206
4-1. BEDIENING
Veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING
Het systeem ontslaat u niet van uw per-
soonlijke verantwoordelijkheid om de
zichtbaarheid en verkeerssituatie goed
in te schatten. Er bestaat een kans op
ongevallen. Pas uw rijstijl aan de
omstandigheden op de weg aan. Houd
de verkeerssituatie in de gaten en grijp
in als de situatie dit vereist.
WAARSCHUWING
Weergaven en waarschuwingen ont-
slaan u niet van uw verantwoordelijk-
heid om veilig te rijden.
Systeembeperkingen kunnen beteke-
nen dat waarschuwingen of reacties
van het systeem niet of te laat worden
gegeven, onjuist worden gegeven of
zonder rechtvaardiging worden gege-
ven. Er bestaat een kans op ongevallen.
Pas uw rijstijl aan de omstandigheden
op de weg aan. Houd de verkeerssitua-
tie in de gaten en grijp in als de situatie
dit vereist.
WAARSCHUWING
Als gevolg van systeembeperkingen
werken individuele functies mogelijk niet
correct bij het starten door aansle-
pen/slepen terwijl de Toyota Supra
Safety-systemen zijn ingeschakeld. Er
bestaat een kans op ongevallen. Scha-
kel voor het starten door aanslepen/sle-
pen alle Toyota Supra Safety-systemen
uit.
Overzicht
Toets in de auto
Toyota Supra Safety
In-/uitschakelen
Verscheidene Toyota Supra
Safety-systemen worden aan het
begin van elke rit automatisch inge-
schakeld. Verscheidene Toyota
Supra Safety-systemen zijn inge-
schakeld afhankelijk van de laatste
instelling.
Toets
Status
Controlelampje brandt
groen: alle Toyota Supra
Safety-systemen zijn inge-
Controlelampje brandt
oranje: sommige Toyota
Supra Safety-systemen zijn
uitgeschakeld of op dat
moment niet beschikbaar.
Controlelampje brandt niet:
alle Toyota Supra
Safety-systemen zijn uitge-
schakeld.
schakeld.