De hoofdairbags bieden samen met de 3-puntsgordels en de zij-airbags extra be-
scherming voor hoofd en nek van de inzittenden bij zware aanrijdingen van opzij
⇒
in Belangrijke veiligheidsaanwijzingen met betrekking tot de hoofdairbag op
pagina 123.
De veiligheidsgordels hebben naast hun normale functie ook nog de taak de be-
stuurder en de passagiers bij een aanrijding van opzij in een zodanige positie te
houden dat de hoofdairbag maximale bescherming kan bieden.
Daarom moeten de veiligheidsgordels niet alleen op grond van wettelijke voor-
schriften maar ook om veiligheidsredenen altijd worden gedragen ⇒ p agina 113.
In combinatie met andere constructie-elementen (bijv. dwarsverstevigingen in de
portieren, stabiele wagenstructuur) vormen de hoofdairbags de consequente
doorontwikkeling van het systeem ter bescherming van de inzittenden bij aanrij-
dingen van opzij.
Werking van de hoofdairbags
Het verwondingsrisico voor hoofd en hals wordt bij aanrijdingen
van opzij door de volledig opgeblazen airbags verminderd.
Bij een aanrijding van opzij wordt de hoofdairbag samen met de betreffende zij-
⇒ A fbeelding 108
airbag
en de gordelspanner aan de zijde van de aanrijding geac-
tiveerd.
Wanneer het systeem wordt geactiveerd, vullen de airbags zich met gas en be-
dekken ze de gehele zijruiten, inclusief de portierstijlen
De beschermende werking van de hoofdairbags komt daarmee tegelijkertijd zo-
wel de inzittende voorin aan de zijde van de aanrijding als de inzittenden achterin
ten goede. De aanraking van het hoofd met interieurdelen of voorwerpen buiten
de auto wordt door de opgeblazen hoofdairbag gedempt. Door vermindering van
Bediening
Veiligheid
Afbeelding 108 Gasgevulde hoofdairbag
⇒ A fbeelding
108.
Aanwijzingen voor het rij-
den
de belasting van het hoofd en door de minder sterke bewegingen van het hoofd
wordt bovendien de belasting van het hoofd verminderd. Ook bij een aanrijding
van schuin opzij biedt de hoofdairbag extra bescherming doordat hij de voorste
portierstijl afdekt.
Bij bijzondere aanrijdingsituaties kunnen zowel de voor- als de zij- en hoofdair-
bags gelijktijdig worden geactiveerd.
Het opblazen van de airbag vindt in een fractie van een seconde en met hoge
snelheid plaats, om bij een ongeval extra bescherming te kunnen bieden. Bij het
opblazen van de airbags komt een grijs-wit, onschadelijk gas vrij. Dat is absoluut
normaal en duidt niet op brand in de auto.
Belangrijke veiligheidsaanwijzingen met betrekking tot de
hoofdairbag
De juiste omgang met het airbagsysteem verkleint aanzienlijk de
kans op letsel!
ATTENTIE
● Bij het gebruik van een kinderzitje op de bijrijdersstoel waarbij het kind
met de rug in rijrichting zit (in meerdere landen bij gebruik van een kinderzitje
waarbij het kind in de rijrichting zit) moet beslist de bijrijdersvoorairbag buiten
werking worden gesteld ⇒ p agina 124. Als dit wordt nagelaten, kan het kind
door de geactiveerde bijrijdersvoorairbag zwaar tot dodelijk letsel oplopen.
Neem bij het vervoer van een kind op de voorpassagiersstoel de betreffende
nationale voorschriften met betrekking tot het gebruik van kinderzitjes in
acht.
● In het activeringsbereik van de hoofdairbag mogen zich geen voorwerpen
bevinden, zodat de airbags ongehinderd kunnen worden opgeblazen.
● Aan de kledinghaken in de auto mag alleen maar lichte kleding worden op-
gehangen. Laat geen zware en scherpe voorwerpen in de zakken van de kle-
dingstukken zitten. Bovendien mogen voor het ophangen van kledingstukken
geen klerenhangers worden gebruikt.
● Het airbagregelapparaat werkt met de sensoren die in de voorportieren
zijn aangebracht. Met het oog hierop mogen zowel aan de portieren als aan de
portierbekleding geen wijzigingen (bijv. het extra inbouwen van luidsprekers)
worden aangebracht. De hierbij ontstane beschadigingen kunnen de werking
Raadgevingen voor het
Raad en daad
gebruik
Airbagsysteem
123
£
Technische gegevens