Snelheid opslaan
Bediend wordt het snelheidsregelsysteem met de schakelaar
schakelaar
B
in de linker hendel van de multifunctieschakelaar.
⇒ A fbeelding 86
–
Druk de schakelaar
A
–
Na het bereiken van de gewenste snelheid drukt u de tuimelschakelaar
de stand SET- - de huidige snelheid wordt in het geheugen opgeslagen.
Na het loslaten van de tuimelschakelaar
geheugen opgeslagen snelheid zonder het gaspedaal aan te raken constant aan-
gehouden.
U kunt de snelheid door het indrukken van het gaspedaal verhogen. Na het losla-
ten van het pedaal loopt de snelheid weer terug naar de eerder opgeslagen waar-
de.
Dit geldt echter niet wanneer de opgeslagen snelheid gedurende meer dan 5 mi-
nuten met meer dan 10 km/h wordt overschreden. De opgeslagen snelheid wordt
uit het geheugen gewist. De snelheid moet opnieuw worden opgeslagen.
De snelheid kan men op de gebruikelijke wijze verlagen. Door het indrukken van
het rem- of koppelingspedaal wordt het systeem tijdelijk uitgeschakeld ⇒ p agina
91.
ATTENTIE
De in het geheugen opgeslagen snelheid mag alleen weer worden hervat als
deze voor de dan bestaande verkeersomstandigheden niet te hoog is.
Bediening
Veiligheid
Afbeelding 86 Bedieningshendel: Tui-
melschakelaar en schakelaar van het
snelheidsregelsysteem
A
en de tuimel-
in de stand ON.
B
vanuit de stand SET-, wordt de in het
B
Aanwijzingen voor het rij-
den
Opgeslagen snelheid wijzigen
De snelheid kunt u ook zonder het gaspedaal in te drukken wijzi-
gen.
Sneller
De opgeslagen snelheid kunt u zonder dat het gaspedaal hoeft te worden in-
–
gedrukt of worden losgelaten door het indrukken van de tuimelschakelaar
⇒ A fbeelding 86
in de stand RES+ verhogen.
–
Als u de tuimelschakelaar in de stand RES+ ingedrukt houdt, wordt de snel-
heid continu verhoogd. Na het bereiken van de gewenste snelheid laat u de
tuimelschakelaar los. Daardoor wordt de nieuw bereikte snelheid in het ge-
heugen opgenomen.
Langzamer
De opgeslagen snelheid kunt u door de tuimelschakelaar
–
te drukken verlagen.
in
Als de druktoets in de stand SET- ingedrukt wordt gehouden, wordt de snel-
–
heid continu verlaagd. Na het bereiken van de gewenste snelheid laat u de tui-
melschakelaar los. Daardoor wordt de nieuw bereikte snelheid in het geheu-
gen opgenomen.
Als de tuimelschakelaar bij een lagere snelheid dan 30 km/h wordt losgelaten,
–
wordt de snelheid niet meer in het geheugen opgeslagen, het geheugen
wordt gewist. De snelheid moet na een snelheidsverhoging tot boven de 30
km/h opnieuw door het indrukken van de tuimelschakelaar
SET- in het geheugen worden opgeslagen.
Snelheidsregelsysteem tijdelijk uitschakelen
Het snelheidsregelsysteem schakelt u door het bedienen van het rem- of kop-
–
pelingspedaal tijdelijk uit, bij wagens met automatische versnellingsbak alleen
met het rempedaal.
–
Het snelheidsregelysteem kunt u ook tijdelijk uitschakelen door de schakelaar
in de middenstand te drukken.
A
De in het geheugen opgeslagen snelheid blijft in het geheugen staan.
Raadgevingen voor het
gebruik
Wegrijden en rijden
B
B
Raad en daad
Technische gegevens
91
B
in de stand SET-
in de stand
£