350
6-1. MOBILITEIT
Als u betrokken bent geweest
bij een aanrijding
Doe het volgende als u betrokken
bent geraakt bij een aanrijding:
1
Verlaat de auto onmiddellijk en ga
naar een veiligere plaats om een
tweede aanrijding te voorkomen.
Zet het contact UIT om te helpen
voorkomen dat de auto in brandt
vliegt. Als de airbags geactiveerd
zijn, zullen de gerelateerde onder-
delen extreem heet zijn. Voorkom
aanraking van de onderdelen met
uw handen of andere lichaamsde-
len.
2
Als iemand gewond is geraakt,
roep dan de hulp van hulpdien-
sten in. Als iemand geen zicht-
baar uitwendig letsel heeft, maar
mogelijk hoofdletsel heeft, laat die
persoon dan zo stil mogelijk lig-
gen terwijl de luchtwegen open
blijven. Als het risico bestaat dat
de auto betrokken raakt bij een
tweede aanrijding, breng de
gewonde persoon dan in een zo
horizontaal mogelijke positie naar
een veilige plaats.
Alarmknipperlichten
De knop bevindt zich in de midden-
console.
Gevarendriehoek
1
Ontgrendel de afdekplaat, pijl 1,
en klap haar open, pijl 2.
2
Verwijder de gevarendriehoek.