184
4-1. BEDIENING
Verlichting
Uitrusting
Dit hoofdstuk beschrijft alle stan-
daard, landspecifieke en speciale uit-
rusting die beschikbaar is voor de
modelserie. Daardoor worden moge-
lijk uitrusting en functies beschreven
die niet in uw auto aanwezig zijn, bij-
voorbeeld als gevolg van de geselec-
teerde optionele uitrusting of de
landenspecificatie. Dit geldt ook voor
functies en systemen met betrekking
tot veiligheid. Houd u bij het gebruik
van de bijbehorende functies en sys-
temen aan de desbetreffende wet- en
regelgeving.
Verlichting
Schakelaar in de auto
De lichtschakelaar bevindt zich naast
het stuurwiel.
Symbool
Mistachterlicht.
Verlichting uit.
Dagrijverlichting.
Automatische verlichting.
Adaptieve verlichting.
Dashboardverlichting.
Parkeerlicht rechts.
Parkeerlicht links.
Automatische verlichting
Principe
Afhankelijk van de helderheid van de
omgeving schakelt het systeem het
dimlicht automatisch in of uit, bijvoor-
beeld in een tunnel, bij schemering
en bij regen of sneeuw.
Functie
Stadslicht.
Dimlicht.