4
"Instrument cluster" (instrumen-
tenpaneel)
5
Selecteer de gewenste instelling:
"Warning when speeding" (waar-
schuwing bij te hard rijden): acti-
veer of deactiveer het knipperen
van de weergaven van de Speed
Limit Info op het instrumentenpa-
neel en het head-up display wan-
neer de op dat moment van
toepassing zijnde snelheidslimiet
wordt overschreden.
"Show speeding" (toon te hoge
snelheid): de snelheidslimiet die
wordt gesignaleerd door de Speed
Limit Info wordt aangegeven door
middel van een merkteken op de
snelheidsmeter in het instrumen-
tenpaneel.
Beperkingen van het systeem
De functie is mogelijk beperkt en
geeft in de volgende situaties moge-
lijk onjuiste informatie weer, bijvoor-
beeld:
In dichte mist, onder natte omstan-
digheden of bij sneeuw.
Als verkeersborden volledig of
gedeeltelijk worden overscha-
duwd door objecten, stickers of
verf.
Als de auto te dicht achter een
voorligger rijdt.
In het geval van fel tegenlicht of bij
een sterke reflectie.
Wanneer de voorruit vóór de bin-
nenspiegel is bedekt met condens,
vuil, stickers, enz.
4-1. BEDIENING
Als de camera oververhit is
geraakt als gevolg van extreem
hoge temperaturen en tijdelijk is
gedeactiveerd.
Als gevolg van onjuiste signalering
door de camera.
Als de in het navigatiesysteem
opgeslagen snelheidslimieten of
de weggegevens onjuist zijn.
In het geval van snelheidslimieten
die afhankelijk zijn van het tijdstip
van de dag of de dag van de week.
In gebieden die niet door het navi-
gatiesysteem worden gedekt.
Als er afwijkingen zijn met betrek-
king tot navigatie, bijvoorbeeld
door een wegomleiding.
In het geval van elektronische ver-
keersborden.
Bij het inhalen van bussen of
vrachtwagens met verkeersbord-
stickers.
Als verkeersborden niet overeen-
komen met de norm.
Als er verkeersborden worden
gesignaleerd die van toepassing
zijn op een parallelweg.
In het geval van landspecifieke
verkeersborden of wegontwerpen.
Tijdens het kalibratieproces van de
camera direct na aflevering van de
auto.
175
4