236
4-1. BEDIENING
Waarschuwing bij
overschrijding van de
snelheidslimiet
Visuele waarschuwing
Als de snelheidslimiet wordt
overschreden: het controle-
lampje op het instrumentenpa-
neel knippert zolang de
ingestelde snelheidslimiet
wordt overschreden.
Weergave op het
instrumentenpaneel
Controlelampje
Als het controlelampje
brandt, is het systeem inge-
schakeld.
Als het controlelampje knip-
pert, wordt de ingestelde
snelheidslimiet overschre-
den.
Als het controlelampje grijs
brandt, is de werking van het
systeem onderbroken.
Weergave status
Afhankelijk van de specificatie van de
auto wordt de ingestelde snelheidsli-
miet weergegeven.
Cruise Control
Principe
Bij dit systeem kunt u met de toetsen
op het stuurwiel de gewenste snel-
heid instellen. Deze snelheid wordt
vervolgens door het systeem aange-
houden. Om dit mogelijk te maken,
zorgt het systeem ervoor dat de auto
indien nodig automatisch accelereert
of decelereert.
Algemeen
De werking van de cruise control kan
afhankelijk zijn van de instellingen
van de auto.
Veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING
Dit systeem ontneemt u niet de verant-
woordelijkheid om de verkeerssituatie
goed in te schatten. Vanwege de beper-
kingen van het systeem kan het niet op
elke verkeerssituatie afzonderlijk op de
juiste wijze reageren. Er bestaat een
kans op ongevallen. Pas uw rijstijl aan
de omstandigheden op de weg aan.
Houd de verkeerssituatie in de gaten en
grijp in als de situatie dit vereist.
WAARSCHUWING
In bijvoorbeeld de volgende situaties
kan het gebruik van het systeem de
kans op een ongeval vergroten:
●
Op bochtige wegen.
●
In druk verkeer.
●
Bij gladheid, mist of sneeuw, onder
natte omstandigheden of bij het rijden
op een losse ondergrond.
Er bestaat een kans op ongevallen en
schade. Gebruik het systeem uitsluitend
als de omstandigheden het rijden met
een constante snelheid toelaten.