Voor winterbanden gelden snelheidsbeperkingen net zoals voor zomerbanden
⇒ p agina 173, ⇒
.
Er mogen winterbanden met een lagere snelheidscategorie worden gemonteerd
op voorwaarde dat de toegestane topsnelheid van deze banden niet wordt over-
schreden ook niet als de mogelijke topsnelheid van de auto hoger ligt. Bij het
overschrijden van de toegestane maximumsnelheid van de betreffende banden-
categorie kunnen de banden worden beschadigd.
Let bij het gebruik van winterbanden op de aanwijzingen ⇒ p agina 171.
In plaats van winterbanden kunnen ook zogenaamde "all-wheatherbanden" wor-
den gemonteerd.
Neem als een en ander niet duidelijk is, contact op met een Škoda-dealer, die u
kan informeren over de voor uw banden geldende topsnelheid.
ATTENTIE
De toelaatbare topsnelheid van uw winterbanden mag in geen geval worden
overschreden - kans op een ongeval door een beschadigde band en het verlies
over de controle van de auto.
Milieu-aanwijzing
Monteer tijdig weer de zomerbanden, omdat de rijeigenschappen met zomerban-
den op sneeuw- en ijsvrije wegen alsmede bij temperaturen boven 7 °C duidelijk
beter zijn - kortere remweg, minder afrolgeluid, minder bandenslijtage en lager
brandstofverbruik.
Let op
Let op de afwijkende nationale wettelijke bepalingen met betrekking tot de ban-
den.
Draairichtinggebonden banden
De draairichting is door een pijl op de bandwang gekenmerkt. De op deze wijze
aangegeven draairichting moet beslist worden aangehouden. Alleen zo kunnen de
optimale eigenschappen van deze banden met betrekking tot de grip, het ban-
dengeluid, slijtage en aquaplaning volledig tot hun recht komen.
Bediening
Veiligheid
Als het reservewiel bij een lekke band met geen voorgeschreven draairichting of
in tegengestelde richting aan de draairichting moet worden gemonteerd, moet bij-
zonder voorzichtig worden gereden, omdat de optimale eigenschappen van de
band in deze situatie niet meer gelden. Dit is vooral bij een nat wegdek belangrijk.
Let op de verdere aanwijzingen ⇒ p agina 179, Reservewiel.
Bij een lekke band moet deze zo snel mogelijk worden vervangen en moet de juis-
te draairichting bij alle banden weer worden hersteld.
Sneeuwkettingen
De sneeuwkettingen mogen alleen op de voorwielen worden gemonteerd.
Onder winterse omstandigheden verbeteren de sneeuwkettingen niet alleen de
trekkracht, maar ook het remgedrag.
De montage van sneeuwkettingen is om technische redenen alleen bij de volgen-
de velg-bandcombinaties toegestaan.
Alleen sneeuwkettingen gebruiken waarvan de schakels en sloten niet groter zijn
dan 12 mm .
Verwijder voor de montage van de sneeuwkettingen de wieldoppen.
De verschillende nationale wettelijke voorschriften met betrekking tot het ge-
bruik van sneeuwkettingen en de maximumsnelheid met sneeuwkettingen in
acht nemen.
Let op de gegevens in de meegeleverde montagehandleiding van de sneeuw-
kettingfabrikant.
Bij het rijden op sneeuwvrije trajecten moeten de sneeuwkettingen worden ver-
wijderd. Deze hebben invloed op de rijeigenschappen, beschadigen de banden en
slijten zeer snel.
Aanwijzingen voor het rij-
Raadgevingen voor het
den
gebruik
Velgmaat
Inpersdiepte (ET)
5J x 14
35 mm
6J x 14
37 mm
6J x 15
43 mm
ATTENTIE
VOORZICHTIG
Raad en daad
Wielen en banden
175
Bandenmaat
165/70
185/60
185/55
£
Technische gegevens