
Lampen en lichten
Algemeen
Lampen en lichten zijn een belangrijk
aspect van rijveiligheid.
Alle koplampen en overige verlichting
maken gebruik van leds of lasertech-
nologie.
Sommige uitvoeringen hebben leds
achter een kap als lichtbron. Deze
leds lijken op conventionele lasers en
zijn wettelijk geclassificeerd als
klasse 1 leds.
De fabrikant van de auto adviseert bij
een defect de desbetreffende werk-
zaamheden te laten uitvoeren door
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
Veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING
Geconcentreerd laserlicht kan irritatie of
permanente beschadiging van het net-
vlies veroorzaken. Er bestaat een kans
op letsel. De fabrikant van uw auto advi-
seert werkzaamheden aan het verlich-
tingssysteem, inclusief het vervangen
van lampen, te laten uitvoeren door een
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
WAARSCHUWING
Sterke helderheid kan irritatie of
beschadiging van het netvlies veroorza-
ken. Er bestaat een kans op letsel. Kijk
niet direct in de koplampen of andere
lichtbronnen. Verwijder de kappen van
leds niet.
Koplampglas
Tijdens koud of vochtig weer kan er
zich condens vormen aan de binnen-
kant van het koplampglas. Wanneer
wordt gereden met ingeschakelde
verlichting, verdwijnt de condens na
korte tijd. Het koplampglas hoeft niet
vervangen te worden.
Laat de koplampen controleren als er
zich steeds meer vocht vormt; er zit-
ten bijvoorbeeld waterdruppels in de
lamp ondanks dat de verlichting is
ingeschakeld.