126
Veilig vervoer van kinderen
Veilig vervoer van kinderen
Wat u moet weten als u kinderen vervoert!
Inleiding tot het thema
Ongevalsstatistieken tonen aan dat het, in het algemeen gespro-
ken, voor kinderen op de achterbankzitting veiliger is dan op de
voorpassagiersstoel.
Kinderen kleiner dan 1,50 m en lichter dan 36 kg moeten onder normale omstan-
digheden op de achterbank zitten (hierbij de eventueel afwijkende nationale wet-
telijke bepalingen in acht nemen). Afhankelijk van lichaamsgrootte en gewicht
moeten ze daar door een kinderveiligheidssysteem of door de aanwezige veilig-
heidsgordels worden beschermd. Het kinderzitje moet om veiligheidsredenen
achter de stoel voor de voorpassagier zijn gemonteerd.
De natuurkundige wetten van een aanrijding gelden vanzelfsprekend ook voor
kinderen ⇒ p agina 113, Het natuurkundige principe van een frontale aanrijding. In
tegenstelling tot volwassenen zijn de spieren en botten van kinderen nog niet he-
lemaal volgroeid. Kinderen staan daarom bloot aan een hogere kans op letsel.
Om deze kans op letsel te verkleinen, mogen kinderen alleen maar in de speciale
kinderzitjes worden vervoerd!
Alleen kinderzitjes gebruiken die wettelijk zijn goedgekeurd, geschikt zijn voor
kinderen en die voldoen aan de norm ECE-R 44, die kinderzitjes in 5 groepen on-
derverdeelt ⇒ p agina 128, Indeling van de kinderzitjes in groepen. Kinderveilig-
heidssystemen die conform de ECE-R 44 norm zijn getest, hebben op het stoeltje
een niet verwijderbaar keurmerk (grote E in een cirkel, daaronder het keurings-
nummer).
Wij adviseren u kinderzitjes uit het originele ŠKODA-accessoireprogramma te ge-
bruiken. Deze kinderzitjes werden voor het gebruik in ŠKODA-wagens ontwikkeld
en getest. Zij voldoen aan de ECE-R 44 norm.
ATTENTIE
Voor het inbouwen en het gebruik van kinderzitjes moeten de nationale wet-
telijke voorschriften en de aanwijzingen van de betreffende kinderzitjesfabri-
kant in acht worden genomen ⇒
omgang met kinderzitjes op pagina 126.
in Belangrijke veiligheidsinstructies bij de
Let op
Afwijkende nationale wettelijke bepalingen hebben voorrang op de in dit instruc-
tieboekje verstrekte informatie.
Belangrijke veiligheidsinstructies bij de omgang met kinderzitjes
De juiste omgang met de kinderzitjes verkleint aanzienlijk de kans
op letsel!
ATTENTIE
● Alle inzittenden van een auto - vooral kinderen - moeten tijdens het rijden
de gordels goed om hebben.
● Kinderen met een lichaamslengte onder de 1,50 m en lichter dan 36 kg mo-
gen zonder kinderveiligheidssysteem geen gebruikmaken van een normale
veiligheidsgordel, omdat deze letsel aan buik en hals zou kunnen veroorza-
ken. Let ook op de nationale voorschriften.
● In geen geval mogen kinderen – ook geen baby's! – op schoot worden mee-
genomen.
● U kunt een kind veilig laten meerijden in een geschikt kinderzitje ⇒ p agina
128, Kinderzitje!
● Er mag in een kinderzitje maar één kind zijn vastgemaakt.
● Laat het kind nooit zonder toezicht in een kinderzitje zitten.
● Bij bepaalde, buiten heersende, klimatologische voorwaarden kunnen in
de auto levensgevaarlijke temperaturen ontstaan
● Sta nooit toe dat kinderen onbeschermd in de wagen meegaan.
● Kinderen mogen tijdens het rijden ook nooit in de auto staan of op hun
knieën zitten. Bij een aanrijding wordt het kind dan door de auto geslingerd
en kan zichzelf en andere inzittenden daardoor levensgevaarlijk verwonden.
● Als kinderen tijdens het rijden naar voren leunen of een verkeerde zithou-
ding innemen, staan ze bij een aanrijding bloot aan een hogere kans op letsel.
Dat geldt vooral voor kinderen die op de voorpassagiersstoel worden vervoerd
als het airbagsysteem bij een aanrijding wordt geactiveerd. Dit kan levensge-
vaarlijk of zelfs dodelijk letsel tot gevolg hebben.
£