166
4-1. BEDIENING
Stadslicht
Het stadslicht is ingescha-
keld.
Stadslicht/dimlicht, zie
blz. 185.
Dimlicht
Het dimlicht is ingescha-
keld.
Stadslicht/dimlicht, zie
blz. 185.
Lane Departure Warning
Het controlelampje brandt:
het systeem ingeschakeld.
Er is ten minste één rij-
strookmarkering gesigna-
leerd en er kunnen voor ten
minste één kant van de
auto waarschuwingen wor-
den gegeven.
Lane Departure Warning,
zie blz. 217.
Automatic High Beam-systeem
Automatic High Beam-sys-
teem is ingeschakeld.
Het grootlicht wordt auto-
matisch in- en uitgescha-
keld afhankelijk van de
verkeerssituatie.
Automatic High Beam-sys-
teem, zie blz. 187.
Blauwe lampjes
Grootlicht
Het grootlicht is ingescha-
keld.
Grootlicht, zie blz. 150.
Brandstofmeter
Principe
Het huidige vulniveau van de brand-
stoftank wordt weergegeven.
Algemeen
Door de hoek van de auto kan de
weergave variëren.
Opmerkingen m.b.t. tanken, zie
blz. 290.
Display
Een pijl naast het benzine-
pompsymbool geeft aan
aan welke kant van de auto
zich de tankdopklep
bevindt.
Toerenteller
Het is van essentieel belang dat
wordt voorkomen dat het motortoe-
rental in de rode waarschuwingszone
komt. In deze zone wordt de brand-
stoftoevoer onderbroken om de
motor te beschermen.