152
4-1. BEDIENING
Instellen van de gevoeligheid van
de regensensor
Draai aan het kartelwieltje om de
gevoeligheid van de regensensor in
te stellen.
Omhoog: hoge gevoeligheid van de
regensensor.
Omlaag: lage gevoeligheid van de
regensensor.
Ruitensproeier voor
Veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING
Bij lage temperaturen kan de ruiten-
sproeiervloeistof op de voorruit bevrie-
zen en het zicht belemmeren. Er
bestaat een kans op ongevallen.
Gebruik het sproeiersysteem alleen als
er geen kans is op bevriezing van de
ruitensproeiervloeistof. Gebruik indien
nodig antivries.
OPMERKING
Als het sproeierreservoir leeg is, werkt
de sproeierpomp niet naar behoren. Er
bestaat een kans op schade. Gebruik
het sproeiersysteem niet als het sproei-
erreservoir leeg is.
Reinigen van de voorruit
Trek aan de hendel.
Vloeistof uit het sproeierreservoir
wordt op de voorruit gespoten en de
ruitenwissers werken even.
Ruitensproeiers voor
De ruitensproeiers voor worden auto-
matisch verwarmd als de
standby-modus is ingeschakeld.
Wegklapstand van de
ruitenwissers
Principe
In de wegklapstand kunnen de ruiten-
wissers worden weggeklapt van de
voorruit.
Algemeen
Dit is bijvoorbeeld belangrijk voor het
vervangen van de ruitenwisserbladen
of om de ruitenwissers weg te klap-
pen van de voorruit bij vorst.