Zitten en opbergen
Voorstoelen
Principes
De voorstoelen kunnen op vele manieren worden ingesteld en daardoor aan de li-
chaamsbouw van de bestuurder en de voorpassagier worden aangepast.
De juiste instelling van de stoelen is bijzonder belangrijk voor:
● het eenvoudig en snel bereiken van alle bedieningselementen,
● een ontspannen, minder vermoeiende lichaamshouding,
● de maximale bescherming door de veiligheidsgordels en het airbagsysteem.
In de volgende hoofdstukken wordt beschreven op welke wijze u de stoelen kunt
instellen.
ATTENTIE
● Neem nooit meer personen mee dan het aantal zitplaatsen dat uw auto
telt.
● Elke inzittende moet de bij de zitplaats behorende veiligheidsgordel cor-
rect dragen. Kinderen moeten met behulp van een hiervoor geschikt kinderzi-
tje zijn beveiligd ⇒ p agina 126, Veilig vervoer van kinderen.
● De voorstoelen en alle hoofdsteunen moeten altijd overeenkomstig de li-
chaamsgrootte worden ingesteld, terwijl ook de veiligheidsgordels altijd cor-
rect moeten worden gedragen om u en uw passagiers een optimale bescher-
ming te bieden.
● Houd de voeten tijdens het rijden altijd in de voetenruimte - leg de voeten
nooit op het dashboard, in de ruitsponning of op de zittingen! Dat geldt vooral
voor de passagiers. Bij een remactie of een aanrijding stelt u zich dan aan een
verhoogd letselrisico bloot. Bij een inschakeling van de airbag kunt u door de
verkeerde zithouding dodelijk letsel oplopen!
● Voor de bestuurder en de voorpassagier is het belangrijk dat een afstand
van minstens 25 cm van het stuurwiel, resp. van het dashboard wordt aange-
houden. Als deze minimale afstand niet wordt aangehouden, kan het airbag-
Bediening
Veiligheid
systeem u niet beschermen - levensgevaar! Bovendien moeten de voorstoelen
en de hoofdsteunen altijd in overeenstemming met de lichaamsgrootte zijn in-
gesteld.
● Zorg ervoor dat zich geen voorwerpen in de voetenruimte bevinden omdat
deze voorwerpen bij een rij- of remactie tussen de pedalen kunnen komen. U
zou dan niet in staat zijn te koppelen, te remmen of gas te geven.
● Geen voorwerpen op de bijrijdersstoel vervoeren, behalve als ze daarvoor
bedoeld zijn (bijvoorbeeld een kinderzitje) - gevaar voor ongevallen!
Voorstoelen instellen - uitvoering 1
Stoel in lengterichting instellen
–
Trek de hendel
wenste positie.
–
Laat de hendel
inklikt.
Zittinghoogte instellen
–
Als u de stoel hoger wilt zetten, trek de hendel
pompbewegingen met de hendel.
–
Als u de stoel lager wilt zetten, druk de hendel
pompbewegingen met de hendel.
Aanwijzingen voor het rij-
Raadgevingen voor het
den
gebruik
ATTENTIE (vervolg)
⇒ A fbeelding 37
1
omhoog en schuif daarbij de stoel in de ge-
1
los en verschuif de stoel totdat de vergrendeling hoorbaar
Raad en daad
Zitten en opbergen
55
Afbeelding 37 Bedieningspaneel op
stoel
2
dan naar boven of maak
2
dan naar beneden of maak
Technische gegevens
£