188
Raad en daad
Wagen afslepen
Algemeen
Wagens met schakelbak kunnen met een sleepkabel resp. een sleepstang of met
opgeheven voor- of achteras worden afgesleept.
Wagens met automatische versnellingsbak kunnen met een sleepkabel resp. een
sleepstang of met opgeheven vooras worden afgesleept. Bij een auto waarbij de
achterwielen zij opgetakeld wordt de automatische versnellingsbak beschadigd!
Het gemakkelijkst en veiligst rijdt u met een sleepstang. Alleen als er geen pas-
sende sleepstang beschikbaar is, moet een sleep kabel worden gebruikt.
Bij het afslepen de volgende aanwijzingen in acht nemen:
Bestuurder van de trekkende auto
–
Laat de koppeling bij het wegrijden zeer voorzichtig opkomen of geef bij een
automatische versnellingsbak voorzichtig gas.
–
Bij wagens met schakelbak pas gas geven als de kabel strak staat.
De maximale sleepsnelheid bedraagt 50 km/h.
Bestuurder van de getrokken auto
–
Schakel het contact in zodat het stuurwiel niet is geblokkeerd en zo de knip-
perlichten, de claxon, de ruitenwissers en de ruitensproeierinstallatie kunnen
worden ingeschakeld.
Schakel de vrijstand in of plaats bij een automatische versnellingsbak de keu-
–
zehendel in stand N.
Houd er rekening mee dat de rembekrachtiger en de stuurbekrachtiging alleen bij
draaiende motor functioneren. Bij stilstaande motor moet het rempedaal met aan-
zienlijk meer kracht worden ingedrukt en is voor het sturen veel meer kracht no-
dig.
Let erop dat de kabel altijd strak blijft staan.
VOORZICHTIG
● De motor niet starten door de wagen aan te slepen - gevaar voor schade aan
de motor! Bij wagens met katalysator kan onverbrande brandstof in de katalysator
terechtkomen en daar ontsteken. Dit zou tot ernstige beschadiging van de kataly-
sator leiden. Als starthulp kunt u de accu van een andere auto gebruiken ⇒ p agina
186, Starthulp.
● Als er door een defect geen versnellingsbakolie meer in de versnellingsbak zit,
mag de auto alleen met opgetakelde aangedreven wielen of met een autoambu-
lance of aanhangwagen worden vervoerd.
● Als normaal wegslepen niet mogelijk is of als de sleepafstand langer dan 50
km is, moet de auto op een speciale autotransporter of aanhangwagen worden
vervoerd.
● De sleepkabel moet elastisch zijn, zodat beide wagens niet aan schokbelastin-
gen worden blootgesteld. Daarom moeten bij voorkeur alleen maar kunststofka-
bels of kabels van een gelijksoortig elastisch materiaal worden gebruikt.
● Er moet steeds op worden gelet dat er geen ontoelaatbare trekkrachten en
schokbelasting optreden. Bij het slepen over onverharde wegen bestaat altijd het
gevaar dat de bevestigingsdelen worden overbelast en worden beschadigd.
● De sleepkabel resp. sleepstang alleen aan de hiervoor bestemde sleepogen
bevestigen ⇒ p agina 189, Voorste sleepoog, resp. ⇒ p agina 189, Achterste
sleepoog
Let op
● Wij adviseren een sleepkabel uit het originele ŠKODA accessoireprogramma
die verkrijgbaar is bij een geautoriseerde ŠKODA Servicepartner.
● Voor het slepen is een zekere ervaring nodig. Beide bestuurders moeten op de
hoogte zijn van de ins and outs van het slepen. Bestuurders die geen ervaring
hebben moeten afzien van het aanslepen of wegslepen.
● Bij het afslepen resp. aanslepen van de wagen de nationale wettelijke bepalin-
gen in acht nemen, vooral met betrekking tot de in te schakelen signalering
● De sleepkabel mag niet zijn verdraaid omdat onder bepaalde omstandigheden
het voorste sleepoog van uw auto zou kunnen worden losgedraaid.