120
Airbagsysteem
VOORZICHTIG
Na het activeren van de bijrijdersvoorairbag moet het dashboard worden vervan-
gen.
Werking van de voorairbags
De kans op letsel voor hoofd en bovenlichaam wordt door de volle-
dig opgeblazen airbags verminderd.
Het airbagsysteem is zo geconstrueerd, dat bij heftige frontale botsingen de air-
bags voor de bestuurder en bijrijder worden geactiveerd.
Bij bijzondere aanrijdingsituaties kunnen zowel de voor- als de zij- en hoofdair-
bags gelijktijdig worden geactiveerd.
Wanneer de airbags worden geactiveerd, vullen deze zich met drijfgas en worden
ze vóór de bestuurder en bijrijder opgeblazen
de airbag vindt in een fractie van een seconde en met hoge snelheid plaats, om bij
een ongeval extra bescherming te kunnen bieden. Bij het contact met de volledig
opgeblazen airbag wordt de voorwaartse beweging van de bestuurder en de bijrij-
der gedempt en het gevaar voor letsel voor hoofd en bovenlichaam verminderd.
De speciaal ontwikkelde airbag zorgt ervoor dat het drijfgas (afhankelijk van de
belasting door de betreffende persoon) geleidelijk ontsnapt, waardoor hoofd en
bovenlichaam worden opgevangen. Na het ongeval is de airbag daarom weer zo
ver leeggelopen, dat ook het zicht naar voren weer vrij is.
Bij het opblazen van de airbags komt een grijs-wit, onschadelijk gas vrij. Dat is ab-
soluut normaal en duidt niet op brand in de auto.
Bij het activeren van de airbag treden grote krachten op, zodat bij een verkeerde
stoelinstelling of zitpositie letsel kan optreden ⇒
wijzingen met betrekking tot het voorairbagsysteem op pagina 120
Afbeelding 103 Gasgevulde airbags
⇒ A fbeelding
103. Het opblazen van
in Belangrijke veiligheidsaan-
Belangrijke veiligheidsaanwijzingen met betrekking tot het
voorairbagsysteem
De juiste omgang met het airbagsysteem verkleint aanzienlijk de
kans op letsel!
ATTENTIE
● Neem kinderen nooit onbeveiligd op de voorstoel van de auto mee. Als de
airbags bij een aanrijding worden geactiveerd, zouden kinderen ernstig letsel
kunnen oplopen of zelfs worden gedood!
● Voor de bestuurder en de voorpassagier is het belangrijk dat er een af-
stand van minstens 25 cm ten opzichte van het stuurwiel, resp. het dashboard
⇒ A fbeelding
wordt aangehouden
aangehouden, kan het airbagsysteem u niet beschermen - levensgevaar! Bo-
vendien moeten de voorstoelen en de hoofdsteunen altijd in overeenstem-
ming met de lichaamsgrootte zijn ingesteld.
● Bij het gebruik van een kinderzitje op de bijrijdersstoel waarbij het kind
met de rug in rijrichting zit (in meerdere landen bij gebruik van een kinderzitje
waarbij het kind in de rijrichting zit) moet beslist de bijrijdersvoorairbag buiten
werking worden gesteld ⇒ p agina 124, Airbags buiten werking stellen. Als dit
wordt nagelaten, kan het kind door de geactiveerde bijrijdersvoorairbag zwaar
tot dodelijk letsel oplopen. In enkele landen verlangen de nationale wettelijke
voorschriften ook het uitschakelen van de zij- of hoofdairbags voor de voor-
passagier. Neem bij het vervoer van een kind op de voorpassagiersstoel de be-
treffende nationale voorschriften met betrekking tot het gebruik van kinder-
zitjes in acht.
Afbeelding 104 Veilige afstand tot het
stuurwiel
104. Als deze minimale afstand niet wordt
£