Sluiten
Houd de toets op de afstands-
bediening na het vergrendelen
ingedrukt.
De ruiten gaan omhoog zolang de
toets op de afstandsbediening wordt
ingedrukt.
De buitenspiegels worden ingeklapt.
Als de alarmknipperlichten zijn inge-
schakeld, worden de buitenspiegels
niet ingeklapt.
De interieur- en
exterieurverlichting
inschakelen
Druk terwijl de auto is vergren-
deld op de toets op de
afstandsbediening.
De eerste 10 seconden na het ver-
grendelen is deze functie nog niet
beschikbaar.
• De interieurverlichting wordt inge-
schakeld, tenzij deze handmatig
was uitgeschakeld. Handmatig
in-/uitschakelen van de interieur-
verlichting, zie blz. 191.
• Afhankelijk van de instellingen kan
de exterieurverlichting (zie
blz. 186) worden ingeschakeld.
De werking van de verlichtingsfunc-
ties kan afhankelijk zijn van de hoe-
veelheid licht in de omgeving.
Achterklep
Algemeen
Om te voorkomen dat de afstandsbe-
diening in de auto wordt opgesloten
4-1. BEDIENING
is het raadzaam deze niet in de baga-
geruimte te leggen.
Het is mogelijk om in te stellen dat bij
het openen van de achterklep met de
afstandsbediening ook de portieren
worden ontgrendeld. Instellingen, zie
blz. 98.
Veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING
Bij het openen of sluiten van de achter-
klep bestaat het risico dat er lichaams-
delen bekneld raken. Er bestaat een
kans op letsel. Houd bij het openen en
sluiten van de achterklep het bewe-
gingsgebied vrij.
OPMERKING
De achterklep zwaait bij het openen
naar achteren en omhoog. Er bestaat
een kans op schade. Houd bij het ope-
nen en sluiten van de achterklep het
bewegingsgebied vrij.
Ontgrendelen
Houd de toets op de afstands-
bediening ongeveer 1 seconde
ingedrukt.
Afhankelijk van de uitvoering worden
hierbij ook de portieren ontgrendeld.
Het vertraagd uitschakelen van
de koplampen activeren
Houd de toets op de afstands-
bediening ongeveer 1 seconde
ingedrukt.
Tijdsduur instellen, zie blz. 186
89
4