76
Verwarming en airconditioning
Verwarming en airconditioning
Inleiding
Beschrijving en aanwijzingen
De verwarmingscapaciteit is afhankelijk van de temperatuur van de koelvloeistof,
de maximale verwarmingscapaciteit wordt dan ook pas bij bedrijfswarme motor
geleverd.
Bij ingeschakelde koeling (airco) neemt de temperatuur en de luchtvochtigheid in
de auto af. Daardoor wordt bij hoge buitentemperaturen en een hoge luchtvoch-
tigheid het welzijn van de inzittenden van de auto vergroot. In het koude jaarge-
tijde wordt het beslaan van de ruiten voorkomen.
Om de koelwerking te verhogen, kan kortstondig de circulatiefunctie worden in-
geschakeld - airconditioning ⇒ p agina 81, Climatronic ⇒ p agina 84.
Het luchtinlaatrooster vóór de voorruit moet vrij zijn van ijs, sneeuw of bladeren,
zodat verwarming en ventilatie goed kunnen functioneren.
Na het inschakelen van de airconditioning kan er condenswater van de verdamper
druppelen en onder de auto een plas vormen. Dat is normaal en geen teken van
lekkage!
ATTENTIE
● Voor de verkeersveiligheid is het van belang dat alle ruiten vrij zijn van ijs,
sneeuw en condens. Lees daarom goed hoe de verwarming en ventilatie moe-
ten worden bediend, hoe de ruiten moeten worden ontwasemd en ontdooid
en hoe het interieur moet worden afgekoeld.
● Laat de circulatiestand niet te lang ingeschakeld, omdat de "verbruikte"
lucht kan leiden tot vermoeidheid van bestuurder en passagiers, de aandacht
kan doen verslappen en kan leiden tot het beslaan van de ruiten. De kans op
ongevallen neemt toe. Schakel de circulatiefunctie uit zodra de ruiten begin-
nen te beslaan.
Let op
● De verbruikte lucht ontsnapt via ontluchtingsopeningen achter in de bagage-
ruimte.
● Wij adviseren bij ingeschakelde circulatiefunctie niet te roken in de auto omdat
de uit het interieur van de auto aangezogen rook op de verdamper van de aircon-
ditioning neerslaat. Dit zorgt tijdens het gebruik van de airconditioning voor een
blijvende stankoverlast die alleen met veel moeite en hoge kosten (vervanging
van de verdamper) kan worden opgelost.
● Let ook op de aanwijzingen voor de circulatiefunctie bij gebruik van de verwar-
ming ⇒ p agina 79 resp. de airconditioning ⇒ p agina 81 of Climatronic ⇒ p agina
84.
● Om de verwarming en airconditioning optimaal te kunnen laten functioneren,
mogen de luchtuitstroomopeningen niet zijn afgedekt.
Economisch gebruik van de airconditioning
In de koelstand vraagt de compressor van de airconditioning motorvermogen, wat
invloed heeft op het brandstofverbruik.
Als het interieur van de geparkeerde auto door de zonnestraling sterk is opge-
warmd, adviseren wij de ruiten of portieren even te openen om de warme lucht te
laten ontsnappen.
De koeling (airco) bij voorkeur niet tijdens het rijden inschakelen als de ruiten
openstaan.
Als de gewenste temperatuur in het interieur ook kan worden bereikt zonder de
koeling (airco) in te schakelen moet worden gekozen voor verseluchttoevoer.
Milieu-aanwijzing
Als u brandstof bespaart, vermindert u ook de uitstoot van schadelijke stoffen.