Fietsendrager inbouwen
–
De goedgekeurde fietsdrager op de dwarsdrager plaatsen. Na het omhoog
⇒ A fbeelding 57
trekken van de schroef
A
deel) verschuiven ten opzichte van de dwarsdrager tot de verbinding op zijn
plaats valt en daarna de schroef
–
Draai de bout
B
los en neem deze uit het verschuifbare deel van de houder;
plaats het verschuifbare deel afhankelijk van de fietsmaat in een van de mo-
gelijke standen, zodat deze geen contact maakt met de kofferklep/achterklep.
Wij adviseren, het verschuifbare deel van de houder zo te plaatsen dat tussen
de bout
en het verschuifbare deel 7 boringen zichtbaar zijn.
A
–
De bout
B
in de gewenste stand aanbrengen en vastdraaien.
Fiets in de fietsendrager plaatsen
Afbeelding 58 Fiets plaatsen / bevestiging van het voorwiel
Voor de montage van de fiets in de auto, moet het voorwiel worden uitge-
–
bouwd.
Bediening
Veiligheid
Afbeelding 57 Fietsendrager inbouwen
de langsdrager (aluminium onder-
A
in de moer draaien.
Aanwijzingen voor het rij-
den
De snelspanner van de bevestigingsas van de fietsdrager losmaken en over-
–
eenkomstig de vorkbreedte van de fiets instellen.
–
De voorvork op de bevestigingsas plaatsen en met de snelspanner vastzetten
⇒ A fbeelding 58
- links.
–
Plaats het linkerpedaal van de fiets naar voren, om het voorwiel gemakkelijker
te kunnen bevestigen.
⇒ A fbeelding 57
–
Draai de bout
A
bevestigde fiets naar links (vanuit de rijrichting gezien), zodat er geen contact
kan ontstaan tussen het stuur en de zijruit van de bagageruimte.
–
Druk de kofferklep voorzichtig naar onderen zonder deze los te laten en con-
troleer hierbij of er tussen het stuur van de fiets en de achterruit voldoende
plaats is. Indien nodig moet de stand van het verschuifbare deel van de fiet-
sendrager worden aangepast, zodat er geen contact met de ruit ontstaat
⇒ p agina 67.
–
Het gedemonteerde voorwiel bij voorkeur tussen de crank van het linkerpe-
daal en het fietsframe plaatsen; dit met een riem aan de voorvork
ding 58
- rechts, resp. aan een bevestigingspunt vastmaken.
–
Let erop dat de bekleding van de bagageruimte, de fiets of neergelegde voor-
werpen niet worden beschadigd.
–
De inbouw van een tweede fietsendrager moet op dezelfde wijze worden uit-
gevoerd.
ATTENTIE
Plaats de fietsen in de fietsendrager in een zodanige stand dat de sturen geen
contact maken met de zijruiten of de achterruit.
Let op
Als het voorwiel is uitgerust met een schijfrem, moet het wiel zo worden beves-
tigd, dat de remschijf van het frame is afgewend.
Raadgevingen voor het
Raad en daad
gebruik
Zitten en opbergen
los en schuif de fietsendrager samen met de
⇒ A fbeel-
Technische gegevens
67