■
Inparkeren met behulp van
koerslijnen en draaicirkellijnen
1
Stel de auto zodanig op dat de
rode draaicirkellijn binnen de
grenzen van het parkeervak uit-
komt.
2
Draai het stuurwiel zo dat de
groene koerslijn samenvalt met
de desbetreffende draaicirkellijn.
Obstakelmarkering
Afhankelijk van de uitrusting kunnen
obstakels achter de auto worden
gedetecteerd door Parking Sensors.
Er kunnen obstakelmarkeringen wor-
den weergeven in het beeld van de
achteruitrijcamera.
Het kleurpatroon hiervan komt over-
een met de markeringen van Parking
Sensors.
Helderheid en contrast
instellen via Toyota Supra
Command
Bij ingeschakelde achteruitrijcamera:
1
Kantel de controller indien nodig
naar rechts.
2
"Camera picture" (camera-
beeld)
4-1. BEDIENING
3
"Brightness" (helderheid)
"Contrast" (contrast)
4
Stel de gewenste waarde in.
Beperkingen van het systeem
Camera uitgeschakeld
Als de camera is uitgeschakeld, bij-
voorbeeld als de achterklep is
geopend, wordt het camerabeeld
grijs gearceerd.
Detectie van objecten
Zeer lage obstakels en uitstekende
objecten die zich hoger bevinden,
zoals uitstekende randen, kunnen
niet door het systeem worden gede-
tecteerd.
Afhankelijk van de uitrusting kunnen
ook andere assistentiefuncties
gebruikmaken van gegevens van
Parking Sensors.
Houd u aan de aanwijzingen in het
hoofdstuk over Parking Sensors.
De op het regeldisplay weergegeven
objecten kunnen dichterbij zijn dan ze
lijken te zijn. Schat de afstand tot de
objecten niet in op basis van de
weergave op het display.
259
4