Download Print deze pagina

Advertenties

INSTRUCTIEBOEKJE
Wagen en infotainment
ŠKODA SUPERB

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Skoda SUPERB 2017

  • Pagina 1 INSTRUCTIEBOEKJE Wagen en infotainment ŠKODA SUPERB...
  • Pagina 2  3V0012732AF...
  • Pagina 3 Interessante functies Veelgestelde vragen Hoe werkt het start-stopsysteem? » pag. 218 ▶ ▶ Welke assistenten kunnen bij het inparkeren worden gebruikt? » pag. 232 » pag. 242 Voor de rit ▶ Hoe werkt de achteruitrijcamera? » pag. 239 ▶ Hoe wordt de stoel ingesteld? »...
  • Pagina 4 Verbindingsopbouw met het CarStick- Ontgrendelen en openen Inhoudsopgave apparaat Ontgrendelen en vergrendelen Verbindingsopbouw met een simkaart in de Productaansprakelijkheid en ŠKODA garantie Alarmsysteem externe module voor nieuwe wagens Achterklep met handmatige bediening Elektrische achterklep Ongevalgegevens-recorder (Event Data Veiligheid Ruitbediening Recorder) Passieve veiligheid Panorama-schuif-kanteldak Over dit instructieboekje...
  • Pagina 5 Scheidingsnet Media Wegpuntmodus Vervoeren op de dakdragers Bediening Verkeersinformatie Audiobronnen Verwarming en ventilatie Wagensystemen Verwarming, handmatige airconditioning, Afbeeldingen CAR - wageninstellingen Climatronic Viewer Rijden Extra verwarming (interieurvoorverwarming Video-dvd en -ventilatie) Wegrijden en rijden Videospeler Motor starten en afzetten Infotainment Media Command Start-stopsysteem Bediening Inleidende informatie...
  • Pagina 6 Vermoeidheidsherkenning Noodontgrendeling/-vergrendeling Bandenspanningscontrole Ruitenwisserbladen vervangen Trekhaak en aanhangwagen Zekeringen en gloeilampjes Trekhaak Zekeringen Trekhaak gebruiken Gloeilampjes Raadgevingen voor het gebruik Technische gegevens Verzorging en onderhoud Technische gegevens Servicewerkzaamheden, aanpassingen en Fundamentele wagengegevens technische wijzigingen Wagenspecifieke gegevens afhankelijk van Service-intervallen het motortype Verzorging en onderhoud Trefwoordenlijst Controleren en bijvullen...
  • Pagina 7 De ŠKODA garantie is geldig bij elke willekeurige ŠKODA Servicepartner. Productaansprakelijkheid en ŠKODA garantie voor Het tijdig en vakkundig uitvoeren van alle voorgeschreven servicewerkzaam- nieuwe wagens heden volgens de voorschriften van de firma ŠKODA AUTO vormt een voor- waarde om aanspraak te kunnen maken op de ŠKODA garantie. In geval van Productaansprakelijkheid aanspraken op de ŠKODA garantie dient te kunnen worden aangetoond dat al- Uw ŠKODA Partner is als verkopende partij conform de wettelijke voorschrif-...
  • Pagina 8 Mobiliteitsgarantie De mobiliteitsgarantie staat voor een gevoel van zekerheid. Indien u onderweg onverhoopt met pech blijft staan, kunt u door de mobili- teitsgarantie toch uw reis voortzetten. Tot de mobiliteitsgarantie behoren: Pechhulp ter plaatse en het afslepen naar de ŠKODA Servicepartner, telefoni- sche technische ondersteuning resp.
  • Pagina 9 informatie uit de EDR aan andere gegevensbronnen koppelen, om op die ma- Ongevalgegevens-recorder (Event Data Recorder) nier bij het onderzoek naar de oorzaak van het ongeval de identiteit van be- trokkenen bij het ongeval te achterhalen. De wagen is met een apparaat uitgerust dat als ongevalgegevens-recorder (hierna "EDR") dient.
  • Pagina 10 De afbeeldingen in dit instructieboekje dienen alleen ter illustratie. De afbeel- geven. dingen kunnen op kleine details afwijken van uw wagen; zij zijn slechts als alge- mene informatie op te vatten. http://go.skoda.eu/owners-manuals › Het gewenste model kiezen. ŠKODA AUTO werkt continu aan de verdere verbetering van alle wagens. Te ›...
  • Pagina 11 Toelichtingen Gebruikte begrippen "Specialist" - Werkplaats die vakkundig servicewerkzaamheden aan wagens van het merk ŠKODA uitvoert. Een specialist kan zowel een ŠKODA Partner, een ŠKODA Servicepartner als ook een onafhankelijke werk- plaats zijn. "ŠKODA Servicepartner" - Werkplaats die contractueel door de firma ŠKODA AUTO of de importeur is geautoriseerd om servicewerkzaamheden aan wagens van het merk ŠKODA uit te voeren en ŠKODA originele onder- delen te verkopen.
  • Pagina 12 De Care Connect-diensten bieden de mogelijk tot een informa- van het volgende adres in de webbrowser. tie-/pech-/noodoproep, de overdracht van informatie m.b.t. de wagenstatus http://go.skoda.eu/skoda-connect naar de gekozen Service-Partner of de bediening van enkele wagenfuncties met de op de mobiele telefoon geïnstalleerde ŠKODA Connect-applicatie.
  • Pagina 13 QR-code » afb. noodzakelijk. http://go.skoda.eu/connect-portal De registratie en de activering vinden plaats overeenkomstig de aanwijzingen Het land en de communicatietaal selecteren en op "Doorgaan" klikken. op de volgende pagina's.
  • Pagina 14 Let op Activering in het infotainment Voor de activering is de beschikbaarheid van het GPS-signaal en een mobiel ■ telefoonnetwerk onontbeerlijk. Bij wagen die alleen over de Infotainment Online-diensten beschikken, moet ■ voor de activering het GPS-signaal beschikbaar zijn en moet het infotainment met het internet zijn verbonden.
  • Pagina 15 Door de activering van de privémodus worden de diensten Infotainment Beheer van de online-diensten Online en Care Connect gedeactiveerd. Door de deactivering van de Care Connect diensten verstuurt de wagen geen gegevens, bv. informatie over de wagenpositie. Door de deactivering van de Infotainment Online diensten zijn de diensten voor de functie-uitbreiding van het infotainment niet meer beschikbaar »...
  • Pagina 16 Toestand van de online-diensten Afb. 8 Toestand van de online-diensten in het infotainment In de statusregel van het infotainment » afb. 8 wordt informatie over de toe- stand van de online-diensten getoond. Er is een dataverbinding beschikbaar. Er is geen dataverbinding beschikbaar. Gedeactiveerde diensten Infotainment Online.
  • Pagina 17 Noodoproep Afb. 9 Noodoproeptoets Deze dienst bouwt bij een zwaar ongeval waarbij airbags of gordelspanners zijn geactiveerd automatisch een verbinding op met de noodoproepcentrale. De noodoproepcentrale ontvangt tegelijkertijd informatie over het ongeval, bv. over de locatie van de wagen, het aantal gordeldragende inzittenden en het chassisnummer (VIN).
  • Pagina 18 Care Connect-diensten Toegang op afstand tot de wagen Proactieve service Afb. 11 ŠKODA Connect applicatie Met de dienst toegang op afstand tot de wagen heeft u toegang tot een aan- tal functies van de wagen via de ŠKODA Connect Portal of de op de mobiele telefoon geïnstalleerde app ŠKODA Connect.
  • Pagina 19 Er zijn nog meer diensten die een aanvulling op de infotainment-functies vor- Infotainment Online-diensten men, bv. online-verkeersinformatie. Hoofdmenu en overzicht van de diensten Meer informatie over de beschikbare diensten kunt u op de ŠKODA Connect internetpagina vinden » pag. Geldt voor het infotainment Columbus, Amundsen. Let op Afb.
  • Pagina 20 Internetverbinding Verbindingstypen van het infotainment Amundsen Verbindingstypen van het infotainment Columbus Afb. 14 WLAN / CarStick Afb. 13 WLAN / Bluetooth® / simkaart Het infotainment kan op een van de volgende manieren met het internet wor- Het infotainment kan op een van de volgende manieren met het internet wor- den verbonden »...
  • Pagina 21 Verbindingsopbouw met de WLAN-hotspot WLAN inschakelen Hotspot selecteren Afb. 15 WLAN inschakelen Afb. 16 Hotspot selecteren › › Het contact inschakelen. De gewenste hotspot opzoeken en selecteren, zie stappen › › In het infotainment de WLAN-functie inschakelen, zie stappen Eventueel het wachtwoord ingeven, zie stappen Internetverbinding...
  • Pagina 22 ® Verbindingsopbouw met de telefoon met het Bluetooth -profiel rSAP Telefoon verbinden ® Bluetooth inschakelen Geldt voor het infotainment Columbus. Afb. 18 Telefoon verbinden › In het infotainment uw telefoon zoeken en selecteren, zie stappen Afb. 17 Bluetooth® inschakelen › De pincode bevestigen, zie stap ›...
  • Pagina 23 Verbindingsopbouw met het CarStick-apparaat CarStick-apparaat aansluiten Verbinding tot stand brengen Geldt voor het infotainment Amundsen. Afb. 20 Verbinding tot stand brengen › Bij het eerste gebruik de instelling van de datadiensten en de gewenste da- taprovider selecteren, zie stappen Afb. 19 CarStick-apparaat aansluiten ›...
  • Pagina 24 Verbindingsopbouw met een simkaart in de externe module Simkaart aanbrengen en mobiele diensten selecteren Verbinding tot stand brengen Geldt voor het infotainment Columbus. Afb. 22 Verbinding tot stand brengen Afb. 21 Simkaart gebruiken › Eventueel de pincode van de simkaart ingeven, zie stappen ›...
  • Pagina 25 Kinderen beschermen in een geschikt kinderzitje » pag. 33, Veilig vervoer ▶ Veiligheid van kinderen. ▶ De juiste zithouding innemen. Uw passagiers erop wijzen de juiste zithouding Passieve veiligheid in te nemen » pag. 23, Juiste en veilige zithouding. Algemene aanwijzingen Rijveiligheid ...
  • Pagina 26  Lees en bekijk eerst op bladzijde 24. ATTENTIE De voorstoelen en alle hoofdsteunen moeten altijd overeenkomstig de li- ■ Met het oog op uw eigen veiligheid en om het gevaar voor verwondingen bij chaamslengte worden ingesteld en de veiligheidsgordels moeten altijd een ongeval te verminderen, moeten de volgende aanwijzingen in acht worden goed omgegespt zijn, zodat de inzittenden zo optimaal mogelijk worden be- genomen.
  • Pagina 27 Stand van het stuurwiel instellen Juiste zithouding van de bijrijder  Lees en bekijk eerst op bladzijde 24. Met het oog op de veiligheid van de passagier en om het gevaar voor verwon- dingen bij een ongeval te verminderen, moeten de volgende aanwijzingen in acht worden genomen.
  • Pagina 28 ATTENTIE (vervolg) Veiligheidsgordels De slotgesp mag alleen in het bij de betreffende zitting behorende slot- ■ deel worden gestoken. Het verkeerd omdoen van de veiligheidsgordel be- Veiligheidsgordels gebruiken invloedt de beschermende werking hiervan en de kans op letsel neemt toe. ...
  • Pagina 29 Gordelhoogteverstelling voor de voorstoelen Goed verloop van gordelband › De doorvoerplaat in pijlrichting omhoog verschuiven » afb. 26 - . › Of: De borgklem in de richting van de pijlen samendrukken en de door- voerplaat omlaag verschuiven in pijlrichting » afb. 26 - .
  • Pagina 30 Omgespen De veiligheidsgordels worden bij een ongeval met een bepaalde hevigheid door › De gordel aan de slotgesp langzaam over borst en bekken trekken. de gordelspanner gespannen, zodat een ongewenste lichaamsbeweging wordt › De slotgesp in het bij de stoel behorende gordelslot »...
  • Pagina 31 Bij het contact met de volledig opgeblazen airbag wordt de voorwaartse be- Airbagsysteem weging van het lichaam gedempt en het verwondingsrisico voor de volgende lichaamsdelen verminderd. Beschrijving van het airbagsysteem Voorairbags - hoofd en bovenlichaam. De airbags zijn met het opschrift  ...
  • Pagina 32 Het airbagsysteem is alleen bij ingeschakeld contact actief. Veiligheidsaanwijzingen Bij het activeren wordt de airbag gevuld met gas en ontvouwt deze zich. Het opblazen van de airbag gebeurt in een fractie van een seconde. Afb. 30 Veilige afstand tot het stuurwiel Bij het opblazen van de airbag komt rook vrij.
  • Pagina 33 ATTENTIE (vervolg) ATTENTIE (vervolg) Bij gebruik van een naar achteren gericht kinderzitje op de bijrijdersstoel, Aan de kledinghaken in de wagen slechts lichte kleding hangen en in de ■ ■ moet de bijrijdersvoorairbag beslist buiten werking worden gesteld » pag. zakken van de kledingstukken geen zware of scherpe voorwerpen laten zit- 31, Airbags buiten werking stellen.
  • Pagina 34 Het buiten werking stellen van de airbags wordt door het controlelampje Buiten werking stellen  › aangegeven » pag. Het contact uitschakelen. › Het opbergvak aan de bijrijderszijde openen. Het buiten werking stellen van de airbags is alleen bedoeld voor de ›...
  • Pagina 35 ATTENTIE (vervolg) Veilig vervoer van kinderen De airbag alleen bij afgezet contact buiten werking stellen! Anders kunt u ■ een storing in het systeem voor het buiten werking stellen van de airbag Kinderzitje veroorzaken.  Inleiding voor het onderwerp Als de controlelampjes knipperen, dan wordt de bijrijdersvoor- ■...
  • Pagina 36  Lees en bekijk eerst op bladzijde 33. ATTENTIE (vervolg) Let voor het goede verloop van de gordels beslist op de gegevens van de ■ Nooit een naar achteren gericht kinderzitje op een stoel gebruiken die door fabrikant van het kinderzitje. Een verkeerd gedragen veiligheidsgordel kan een zich hiervoor bevindende parate airbag wordt beveiligd.
  • Pagina 37  Lees en bekijk eerst op bladzijde 33. Gebruik van kinderzitjes op de bijrijdersstoel (variant 2) Kinderen mogen zich nooit in het gebied bevinden waarin de zij-airbag naar Geldt voor Taiwan buiten komt » afb. 34 - . Afb. 33 Tussen het kind en het gebied waarin de zij-airbag naar buiten komt, moet vol- Sticker met waarschuwingsaan- doende ruimte aanwezig, zodat de zij-airbag de best mogelijke bescherming...
  • Pagina 38 Bijrijdersstoel met ingeschakel- Bijrijdersstoel met uitgeschakel- Achterbank Achterbank Groep de voorairbag de voorairbag buitenste zitplaatsen middelste zitplaats tot 10 kg tot 13 kg 9-18 kg 15-25 kg 22-36 kg De in hoogte verstelbare bijrijdersstoel zo ver mogelijk omhoog zetten. De stoel is voor gebruik van de in deze gewichtsgroep toegestane kinderzitjes van de categorie "Universal" geschikt. De stoel is voor gebruik van de in deze gewichtsgroep toegestane naar voren gerichte kinderzitjes van de categorie "Universal"...
  • Pagina 39 Gebruik van kinderzitjes met het  -syteem Bij ingeschakelde bijrijdersvoorairbag op de bijrijdersstoel nooit een kinderzitje gebruiken waarin het kind met de rug naar het dashboard gekeerd wordt vervoerd. Dit kinderzitje bevindt zich in het gebied waar de bijrijdersvoorairbag naar buiten komt. De airbag kan bij activering het kind zwaar of zelfs levensgevaarlijk ver- wonden.
  • Pagina 40 Bevestigingsogen van het   -systeem Afb. 36 Bevestigingsogen van het  -systeem   is een bevestigingssysteem dat de bewegingen van de bovenzijde van het kinderzitje beperkt. De bevestigingsogen voor de bevestigingsgordel van een kinderzitje met het  -systeem zitten aan de achterzijde van de rugleuningen van de bui- tenste zitplaatsen achterin »...
  • Pagina 41 Veilig vervoer van kinderen...
  • Pagina 42 Afb. 37 Voorbeeld van bestuurdersruimte bij wagens met links stuur Bediening...
  • Pagina 43 Bedieningshendel voor de automatische afstandsregeling Bediening Borghendel voor stuurwielverstelling Afhankelijk van de uitrusting: Bestuurdersruimte ▶ Contactslot ▶ Startknop Overzicht Afhankelijk van de uitrusting: Elektrische ruitbediening ▶ Versnellingshendel (schakelbak) Elektrische buitenspiegelverstelling ▶ Keuzehendel (automatische versnellingsbak) Slotgreep Toets Auto Hold Luchtroosters Toets voor de elektrische parkeerrem Parkeerkaarthouder Toets voor de centrale vergrendeling Bedieningshendel (afhankelijk van de uitrusting):...
  • Pagina 44 De helderheid van de instrumentenverlichting kan in het infotainment in het Instrumenten en controlelampjes menu /  →  → Licht worden ingesteld.  Instrumentenpaneel Toerenteller  Inleiding voor het onderwerp De toerenteller » afb. 38 op pag. 42 geeft het actuele motortoerental per minuut aan.
  • Pagina 45 Hogetemperatuurbereik - de naald staat in het bereik , de koelvloeistof- Display in de middenconsole achterin temperatuur is te hoog, in het instrumentenpaneel gaat het controlelampje  branden » pag. Brandstofmeter Afb. 40 Brandstofmeter Afb. 41 Display in middenconsole achterin Op het display worden afhankelijk van de uitvoering van de wagen, de volgen- de gegevens weergegeven.
  • Pagina 46 Voorgloeisysteem (dieselmotor) » pag. 47 Front Assist » pag. 53   Controle van de motorelektronica (benzinemo- Spaarmodus » pag. 53  » pag. 47  tor) Dynamische onderstelregeling (DCC) » pag. 53  Veiligheidssystemen » pag. 47  Servicebeurt »...
  • Pagina 47 ATTENTIE ATTENTIE Het negeren van brandende controlelampjes en de bijbehorende meldin- Als het controlelampje samen met het controlelampje » pag. ■ ■    gen resp. aanwijzingen op het display van het instrumentenpaneel kan lei- Antiblokkeersysteem (ABS) brandt, niet verder rijden! De hulp van een ...
  • Pagina 48 Het contact uitschakelen, de motor opnieuw starten en een korte afstand rij- ▶ Stabiliseringscontrole (ESC)/tractiecontrole (ASR)  den.  Lees en bekijk eerst op bladzijde 45. ▶ Als het controlelampje niet uit gaat, de motor afzetten, niet verder rij-  ...
  • Pagina 49 Er kan voorzichtig verder worden gereden. Onmiddellijk de hulp van een spe- ▶ Controle van de motorelektronica (benzinemotor)  cialist inroepen.  Lees en bekijk eerst op bladzijde 45. ATTENTIE brandt - er is een storing in de motorregeling. Het systeem biedt de moge- Als het controlelampje samen met het controlelampje »...
  • Pagina 50 De veiligheidsgordel voor de bestuurder en de bijrijder moet worden vervan- Als na een korte rit het controlelampje niet uitgaat, is er sprake van een storing gen. in het systeem. De hulp van een specialist inroepen. Er kan voorzichtig verder worden gereden. Onmiddellijk de hulp van een spe- ▶...
  • Pagina 51 knippert - de met de snelheidsbegrenzer ingestelde snelheidslimiet is over-  Rijstrookassistent (Lane Assist)   schreden.  Lees en bekijk eerst op bladzijde 45. Rempedaal (automatische versnellingsbak)  De controlelampjes geven de toestand van het Lane Assist-systeem aan.  ...
  • Pagina 52 Versnellingsbakstoring Stoppen, de motor afzetten en laten afkoelen. ▶ Het controlelampje  verschijnt alleen op het MAXI DOT-display. Het koelvloeistofpeil controleren » pag. 291. ▶ Indien het koelvloeistofpeil in het voorgeschreven gebied ligt en het controle- Versnellingsbak defect. Wagen veilig stoppen! ...
  • Pagina 53 ®  Motoroliepeil  AdBlue -storing (dieselmotor)   Lees en bekijk eerst op bladzijde 45. Lees en bekijk eerst op bladzijde 45. ® Motoroliepeil te laag  brandt - er is een storing in het AdBlue -systeem aanwezig. Motorolie bijvullen, alstublieft. ...
  • Pagina 54 ATTENTIE  Weergave voor lage temperatuur De snelheid altijd aan het weer, het wegdek en de terrein- en verkeers- ■  Lees en bekijk eerst op bladzijde 45. omstandigheden aanpassen. Het roetfilter bereikt bijzonder hoge temperaturen, er bestaat brandge- ■ ...
  • Pagina 55  Front Assist Informatiesysteem  Lees en bekijk eerst op bladzijde 45. Bestuurdersinformatiesysteem brandt   Display in instrumentenpaneel ▶ De Front Assist heeft een aanrijdingsgevaar herkend of automatisch een noodstop gemaakt » pag. 255. ▶ De Front Assist wordt automatische gedeactiveerd bij de activering van de ESC Sport »...
  • Pagina 56 Controlelampjes van het start-stopsysteem Schakeladvies Gekozen versnelling / schakeladvies Keuzehendelstand van de automatische versnellingsbak Afb. 44 Buitentemperatuur Informatie over de ingeschakel- Controlelampjes de versnelling / schakeladvies Rijgegevens (multifunctie-indicatie) Totale afgelegde afstand Afgelegde afstand na het terugzetten van het geheugen (trip) Snelheidsregelsysteem/snelheidsbegrenzer Service-intervalindicatie Meldingen...
  • Pagina 57 Bij ingeschakeld contact worden in de wagen continu de werking en toestan- Bediening van het informatiesysteem den van de afzonderlijke wagensystemen gecontroleerd. Als een systeemsto- ring aanwezig is, wordt op het display in het instrumentenpaneel de betreffen- Bediening via de bedieningshendel de melding weergegeven.
  • Pagina 58 Naar de volgende titel/zender wisselen  Indicatie-overzicht Naar de vorige titel/zender wisselen  Overzicht van rijgegevensweergave (afhankelijk van wagenuitrusting). Menu van de hulpsystemen tonen  Actieradius - afstand in km, die met de aanwezige tankinhoud en bij dezelfde Indrukken - Menu Telefoon tonen; oproep beantwoorden/beëindigen; ge- ...
  • Pagina 59 › De ingestelde waarde bevestigen of enkele seconden wachten, de instelling Infotainmentweergave wordt automatisch opgeslagen. Afb. 48 Snelheidslimiet bij rijdende wagen instellen › Rijgegevens Het menupunt Waarschuwing bij () resp.  () selecteren en bevestigen. › Met de gewenste snelheid rijden. ›...
  • Pagina 60 Lange tijd () resp. "2" () Telefoon » pag. 58 ■ In het geheugen worden de rijgegevens van een willekeurig aantal individuele Wagen » pag. 54 ■ ritten tot in totaal 99 uur en 59 minuten rijtijd of 9.999 km gereden kilometers Let op opgeslagen.
  • Pagina 61 Symbolen op het display Afstand en dagen tot de eerstvolgende servicetermijn weergeven Laadtoestand van de telefoonaccu (deze functie wordt slechts door enkele  mobiele telefoons ondersteund) Afb. 50 Signaalsterkte (deze functie wordt slechts door enkele mobiele telefoons  Toets in het instrumentenpaneel ondersteund) Een met het infotainment verbonden telefoon ...
  • Pagina 62 Variabel service-interval Elke wijziging van de ingestelde gepersonaliseerde functies wordt automatisch Bij wagens met variabel service-interval worden na het terugzetten van de in het actieve gebruikersaccount opgeslagen. olieservice-weergave bij een specialist de waarden van een nieuwe service-in- Voor de personalisering zijn drie standaard gebruikersaccounts evenals een terval weergegeven, die overeenkomstig de eerdere bedrijfsomstandigheden Gast-account beschikbaar.
  • Pagina 63 Hulpsystemen - rijstrookhulp (Lane Assist), inparkeerhulp (ParkPilot). Instellen ▶ Licht - sfeerverlichting, comfortknipperen, COMING HOME / LEAVING HO- Sleuteltoewijzing: - Opties voor toekenning van de sleutel aan het gebruikersac- ▶ ■ count: ▶ Climatronic - temperatuur in de afzonderlijke bereiken, aanjagertoerental, cir- Handmatig - herkende sleutel moet handmatig aan het actieve gebruikersac- ■...
  • Pagina 64 VOORZICHTIG Ontgrendelen en openen Elke sleutel bevat elektronische componenten; u dient de sleutels dan ook ■ tegen vocht en harde schokken te beschermen. Ontgrendelen en vergrendelen De sleutelsleuven schoon houden. Verontreinigingen (textielvezels, stof en ■  Inleiding voor het onderwerp dergelijke) kunnen de werking van de slotcilinder, het contactslot en dergelijke negatief beïnvloeden.
  • Pagina 65 Als de achterklep met de toets  op de afstandsbediening wordt ontgren- Ontgrendelen/vergrendelen - KESSY deld, dan wordt de klep na het sluiten automatisch vergrendeld. De periode, waarna de klep wordt vergrendeld, kan worden ingesteld » pag. VOORZICHTIG De werking van de afstandsbediening kan door signalen van zich in de buurt ■...
  • Pagina 66 › Indien de achterklep pas na het vergrendelen van de wagen wordt gesloten en Om te vergrendelen/ontgrendelen op de knop  drukken » afb. de sleutel waarmee de wagen is vergrendeld in de bagageruimte achterblijft, Het vergrendelen wordt weergegeven door het oplichten van het symbool ...
  • Pagina 67 Het controlelampje in het bestuurdersportier knippert snel gedurende 2 se- Automatisch vergrendelen/ontgrendelen conden, gaat vervolgens uit en begint na circa 30 seconden langzaam te knip- Met deze functie is het mogelijk om alle portieren en de achterklep te vergren- peren. delen vanaf een snelheid van 15 km/h.
  • Pagina 68 ATTENTIE Storingen Het portier moet correct gesloten zijn, anders zou deze tijdens het rijden ■  Lees en bekijk eerst op bladzijde 62. open kunnen gaan - levensgevaar! Het portier alleen openen en sluiten als zich geen persoon in het ope- ■...
  • Pagina 69 Deze functies moeten worden gedeactiveerd als de mogelijkheid bestaat dat VOORZICHTIG het alarm zal afgaan door bewegingen in het interieur (bv. door personen of Om een correcte werking van het alarmsysteem te waarborgen, moet voor het huisdieren) resp. als de wagen wordt vervoerd (bv. per spoor of boot) of moet verlaten van de wagen worden gecontroleerd of alle portieren, alle ruiten en worden afgesleept.
  • Pagina 70 Achterklep openen/sluiten Elektrische achterklep  Inleiding voor het onderwerp De achterklep (hierna klep) kan elektrisch en in noodgevallen handmatig wor- den bediend » pag. ATTENTIE Na het sluiten controleren of de klep goed is vergrendeld. Anders zou de ■ klep tijdens het rijden open kunnen gaan - gevaar voor ongevallen! Nooit met een geopende klep rijden, omdat dan giftige uitlaatgassen het ■...
  • Pagina 71 Mogelijkheden voor het stoppen van de klepbeweging Bedieningsbeschrijving Door het indrukken van knop » afb. ▶ ▶ Door het indrukken van knop ▶ Door het vasthouden van knop op de sleutel. ▶ Door het indrukken van greep Akoestische signalen Bij het openen van de klep met knop en bij het openen/sluiten van de klep met knop klinken akoestische signalen.
  • Pagina 72 › Om te openen/sluiten een voet snel langs de sensor onder de achterbumper Functiestoringen in pijlrichting bewegen » afb.  Lees en bekijk eerst op bladzijde 68. Het remlicht in de achterklep gaat branden en de klep gaat automatisch open/dicht. Bij het sluiten klinken akoestische signalen. Voorbeelden van storingen Als de klep niet beweegt, dan moet de bediening na enkele seconden worden Beschrijving van de storing Oplossing...
  • Pagina 73 Schakelaars voor de ruitbediening » afb. 61 ATTENTIE Linkervoorportier De ruiten altijd voorzichtig en gecontroleerd sluiten. Anders kunt u zich- ■ zelf of de passagiers aanzienlijke verwondingen door knellen toebrengen. Rechtervoorportier Het systeem is uitgerust met een sluitkrachtbegrenzing » pag. 71.
  • Pagina 74 Als wordt geprobeerd de ruit te sluiten binnen 10 seconden nadat deze voor Let op de tweede keer weer enkele centimeters is geopend en het obstakel nog De individuele instelling van de comfortbediening van de ruiten wordt (afhan- steeds niet is verwijderd, wordt de sluitprocedure slechts onderbroken. Gedu- kelijk van het infotainmenttype) in het actieve gebruikersaccount voor de per- rende deze periode is het niet mogelijk de ruit automatisch te sluiten.
  • Pagina 75 VOORZICHTIG Krachtbegrenzing In de winterperiode moet u vóór het openen eventueel aanwezig ijs en snee- ■  Lees en bekijk eerst op bladzijde 72. uw van het schuif-kanteldak verwijderen om beschadiging van het openings- mechanisme te voorkomen. Het schuif-kanteldak is met een sluitkrachtbegrenzing uitgerust. Vóór het loskoppelen van de accu moet het schuif-kanteldak worden geslo- ■...
  • Pagina 76 Bediening van het schuif-kanteldak activeren Rolgordijn met elektrische bediening Afb. 63 Afb. 65 Bediening van het schuif-kantel- Schakelaars voor de bediening van het rolgordijn   Lees en bekijk eerst op bladzijde 72. Lees en bekijk eerst op bladzijde 72. Is de bediening van het schuif-kanteldak buiten werking (bv.
  • Pagina 77 Afhankelijk van de belading van de wagen de lichtbundelhoogte van de halo- Licht en zicht geenkoplampen op het beeldscherm in de volgende standen instellen. Wagen voorin bezet, bagageruimte leeg  Licht Wagen volledig bezet, bagageruimte leeg   Inleiding voor het onderwerp Wagen volledig bezet, bagageruimte beladen ...
  • Pagina 78 Het comfortknipperen kan in het infotainment in het menu /  →  → Licht ATTENTIE  worden geactiveerd/gedeactiveerd. Bij slecht zicht altijd het dimlicht inschakelen. ATTENTIE Let op Het grootlicht resp. grootlichtsignaal alleen gebruiken als de andere ver- De verlichting kan onder bepaalde omstandigheden automatisch inschakelen, keersdeelnemers daardoor niet worden verblind.
  • Pagina 79 Instelling, activering resp. deactivering De volgende functies kunnen in het infotainment in het menu /  →  →  Afb. 69 Licht worden ingesteld resp. worden geactiveerd/gedeactiveerd. Lichtschakelaar - mistlam- ▶ Instelling gevoeligheid van de sensor voor bepaling van de lichtomstandighe- pen/mistachterlicht inschakelen den voor de automatische aansturing rijverlichting ▶...
  • Pagina 80 Bij het inschakelen van de achteruitversnelling worden de beide mistlampen in- Bij het inschakelen knipperen alle knipperlichten en het controlelampje in de  geschakeld. knop tegelijk met de controlelampjes in het instrumentenpaneel.   De alarmlichten werken ook wanneer het contact is uitgeschakeld. COMING HOME / LEAVING HOME Bij het activeren van de airbags worden de alarmlichten automatisch ingescha- De functie COMING HOME zorgt ervoor dat de omgeving van de wagen na...
  • Pagina 81 Afhankelijk van de uitrusting zijn er de volgende systeemvarianten: Instapverlichting Light Assist schakelt het grootlicht automatisch in/uit. De verlichting bevindt zich aan de onderzijde van de buitenspiegel en verlicht Dynamic Light Assist past de lichtbundel van de koplampen automatisch aan, om het instapgedeelte van het voorportier.
  • Pagina 82 Het systeem is ingeschakeld » pag. 80, Systeem in-/uitschakelen.  Bediening van de verlichting vanaf de voorstoelen De rijsnelheid ligt boven 60 km/h (voor enkele landen boven 40 km/h).  De voorruit is bij de sensor schoon.  Afb. 73 Bediening van de verlichting Systeem in-/uitschakelen vanaf de voorstoelen...
  • Pagina 83 Variant 3 - In-/uitschakelen (door indrukken van de betreffende schakelaar Binnenverlichting achterin » afb. 75  Linkerleeslampje Afb. 74  Rechterleeslampje Binnenverlichting achterin: Vari- ant 1 Sfeerverlichting Afb. 76 Instelling van de sfeerverlichting De sfeerverlichting zorgt voor een kleurige verlichting van het dashboard, van de zijdelingse portierbekledingen en een witte verlichting van de voetenruimte.
  • Pagina 84 Na 10 minuten schakelt de verwarming automatisch uit. Let op De instelling van de sfeerverlichting wordt (afhankelijk van het infotainmentty- Als bij ingeschakeld contact de motor wordt afgezet en binnen 10 minuten pe) in het actieve gebruikersaccount voor de personalisering opgeslagen »...
  • Pagina 85  Lees en bekijk eerst op bladzijde 82. Rolgordijn › Om te verduisteren het rolgordijn aan greep in pijlrichting eruit trek- ken en in pijlrichting in de houder aan de bovenzijde van het portier ha- » afb. › Om op te rollen het rolgordijn aan greep tegen de pijlrichting in uit de houder...
  • Pagina 86 Het automatische wissen bij regen kan in het infotainment in het menu Let op   →  → Spiegels en wissers worden geactiveerd/gedeactiveerd. Elke derde keer dat het contact wordt uitgeschakeld, wordt de ruststand van ■ de ruitenwissers vóór gewijzigd. Dit voorkomt het vroegtijdig slijten van de ATTENTIE wisserbladen.
  • Pagina 87 De werking kan in het infotainment in het menu /  →  → Spiegels en wis- ATTENTIE  sers worden geactiveerd/gedeactiveerd. Zelfdimmende spiegels bevatten een elektrolyt, die bij een gebroken spie- ■ gelglas kan weglekken - dit kan de huid, ogen en ademhalingsorganen prik- Let op kelen.
  • Pagina 88 Bij het inschakelen van de binnenverlichting of bij het inschakelen van de ach- Als de spiegelinstelling eens zou uitvallen, kunnen de spiegelvlakken met de teruitversnelling schakelt de spiegel terug naar de basisstand (niet gedimd). hand worden ingesteld door voorzichtig op de rand van het spiegelvlak te drukken.
  • Pagina 89 Werkingsvoorwaarden Stoelen en hoofdsteunen De werking kan in het infotainment in het menu /  → → Spiegels en   wissers worden geactiveerd. Voorstoelen De instelling van het spiegelvlak werd al eerder opgeslagen » pag.   Inleiding voor het onderwerp Geheugenfunctie van elektrisch verstelbare stoel resp.
  • Pagina 90 Elektrische instelling Bestuurdersstoel met massagefunctie Afb. 88 Toets voor de massagefunctie  Lees en bekijk eerst op bladzijde 87. Afb. 87 Bedieningselementen van de stoel De massagefunctie dient voor de massage van de lendenen.  Lees en bekijk eerst op bladzijde 87. ›...
  • Pagina 91 Instellingen voor buitenspiegel aan bijrijderszijde voor het achteruitrijden Comfortbediening van de bijrijdersstoel opslaan De functie van het zakken van de bijrijdersspiegel bij het achteruitrijden kan in Afb. 89 het infotainment in het menu /  → → Spiegels en wissers worden geacti- ...
  • Pagina 92 › De werking kan in het infotainment in het menu /  →  → Stoelen worden Om terug te klappen de hendel in pijlrichting trekken en de rugleuning  geactiveerd/gedeactiveerd. tegen de pijlrichting in terug klappen. De vergrendeling moet hoorbaar vastklikken.
  • Pagina 93 › De betreffende hendel in pijlrichting trekken » afb. 94. De rugleuning wordt Zitplaatsen achterin ontgrendeld en eventueel naar voren geklapt. Rugleuningen Terugklappen › De buitenste veiligheidsgordel achter de verhoogde rand » afb. 93 plaat- sen. › De rugleuning tegen de pijlrichting in zwenken, tot de ontgrendelings- greep hoorbaar vastklikt.
  • Pagina 94 Hoofdsteunen Hoogte van de hoofdsteunen achterin instellen  Inleiding voor het onderwerp Let op Bij de sportstoelen zijn de hoofdsteunen in de stoelleuningen geïntegreerd en kunnen niet in hoogte worden ingesteld noch worden verwijderd. Hoogte van de hoofdsteunen voorin instellen Afb.
  • Pagina 95 ATTENTIE Stoelverwarming en -ventilatie Bij beperkte pijn- en/of temperatuurwaarneming, bv. door medicijngebruik,  Inleiding voor het onderwerp door verlamming of door chronische ziekte (bv. diabetes), raden wij aan ge- heel af te zien van het gebruik van de stoelverwarming. Als u de stoelver- warming toch wilt gebruiken, adviseren wij bij langere ritten regelmatig een pauze in te lassen, zodat het lichaam zich kan herstellen van de belasting die tijdens het rijden ontstaat.
  • Pagina 96 Voorstoelen en zitplaatsen achterin met stoelverwarming Voorstoelen met stoelverwarming en -ventilatie Afb. 100 Stoelverwarming met maximumverwarmingsvermogen inge- Afb. 101 Verwarming ingeschakeld / koeling ingeschakeld / verwarming schakeld: Voorstoelen / zitplaatsen achterin en koeling gelijktijdig ingeschakeld  Lees en bekijk eerst op bladzijde 93.
  • Pagina 97 Was de stoelverwarming vóór het uitschakelen van het contact ingeschakeld, Verwarming in- en uitschakelen (geldt voor de Climatronic) › dan wordt de stoelverwarming door het indrukken van de toets  resp.  met De toets  op de Climatronic indrukken, aansluitend de functietoets maximaal verwarmingsvermogen ingeschakeld»...
  • Pagina 98 Tickethouder Praktische uitrustingen Interieuruitrusting Afb. 104 Tickethouder  Inleiding voor het onderwerp ATTENTIE Niets op het dashboard leggen. Daarop neergelegde voorwerpen zouden ■ tijdens het rijden kunnen verschuiven of vallen en uw aandacht van de ver- keerssituatie afleiden - gevaar voor ongevallen! Zorg ervoor, dat er tijdens het rijden geen voorwerpen in de bestuurders- ■...
  • Pagina 99  Lees en bekijk eerst op bladzijde 96. Opbergvakken in de portieren › Om te openen in pijlrichting op de rand drukken » afb. 107 - . › Om te sluiten in pijlrichting op de rand drukken » afb. 107 - .
  • Pagina 100  Lees en bekijk eerst op bladzijde 96. VOORZICHTIG Metalen voorwerpen tussen het vlak en de op te laden telefoon kunnen door ■ De USB-ingang (met  gemarkeerd) zit in het opbergvak in de middenconsole de inwerking van het inductieveld warm worden - gevaar voor beschadiging voorin en afhankelijk van de uitrusting ook achterin »...
  • Pagina 101 In de middelste houder kan een beker met een hand worden geopend door de beker in de houder te drukken en het deksel te verdraaien. Bekerhouder achterin In de bekerhouder kunnen twee bekers worden geplaatst » afb. 111. › Om te openen het deksel bij de uitsparing vastpakken en in pijlrichting tot de aanslag openklappen.
  • Pagina 102 De temperatuur van de in het opbergvak aangevoerde lucht is afhankelijk van Opbergvak onder de armsteun voorin de instelling van de airconditioning. Brillenvak Afb. 116 Brillenvak openen Afb. 114 Opbergvak openen / luchttoevoer bedienen  Lees en bekijk eerst op bladzijde 96. Afb.
  • Pagina 103 Opbergvak aan bijrijderszijde Opbergvak onder de bijrijdersstoel Afb. 118 Opbergvak openen  Lees en bekijk eerst op bladzijde 96. Afb. 117 Opbergvak openen / opbergvak sluiten en luchttoevoer bedie- › Om te openen de greep in pijlrichting trekken en het vak in pijlrichting openen »...
  • Pagina 104 Let op Opbergtassen aan de achterzijde van de voorstoelen Wij adviseren u, de paraplu uit het originele ŠKODA accessoireprogramma te gebruiken. Afb. 121 Opbergtassen Kledinghaken Afb. 120 Kledinghaak  Lees en bekijk eerst op bladzijde 96. De opbergtassen » afb. 121 zijn bedoeld voor het opbergen van bv.
  • Pagina 105 › Om te openen het deksel bij de uitsparing vastpakken en in pijlrichting tot Opbergvak in de middenconsole achterin de aanslag openklappen. › Om het vak te sluiten het deksel tegen de pijlrichting in dichtklappen. Afb. 123 Open opbergvak, afsluitbaar op- Skiluik bergvak openen ...
  • Pagina 106 ATTENTIE Uitneembare skizak Het totale gewicht van de vervoerde ski's mag niet meer dan 24 kg be- ■ dragen. De ski's en de zak altijd veilig opbergen en vastmaken - anders bestaat ■ gevaar voor verwondingen resp. ongevallen! VOORZICHTIG De skizak nooit vochtig opvouwen en opbergen - gevaar voor beschadiging van de skizak.
  • Pagina 107 Bij stilstaande motor en ingeschakelde verbruikers wordt de accu ontladen! ■ Voor het in- of uitschakelen van het contact en voor het starten van de mo- ■ tor de op de stopcontacten aangesloten apparaten uitschakelen - gevaar voor beschadiging van de apparaten door spanningspieken. 12 volt stopcontact in de middenconsole voorin Afb.
  • Pagina 108 ATTENTIE 230 volt stopcontact in de middenconsole achterin Let erop dat er geen vloeistof of vocht in het stopcontact terechtkomt - ■ levensgevaar! Als vocht in het stopcontact komt, moet het volledige stop- contact droog zijn voordat dit weer kan worden gebruikt. De kinderbeveiliging van het stopcontact wordt bij het gebruik van adap- ■...
  • Pagina 109  Lees en bekijk eerst op bladzijde 106. Asbakken › Om te gebruiken het betreffende opbergvak openen en de aansteker tot de aanslag indrukken » afb. 133. › Wachten, tot de gloeiende aansteker eruit springt, deze direct eruit nemen en gebruiken. ›...
  • Pagina 110 Achter de hoofdsteunen aanbrengen In het opbergvak in de armsteun achterin aanbrengen Afb. 134 Aanbrengen: Adapter / houder Afb. 136 Opbergvak openen / vak voor houder / houder verwijderen  Lees en bekijk eerst op bladzijde 107. › Om te plaatsen het deksel bij de uitsparing vastpakken en in pijlrichting openklappen »...
  • Pagina 111 Vervoeren van lading Afb. 138 Grootte van de houder aanpas- Bagageruimte en vervoeren van lading  Inleiding voor het onderwerp Bij het vervoeren van zware voorwerpen veranderen de rijeigenschappen door de verplaatsing van het zwaartepunt. Snelheid en rijstijl moeten hierop worden afgestemd.
  • Pagina 112 ATTENTIE (vervolg) Afb. 140 Een losse lading kan een activerende airbag raken en de inzittenden ver- ■ Bevestigingselementen: Variant wonden - levensgevaar! Bij het vervoeren van lading die vastgezet is in de vergrote bagageruimte, ■ die ontstaat door het naar voren klappen van rugleuning, moet beslist wor- den gelet op het waarborgen van de veiligheid van de persoon die op de resterende zitplaats achterin zit.
  • Pagina 113 Bagagenetten Uitklapbare haken Afb. 142 Haak omlaagklappen: Variant 1 / variant 2  Lees en bekijk eerst op bladzijde 109. Aan beide zijden van de bagageruimte bevinden zich uitklapbare haken voor het ophangen van kleinere bagagestukken (bv. tassen e.d.). › Om de haak te gebruiken, deze in pijlrichting omlaagklappen »...
  • Pagina 114 VOORZICHTIG Bagageruimteafdekking Voor variant 1 gelden de volgende aanwijzingen. De haak aan de bagageruimteafdekking is alleen bedoeld voor de bevestiging ■ van de bodembekleding, geen voorwerpen eraan ophangen - gevaar voor be- schadiging van de haak. De bodembekleding mag alleen bij geopende achterklep aan de haak worden ■...
  • Pagina 115 Inbouwen Oprolbare afdekking › Eerst de voorste steun en vervolgens de achterste steun in de uitspa- ring plaatsen » afb. 145. › Aan beide zijkanten op de bovenzijde van de afdekking bij de uitsparing drukken. De steunen moeten in de uitsparing aan beide zijden van de bagageruimte vastklikken.
  • Pagina 116 › De oprolbare afdekking in de verdiepingen van de zijbekleding in pijlrichting aanbrengen en in pijlrichting opbergen. › De linker zijafdekking tegen de pijlrichting in weer aanbrengen. › De zijvakken aan beide zijden van de wagen sluiten. › De variabele vloer van de bagageruimte in de bovenste stand uitklappen. ATTENTIE Op de oprolbare afdekking mogen geen voorwerpen worden geplaatst - gevaar voor beschadiging van de afdekking en bij een plotselinge remma-...
  • Pagina 117 Zijvakken en zijopbergvakken Cargo-elementen Afb. 149 Zijvak verwijderen / zijopbergvak openen Afb. 150 Cargo-elementen verwijderen: Variant 1 / variant 2  Lees en bekijk eerst op bladzijde 109. Aan de beide zijden van de bagageruimte zitten afhankelijk van de wagenuit- rusting zijvakken »...
  • Pagina 118 › De bodembekleding tegen de pijlrichting in terugklappen of van de haak ver- Opbergvakken onder de bodembekleding wijderen. Bij het vervoeren van hogere voorwerpen in de vakken moet de bodembekle- ding naar voren worden omgeklapt. Gebruik van de opbergvakken - variant 2 ›...
  • Pagina 119  Lees en bekijk eerst op bladzijde 109. Multifunctionele tas De multifunctionele tas (hierna tas) is bedoeld voor het opbergen van kleding- stukken en lichte voorwerpen zonder scherpe randen. De maximaal toelaatbare belasting van de multifunctionele tas bedraagt 3 kg. Eruit trekken en plaatsen ›...
  • Pagina 120 › De tas in pijlrichting in de verdiepingen van de zijbekleding aanbrengen en De lamp is voorzien van magneten. Daardoor kan deze bv. aan de wagencar- in pijlrichting opbergen. rosserie worden bevestigd. › De linker zijafdekking tegen de pijlrichting in weer aanbrengen. Beschrijving van de lamp »...
  • Pagina 121 › Voor een veilig gebruik van de wagen is een perfecte werking van de elektri- De laadvloer ter hoogte van de oprolbare bagageruimteafdekking in pijlrich- sche installatie absoluut noodzakelijk. Let erop dat deze bij de aanpassing en bij ting optillen tot u een klik hoort en naar voren drukken. het be- en ontladen van de laadruimte niet wordt beschadigd.
  • Pagina 122 Bagageruimte indelen Afb. 161 Bagageruimte met variabele ba- gageruimtevloer indelen › Om in te delen de variabele bagageruimtevloer aan greep optillen en de achterste rand van de variabele bagageruimtevloer in pijlrichting in de groe- Afb. 163 Correct vastgezet scheidingsnet achter de achterbank in uitge- schuiven »...
  • Pagina 123 Scheidingsnet achter de voorstoelen uittrekken en oprollen Vervoeren op de dakdragers De werkwijze is gelijk aan die achter de achterbank. Voor het uittrekken van het scheidingsnet moeten de achterbankleuningen naar voren worden geklapt. Na het oprollen van het scheidingsnet in de behuizing de achterbankleuningen terugklappen »...
  • Pagina 124 VOORZICHTIG Verwarming en ventilatie Let erop dat het schuif-kanteldak of de achterklep bij het openen niet tegen ■ de daklading stoot. Verwarming, handmatige airconditioning, Climatronic Let erop dat de dakantenne niet door de vervoerde lading wordt geraakt. ■  Inleiding voor het onderwerp Let op Wij adviseren om dakdragers uit het ŠKODA accessoireprogramma te gebrui- De verwarming verwarmt en ventileert het interieur van de wagen.
  • Pagina 125 Informatie over de koelfunctie Let op Na het indrukken van de toets  gaat het controlelampje onder de toets De luchtinlaat voor de voorruit moet vrij zijn van bv. ijs, sneeuw en bladeren, ■ branden, ook als niet aan alle voorwaarden voor de koelfunctie is voldaan. De zodat de verwarming en de koelfunctie optimaal kunnen werken.
  • Pagina 126 Circulatiefunctie in-/uitschakelen » pag. 126  Afb. 168 Intensieve luchtstroom naar de voorruit in-/uitschakelen (bij het inscha-  Bedieningselementen achterin kelen wordt ook de luchtstroom naar de ruiten  en  ingeschakeld) Achterruitverwarming in-/uitschakelen » pag. 82  Voorruitverwarming in-/uitschakelen »...
  • Pagina 127 Let op  Vergrendeling/ontgrendeling van de temperatuurinstelling en van het verwarmingsvermogen van de achterbankverwarming via de toetsen Om voldoende warmtecomfort te garanderen, kan tijdens de werking van de ■ achterin Climatronic onder omstandigheden het stationair toerental worden verhoogd. De instelling van de Climatronic wordt in het actieve gebruikersaccount indi- ■...
  • Pagina 128 ATTENTIE Circulatiefunctie De circulatiefunctie nooit langdurig ingeschakeld laten, want in dat geval  Lees en bekijk eerst op bladzijde 122. wordt geen frisse lucht van buiten toegevoerd. De "verbruikte" lucht kan vermoeidheidsverschijnselen bij de bestuurder en medepassagiers veroor- In de circulatiefunctie wordt voorkomen dat verontreinigde buitenlucht in het zaken, waardoor de oplettendheid vermindert.
  • Pagina 129 › Bij het openen van een portier of een ruit (eventueel het panorama-schuif-kan- Om te openen regelaar » afb. 171 resp. » afb. 172 omhoog draaien. › teldak) wordt op het infotainmentbeeldscherm de overeenkomstige melding Om te sluiten regelaar » afb. 171 resp.
  • Pagina 130  Lees en bekijk eerst op bladzijde 128. ATTENTIE De extra verwarming mag nooit in gesloten ruimtes (bv. garages) worden ■ Voorwaarden voor de werking van de interieurvoorverwarming. gebruikt - vergiftigingsgevaar! De ladingstoestand van de accu is voldoende.  De interieurvoorverwarming mag tijdens het tanken niet werken - brand- ■...
  • Pagina 131 Let op Bediening in het infotainment Bij het kiezen van de dag in de voorkeuzetijd is er tussen zondag en maandag ■ een positie waarbij geen dag wordt aangegeven. Als deze positie wordt gese- lecteerd, zal de wagen op het gekozen tijdstip rijklaar zijn, ongeacht de dag. Als een andere tijd wordt ingesteld, wordt de geactiveerde inschakeltijd au- ■...
  • Pagina 132 Weergave controlelampje Betekenis Het inschakelsignaal is niet ontvan- Knippert 2 seconden langzaam groen. gen. De interieurvoorverwarming is ge- blokkeerd, bv. omdat de brandstof- Knippert 2 seconden snel groen. tank bijna leeg is of de interieurvoor- verwarming een storing heeft. Het uitschakelsignaal is niet ontvan- Knippert 2 seconden rood.
  • Pagina 133 » afb. 176 of na het ingeven van het volgende adres in de webbrowser. ATTENTIE http://go.skoda.eu/infotainment Het infotainment alleen zo gebruiken, dat u in elke verkeerssituatie de ■ wagen volledig onder controle hebt (bv. tijdens het rijden geen tekstberich- Vanwege het grote aantal mobiele telefoons en de continue doorontwikkeling ten schrijven, de telefoon niet koppelen of verbinden, niet met de contac- van deze apparaten kan ŠKODA AUTO de compatibiliteit met het infotainment...
  • Pagina 134 Vanwege het grote aantal applicaties en de continue doorontwikkeling ervan, Beschrijving - infotainment Amundsen kunnen de beschikbare applicaties mogelijk niet op alle externe apparaten functioneren. ŠKODA AUTO kan de correcte werking hiervan niet zonder voorbehoud garanderen. Aan applicaties, het gebruik ervan en de benodigde dataverbinding kunnen kosten verbonden zijn.
  • Pagina 135 Beschrijving - infotainment Bolero Beschrijving - infotainment Swing Afb. 179 Infotainment Bolero Afb. 180 Infotainment Swing Draaiknop voor het in- en uitschakelen van het infotainment, instellen van Draaiknop voor het in- en uitschakelen van het infotainment, instellen van   het volume het volume Draaiknop voor oproepen en bevestigingen...
  • Pagina 136 De helderheid van het beeldscherm kan worden ingesteld » pag. 144 resp. Externe module » pag. 153. Geldt niet voor het infotainment Swing. VOORZICHTIG Het beeldscherm kan niet worden bediend met aangetrokken handschoenen ■ of door aanraking met de vingernagel. Ter bescherming van het beeldscherm kan een geschikte beschermfolie voor ■...
  • Pagina 137 Menu/menupunt/functie selecteren Infotainmentbediening Door een vingerbeweging over het beeldscherm in de gewenste richting. ▶ ▶ Door vingerbeweging over de schuifknop Infotainmentbediening ▶ Door draaien aan draaiknop  (geldt niet voor het infotainment Columbus). Bedieningsprincipes en beeldschermgedeelten Menu/menupunt/functie bevestigen Door de functietoets aan te tippen. ▶...
  • Pagina 138 Beschrijving van het alfanumerieke toetsenbord » afb. 185 Bediening van de menu's Invoerregel Contextafhankelijk: ▶  - Wisselen tussen hoofdletters en kleine letters en omgekeerd ▶  - Wisselen naar speciale tekens ▶  - Wisselen naar cijfers Contextafhankelijk: ▶ ...
  • Pagina 139 Gebarenbediening Infotainment in-/uitschakelen Geldt voor het infotainment Columbus. Geldt voor het infotainment Columbus › Om het infotainment in te schakelen op indrukken.  › Om het infotainment uit te schakelen op ingedrukt houden. Afb. 186  Voorbeeld van een me- Geldt voor het infotainment Amundsen, Bolero, Swing nu met gebarenbedie- ›...
  • Pagina 140 Geldt voor het infotainment Swing Elektronische spraakversterking voor bestuurder en bijrijder Voor het in-/uitschakelen van de tijd- en datumweergave de toets ▶  Geldt voor het infotainment Columbus, Amundsen, Bolero. drukken en vervolgens de functietoets Beeldscherm → Tijd weergeven in stand-by- modus aantippen.
  • Pagina 141 Overzicht van het infotainmentmenu In het hoofdbeeldscherm "HOME" bevinden zich drie vensters. Menu Radio » pag. 156  In het venster links » afb. 189 wordt altijd de navigatiekaart weergegeven. Menu Media » pag. 159 Door aantippen van het beeldscherm binnen dit venster wordt het hoofdmenu ...
  • Pagina 142 Met de configuratiehulp is het mogelijk de volgende menupunten na elkaar in Spraakbediening te stellen. Inleiding Betekenis van de gebruikersaccount voor de personalisering » pag. 60  Tijd- en datumformaat  Geldt voor het infotainment Columbus, Amundsen, Bolero. Opslaan van de radiozenders met het momenteel sterkste ontvangstsig- ...
  • Pagina 143 VOORZICHTIG Bedieningsprincipe De meldingen worden door het infotainment gegenereerd. Een perfecte ver- ■ staanbaarheid (bv. straat- of stadnaam) kan niet altijd worden gegarandeerd. Afb. 192 Voor enkele infotainmenttalen is de spraakbediening niet beschikbaar. Dit ■ Voorbeeld van de beeldscherm- wordt door het infotainment kenbaar gemaakt met een tekstmelding, die na weergave het instellen van de infotainmenttaal op het beeldscherm verschijnt.
  • Pagina 144 Er hoeft dus niet te worden gewacht tot het moment dat het spraakcomman- Spraakcommando's do door het infotainment wordt herkend. Ingeven Spraakcommando's die tijdens de spraakbediening altijd toepasbaar zijn De spraakcommando's kunnen alleen worden uitgesproken, wanneer op Spraakcommando Functie het infotainmentbeeldscherm het symbool weergegeven wordt en de in- ...
  • Pagina 145 ŠKODA-internetpagina's. Deze controle vindt plaats door het inlezen van de QR-code » afb. 193 of na het ingeven van het volgende adres in de webbrowser. http://go.skoda.eu/updateportal Geldt voor het infotainment Columbus, Amundsen, Bolero ▶ Voor de bepaling van de softwareversie het sensorveld en vervolgens ...
  • Pagina 146 CANTON optimalisatie - Instelling van de ruimteoptimalisatie van de klank ■ Infotainment-instellingen - Columbus, Amundsen, Bolero Alle - Voor het complete interieur geoptimaliseerde instelling ■ Voorin - Voor de voorstoelen geoptimaliseerde instelling ■ Infotainment-systeeminstellingen Bestuurder - Voor de bestuurder geoptimaliseerde instelling ■...
  • Pagina 147 Benaderingssensoren - In-/uitschakelen van de naderingssensoren (bij ingescha- In dit menu kan een toetsenbordtaalset worden toegevoegd, om hiermee het ■ kelde functie wordt bv. in het hoofdmenu Navigatie bij benadering van het ingeven van tekens van een andere dan de actueel ingestelde taal mogelijk te beeldscherm door een vinger de onderste balk met functietoetsen weerge- maken.
  • Pagina 148 Eindtoon spraakbediening - In-/uitschakelen van het akoestische signaal bij het WLAN - Lijst met beschikbare hotspots van de externe apparaten ■ ■ uitschakelen van de spraakbediening WLAN - In-/uitschakelen van WLAN van het infotainment ■ Ingavetoon in spraakdialoog - In-/uitschakelen van het akoestische signaal voor WPS snelverbinding (WPS-knop) - Opbouw van een beveiligde verbinding met ■...
  • Pagina 149 ■ ner worden opgevraagd of staat op de volgende ŠKODA-website. instelling Opslaan - Opslag van de parameters voor de netwerkinstelling http://go.skoda.eu/updateportal ■ Netwerkprovider: ... - Selectie van de netwerkprovider (het menupunt is zicht- ■ baar, wanneer de simkaart in de externe module of in het CarStick-apparaat...
  • Pagina 150 RDS regionaal: - In-/uitschakelen van het automatische zoeksysteem naar re- L-band ■ gionaal verwante zenders Voor de DAB-radio-ontvangst worden in diverse landen verschillende frequen- Vast - De gekozen regionale zender wordt continu vastgehouden . Bij het tiegebieden gebruikt. In enkele landen is de DAB-radio-ontvangst alleen op de ■...
  • Pagina 151 Afhankelijk van de geplaatste dvd verschijnen er enkele van de volgende me- Beltoon kiezen - Selecteren van de beltoon (afhankelijk van de aangesloten ■ nupunten. telefoon) Herinnering: mobiele telefoon niet vergeten - In-/uitschakelen van waarschuwing ■ Formaat: - Instelling van het beeldformaat van de beeldschermweergave ■...
  • Pagina 152 Sms-instellingen - Instelling van de tekstberichten van de simkaart die in de ex- Instellingen pincode - Instelling van de pincode van de in de externe module aan- ■ ■ ® terne module of in een met het infotainment via het Bluetooth -profiel rSAP gebrachte simkaart (geldt voor het infotainment Columbus met simkaarto- verbonden telefoon is aangebracht (geldt voor het infotainment Columbus...
  • Pagina 153 Dynamische route - In-/uitschakelen van de dynamische routewijziging op basis Instellingen verkeersstroom - Instellingen van de weergave van een door de onli- ■ ■ van TMC-verkeersmeldingen ne-verkeersinformatie ontvangen verkeersopstopping  Autosnelwegen mijden - In-/uitschakelen van het niet gebruiken van autosnel- Vrije rit weergeven - In-/uitschakelen van de weergave van routes met vrij ■...
  • Pagina 154 Informatie over het updaten van de navigatiegegevens kan bij een ŠKODA me (bv. radiovolume) bij navigatiemeldingen Partner worden opgevraagd of staat op de volgende ŠKODA-website. Navigatiemeldingen: - Keuze van de weergave van de navigatiemeldingen (geldt ■ http://go.skoda.eu/updateportal voor het infotainment Columbus) Uitgebreid - Alle navigatiemeldingen ■ Uitgebreide instellingen Verkort - Verkorte navigatiemeldingen ■...
  • Pagina 155 Touchscreen-geluid - In-/uitschakelen van het akoestische signaal bij het aanra- ■ Infotainment-instellingen - Swing ken van het beeldscherm Tijd weergeven in stand-bymodus - Tijd- en datumweergave op het beeldscherm ■ Infotainment-systeeminstellingen bij ingeschakeld contact en uitgeschakeld infotainment Geluidsinstellingen Tijd- en datuminstellingen ›...
  • Pagina 156 De informatie over de beschikbare software-updates kan bij een ŠKODA Part- aantippen. ner worden opgevraagd of staat op de volgende ŠKODA-website. In dit menu kunnen afzonderlijke of alle instellingen tegelijkertijd worden her- http://go.skoda.eu/infotainment steld. Instellingen van het menu Radio ®...
  • Pagina 157 Geheugen wissen - Wissen van de onder voorkeuzetoetsen opgeslagen zenders DAB-programmavolgsysteem ■ Uitgebreide instellingen - Aanvullende instellingen, die afhankelijk van het geko- Is een DAB-zender onderdeel van meerdere zendergroepen en is de actuele ■ zen frequentiebereik verschillend zijn (FM en DAB) zendergroep op een andere frequentie beschikbaar, dan wordt bij een slecht ontvangstsignaal automatisch dezelfde zender in een andere zendergroep ge- Uitgebreide instellingen (FM)
  • Pagina 158 Gebruikersprofiel - Instellingen van het gebruikersprofiel ■ Radio Favorieten beheren - Instelling van de functietoetsen voor favoriete contacten ■ Sorteren op: - Indeling van de telefooncontactenlijst ■ Bediening Naam - Indeling op contactachternaam ■ Voornaam - Indeling op contactvoornaam ■ Inleiding Cont.
  • Pagina 159 Lijst van beschikbare zenders Zender na elkaar kort afspelen (Scan)  De functie laat na elkaar alle te ontvangen zenders van het momenteel geko- Handmatig/halfautomatisch zenderzoeken  zen frequentiebereik gedurende enkele seconden horen. Radiotekstweergave / afbeeldingenpresentatie (DAB) (geldt niet voor het ...
  • Pagina 160 › Informatiesymbolen Voor het opslaan van een zender in de zenderlijst de functietoets van de gewenste zender vasthouden, de geheugengroep selecteren en de gewenste Symbool Betekenis voorkeuzetoets aantippen. Zender die onder een voorkeuzetoets is opgeslagen  Wordt een zender onder een reeds bezette voorkeuzetoets opgeslagen, dan Actueel opgeslagen zender ...
  • Pagina 161 Zenderlogo verwijderen Media › In het hoofdmenu Radio de functietoets  → Zenderlogo's aantippen. › De voorkeuzetoets aantippen waarvan men een logo wil verwijderen. Bediening › of: De functietoets  Alle aantippen om de logo's van alle voorkeuzezenders tegelijkertijd te wissen. Hoofdmenu ›...
  • Pagina 162 Albumoverzicht (geldt niet voor het infotainment Swing) Functie Handeling Door een vingerbeweging in het gedeelte » afb. 196 wordt een albumover- Aantippen van  (binnen 3 s na de zicht getoond » afb. 197. De beweging binnen het albumoverzicht vindt plaats start van de titelweergave) door een vinger over het beeldscherm naar rechts of links te bewegen.
  • Pagina 163 Actueel weergegeven titel / gestopte titelweergave    Functie Handeling De titel kan niet worden afgespeeld (door aantippen van de functietoets  Snel vooruitspoelen binnen de titel Ingedrukt houden van  wordt de oorzaak getoond). Weergeven van de volgende titel Aantippen van ...
  • Pagina 164 De cd-/dvd » afb. 200-opening zit in een externe module in het dashboardkas- Audiobronnen tje aan de bijrijderszijde. › Inleiding Voor het aanbrengen een cd/dvd, met de bedrukte zijde naar boven, zo ver in de cd-opening schuiven, tot deze automatisch naar binnen wordt getrokken. ›...
  • Pagina 165 Let op VOORZICHTIG Na het indrukken van de toets  duurt het enkele seconden, voor de cd/dvd Geen SD-kaarten met afgebroken schuif voor de schrijfbeveiliging gebruiken ■ ■ uitgeschoven wordt. - gevaar voor beschadiging van de SD-kaartlezer! Op slechte of onverharde wegen kan de weergave overspringen. Bij gebruik van SD-kaarten in een adapter kan de SD-kaart tijdens het rijden ■...
  • Pagina 166 VOORZICHTIG AUX-ingang Is met het infotainment een extern apparaat via Apple CarPlay of Android Auto Inbouwplaats van de AUX-ingang » pag. ® verbonden, dan is geen verbindingsopbouw via Bluetooth mogelijk. › Voor het aansluiten de stekker van de AUX-audiobron in de betreffende bus Jukebox steken.
  • Pagina 167 › Een extern apparaat, dat de DLNA-technologie (Digital Living Network Allian- Ondersteunde audiobestandsformaten ce) ondersteunt, met het WLAN van het infotainment verbinden » pag. 184. Codec-type Max. sam- › Bestands- Max. bi- Multika- Afspeel- Eventueel in het aangesloten apparaat de UPnP-applicatie (Universal Plug (bestandsfor- plingfre- uffix...
  • Pagina 168 Bestanden die via de DRM-techniek zijn beschermd, worden door het infotain- Ondersteunde audiobronnen en bestandsformaten - Swing ment niet afgespeeld. Ondersteunde audiobronnen Bestands- Bron Interface Type Specificatie systeem Standaard- SD-kaart SD-lezer SD, SDHC, SDXC formaat USB-stick; HDD (zonder speciale software); MSC-functie onder- USB 1.x;...
  • Pagina 169 Doorbladeren aansturen Afbeeldingen Functie Handeling Viewer Vingerbeweging over het beeldscherm naar Weergave van het volgende Hoofdmenu links (bij uitgangsweergave) beeld Aantippen van  Geldt voor het infotainment Columbus, Amundsen, Bolero. Vingerbeweging over het beeldscherm naar Weergave van het vorige Afb. 203 rechts (bij uitgangsweergave) beeld Afbeeldingen: Hoofdmenu...
  • Pagina 170 Ondersteunde afbeeldingbronnen en bestandsformaten Video-dvd Videospeler Ondersteunde afbeeldingbronnen Bestandssys- Hoofdmenu Bron Type Specificatie teem Geldt voor het infotainment Columbus. Standaardfor- SD-kaart SD, SDHC, SDXC FAT16 maat VFAT Afb. 204 USB-stick; USB 1.x; 2.x en 3.x FAT32 Video-dvd: Hoofdmenu HDD (zonder of hoger met de exFAT USB-apparaten...
  • Pagina 171 Functietoetsen op het bedieningspaneel Weergave aansturen Symbool Functie Functie Handeling  /  Verschuiven van bedieningspaneel naar links/rechts Afspelen/Pauze Aantippen van /  /  In-/uitschakelen van volledige beeldweergave van Aantippen van  binnen 3 s na de bedieningspaneel Weergave van de vorige video start van het afspelen Sluiten van bedieningspaneel ...
  • Pagina 172 Ondersteunde videobestandsformaten Media Command Codec-type Maximum aantal Bediening (bestandsfor- Bestandsuffix beelden per se- Max. resolutie maat) conde Inleiding MPEG-1 352 x 288 .mpeg Geldt voor het infotainment Columbus, Amundsen. MPEG-2 MPEG-4 .mp4 Afb. 206 QuickTime .mov Applicatie ŠKODA Media Com- 720 x 576 Matroska .mkv...
  • Pagina 173 VOORZICHTIG Bron selecteren en weergave aansturen Zijn meerdere apparaten via WLAN met het infotainment verbonden, dan be- › Voor de keuze van de weergavebron in het hoofdmenu de functietoets  staat het risico dat de kwaliteit van de WLAN-verbinding en zo doende ook de aantippen en de bron-tablet kiezen.
  • Pagina 174 Ondersteunde bestandsformaten Telefoon Besturingssysteem Besturingssysteem Inleidende informatie Type Formaat: Android Inleiding MPEG-4 Part 2   MPEG-4 Part 10 Geldt voor het infotainment Columbus, Amundsen, Bolero Video   (H264) ® Dit hoofdstuk behandelt de bediening van een telefoon die via Bluetooth het infotainment verbonden is en het gebruik van de simkaart in de externe XVID ...
  • Pagina 175 VOORZICHTIG Als een extern apparaat via Apple CarPlay met het infotainment wordt verbon- ® den, dan is het gebruik van de Bluetooth -verbinding niet mogelijk en is het menu Telefoon niet beschikbaar. Een eventuele dataverbinding via de simkaart blijft mogelijk »...
  • Pagina 176 Geldt voor het infotainment Amundsen, Bolero Hoofdmenu - Informatie en functietoetsen » afb. 208 Naam van de verbonden telefoon (door aantippen wordt de lijst met ge- Eerste apparaat (basistelefoon) Tweede apparaat (extra telefoon) koppelde telefoons weergegeven) HFP (binnenkomende/uitgaande op- Functietoetsen van favoriete contacten roepen), sms, HFP (binnenkomende oproepen), Keuze van geheugengroep voor favoriete contacten...
  • Pagina 177 Aanduiding van de draadloze laadfunctie van de telefoon » pag. 97 (geldt Inschakelen van de spraakbediening van de verbonden telefoon (bv. Siri,   voor het infotainment Columbus) Google Voice) De pincode van de simkaart die in de externe module of in een via het Instellingen van het menu Telefoon »...
  • Pagina 178 Beheer gekoppelde externe apparaten ® foons en beschikbare updates voor het Bluetooth van het infotainment wor- › den weergegeven. In het hoofdmenu Telefoon de functietoets  → Bluetooth → Gekoppelde appara- ten aantippen.  http://go.skoda.eu/infotainment Infotainment...
  • Pagina 179 ® In de lijst met gekoppelde externe apparaten kunnen bij de afzonderlijke exter- Indien reeds externe Bluetooth -apparaten met het infotainment zijn verbon- ® ne apparaten de volgende symbolen voor de Bluetooth -profielen verschijnen. den, worden door het infotainment tijdens de verbindingsprocedure meldingen en opties voor het mogelijke verbindingstype (bv.
  • Pagina 180 In-/uitschakelen Bij onvoldoende ingesteld netwerk vraagt het infotainment om een netwerkin- › In het hoofdmenu Telefoon de functietoets  → Telefooninterface "Business" stelling. aantippen. › De functietoets Instellingen netwerk aantippen. › De dataprovider kiezen. Simkaart insteken De simkaartopening bevindt zich in een externe module in het dashboardkastje Indien uw dataprovider niet beschikbaar is in de getoonde lijst, informeer dan aan bijrijderszijde.
  • Pagina 181 VOORZICHTIG Let op Bij het insteken van een simkaart met ongeschikt formaat bestaat de kans Als zich in de externe module een simkaart met actieve telefoondiensten be- ■ ■ dat het infotainment wordt beschadigd. vindt, dan is het mogelijk om de telefoon via het rSAP-profiel met het infotain- Geen simkaart met adapter gebruiken, de simkaart kan tijdens het rijden ment te verbinden.
  • Pagina 182 Indien bv. de cijfers 32 worden ingevoerd, dan worden naast het numerieke Functietoetsen toetsenbord de contacten met de letterreeks DA, FA, EB enz. weergegeven. Contact zoeken Keuze van een telefoonnummer in de lijst met telefooncontacten (indien Voicemailbox (geldt niet voor het infotainment Swing) een telefooncontact meerdere telefoonnummers bevat, wordt na de keu- ▶...
  • Pagina 183 Favoriet wissen Beheer voorkeurscontacten (favorieten) › In het hoofdmenu Telefoon de functietoets  → Gebruikersprofiel → Favorieten beheren aantippen. Afb. 213 › De gewenste functietoets van het favoriete contact aantippen en het wissen Favoriete contacten bevestigen. Alle favoriete contacten kunnen door het aantippen van de functietoets  Alle wissen / Alle en het bevestigen van het wissen worden gewist.
  • Pagina 184 › Bewerking van het telefoonnummer voordat het wordt gekozen (geldt Om de conferentie te starten resp. naar de conferentie terug te keren, de  niet voor het infotainment Swing) functietoets  aantippen. Weergave van de contactdetails » afb. 214 -  ...
  • Pagina 185 › › Eventueel kiezen of als bron van de tekstberichten de in de externe module De ontvanger van het bericht uit de getoonde contactenlijst selecteren of de gestoken simkaart of de telefoon (geldt voor het infotainment Columbus) functietoets  aantippen en het telefoonnummer ingeven. ›...
  • Pagina 186 Ontvangen tekstbericht Hotspot (WLAN) en dataverbinding Bij ontvangst van een nieuw bericht wordt naast de functietoets  het aantal Hotspot (WLAN) van de nieuw ontvangen berichten en tegelijk in de statusregel het symbool  weergegeven. Inleiding › Voor het openen van een lijst met ontvangen berichten in het hoofdmenu Geldt voor het infotainment Columbus, Amundsen.
  • Pagina 187 De functietoets Opslaan aantippen, om de ingestelde parameters van de info- Bij ingeschakelde WLAN-functie wordt een lijst met de beschikbare of eerder ▶ tainment-hotspot op te slaan. verbonden hotspots met de volgende informatie en functietoetsen weergege- » afb. 216. Verbinding maken Zoeken naar beschikbare hotspots ▶...
  • Pagina 188 › Verbinding met de hotspot beëindigen De ingegeven pincode bevestigen. Bij de gewenste hotspot (WLAN) het sensorveld en vervolgens de func- ▶  tietoets  → WLAN → WLAN → Wissen aantippen. › Wilt u de ingegeven pincode in het infotainmentgeheugen opslaan, dan moet u de functietoets ...
  • Pagina 189 Bij enkele aangesloten apparaten is het voor een probleemloze werking van ■ de SmartLink-functie nodig, dat het aangesloten apparaat gedurende de totale http://go.skoda.eu/connectivity-smartlink verbindingstijd "ontgrendeld" is. SmartLink biedt de mogelijkheid om gecertificeerde applicaties van een ex- tern, via USB aangesloten apparaat op het infotainmentbeeldscherm weer te Hoofdmenu geven en te bedienen.
  • Pagina 190 Hoofdmenu Het aansluiten van een extra telefoon en het gebruik van telefoondiensten van Functietoetsen » afb. 218 de in de externe module gestoken simkaart zijn tijdens de duur van de verbin- ding niet mogelijk. Beschikbare communicatiesystemen Actieve verbinding Een eventuele dataverbinding via de in de externe module gestoken simkaart blijft mogelijk »...
  • Pagina 191 Als naast de functietoets in het gedeelte het symbool  verschijnt, dan Hoofdmenu wordt door het opnieuw aantippen van deze functietoets een lijst met verdere applicaties getoond. Afb. 220 Apple CarPlay: Hoofdmenu Apple CarPlay Inleiding De Apple CarPlay-verbinding kan onder de volgende voorwaarden worden op- gebouwd.
  • Pagina 192 (geldt voor het infotainment Swing) ® over de MirrorLink -applicaties. ® Terugkeren naar het hoofdmenu MirrorLink  http://go.skoda.eu/connectivity Verbergen/weergeven van de functietoetsen (geldt voor het infotainment Hoofdmenu Amundsen, Bolero) De regelaar  indrukken. ▶ Afb. 222 Weergave van de actieve applicatie MirrorLink®: Hoofdmenu...
  • Pagina 193 ŠKODA One App applicatie. › Op de mobiele telefoon de ŠKODA OneApp applicatie starten. http://go.skoda.eu/skodaoneapp Verbinding verbreken Voor de volledige werking van de ŠKODA OneApp applicatie moet de data- De verbinding kan op een van de volgende manieren worden verbroken.
  • Pagina 194 › Het contact gedurende meer dan 5 s uitschakelen (bij wagens met een start- Navigatie knop de motor afzetten en het bestuurdersportier openen). › De verbinding in de ŠKODA OneApp applicatie beëindigen. Inleidende informatie › De mobiele telefoon losmaken van de USB-ingang resp. de WLAN-verbin- ding beëindigen.
  • Pagina 195 Partner worden opgevraagd of staat op de volgende ŠKODA-website. Favorieten - Import van de navigatiebestanden van bepaalde landen/regio's ■ (geldt voor het infotainment Columbus) http://go.skoda.eu/updateportal POI - Import van de in het gebruikersprofiel op de ŠKODA Connect Portal ■ Navigatiegegevens online updaten aangemaakte categorieën bijzondere reisdoelen...
  • Pagina 196 Weergave van de volume-instelling voor de navigatiemeldingen / herhaling  Hoofdmenu van de navigatiemelding » pag. 208 Instellingen van de Navigatie » pag. 150  Afb. 224 Navigatie: Hoofdmenu Kaart Afb. 225 Kaartbeschrijving › Voor de weergave het sensorveld aantippen. ...
  • Pagina 197 ™ Extra venster Google Earth -online-kaart Geldt voor het infotainment Columbus. Afb. 226 Splitscreen Afb. 227 Google Earth™-kaart › Voor het in-/uitschakelen in het menu Navigatie de functietoets  → Split- screen aantippen. ™ Op de Google Earth -kaart wordt de kaart met de van het internet gedown- ›...
  • Pagina 198 Beschrijving van de functietoetsen » afb. 228 resp. » afb. 229 Reisdoel zoeken en invoeren Invoerregel Reisdoel/bijzonder reisdoel zoeken Afhankelijk van de zoekmodus worden de volgende symbolen weergege-  - Weergave van de in de navigatiedatabase opgezochte reisdoelen  - Weergave van de online opgezochte reisdoelen ...
  • Pagina 199 Lijst met gevonden reisdoelen Lijst met gevonden plaatsen In de lijst met gevonden reisdoelen worden maximaal 6 reisdoelen, met een Het is mogelijk dat tijdens het ingeven van een plaatsnaam automatisch een letter gemarkeerd, getoond. kaart met een lijst van plaatsen met dezelfde naam wordt aangegeven »...
  • Pagina 200 › Er vindt een routegeleiding plaats - in het hoofdmenu Navigatie de functie- Invoegen van het geselecteerde punt als volgende reisdoel in de actuele  toets  → Reisdoel noemen aantippen. routegeleiding › Vervolgens de functietoets  → » afb. 228 op pag.
  • Pagina 201 › De functietoets van de gewenste categorie aantippen. Laatste reisdoelen in het menu voor het zoeken van reisdoelen/bijzondere › of: Het sensorveld en vervolgens de functietoets  →  resp.  aantip- reisdoelen  pen. In het menu voor het zoeken naar reisdoelen in het gebied »...
  • Pagina 202 Functietoetsen van de lijst met opgeslagen reisdoelen Thuisadres Zoeken - Zoeken op naam reisdoel (de functietoets wordt weergegeven, indien Thuisadres vastleggen meerdere vermeldingen op de volgende pagina van de lijst aanwezig zijn) Bij een niet ingevuld thuisadres als volgt handelen. - Weergave van reisdoeldetails »...
  • Pagina 203 "MyDestination" weergegeven. http://go.skoda.eu/my-destination Categorie bijzondere reisdoelen op de kaart weergeven › In het hoofdmenu Navigatie de functietoets  → Kaart → Categorieën voor bijzon- De toegang tot de ŠKODA Connect Portal is te vinden op de ŠKODA Connect...
  • Pagina 204 In het gebruikersprofiel op de "ŠKODA Connect Portal" In het gebruikersprofiel op de "ŠKODA Connect Portal" aangemaakte categorieën bijzondere reisdoelen aangemaakte reisdoelen De in het gebruikersprofiel op de ŠKODA Connect Portal aangemaakte cate- De in het gebruikersprofiel op de ŠKODA Connect Portal of in de ŠKODA gorieën bijzondere reisdoelen kunnen in het infotainmentgeheugen worden Connect applicatie aangemaakte reisdoelen kunnen in het infotainmentgeheu- geïmporteerd.
  • Pagina 205 De volgende functietoetsen worden weergegeven » afb. 239. Afbeelding met GPS-coördinaten 2D - tweedimensionale kaartweergave  3D - driedimensionale kaartweergave  Afb. 238 Weergave van de route vanaf de actuele wagenpositie tot aan het reisdoel Afbeelding met GPS-coördina-  Weergave van de positie van het reisdoel resp. van de volgende tussen- ...
  • Pagina 206 » afb. 240 worden functietoetsen voor wijziging van de kaartschaal Een wijziging van de kaartrichting is onder de volgende voorwaarden mogelijk. weergegeven. De kaart bevindt zich in de 2D-weergave.  Manieren om de kaartschaal handmatig te wijzigen De kaart is gecentreerd (de functietoets /  wordt niet weergegeven). ...
  • Pagina 207 › Om de weer te geven bijzondere reisdoelen te selecteren, in het hoofdme- Centrering op de wagenpositie (in de 2D- of 3D-kaartweergave)  nu Navigatie de functietoets  → Kaart → Categorieën voor bijzondere reisdoelen Centrering op de reisdoelpositie (in de reisdoelpositieweergave) kiezen aantippen en de gewenste categorieën (maximaal 10) kiezen.
  • Pagina 208 Start/stop van de routegeleiding. VOORZICHTIG ▶ Zoeken naar een reisdoel in de buurt » pag. 196. ▶ De gegeven navigatiemeldingen kunnen van de actuele situatie afwijken (bv. ▶ Instelling van de routeopties. door verouderde navigatiegegevens). ▶ Reisdoel opslaan. ▶ Bewerking van het reisdoel (het reisdoel kan worden gewist, hernoemd of als Reisdoeldetails favoriet worden opgeslagen).
  • Pagina 209 › Gebruik van een provinciale tolweg Het startpunt van de Demo-modus kan ook worden ingesteld zolang de de-  momodus ingeschakeld is, door het gewenste kaartpunt aan te tippen en het Gebruik van een vignetplichtige provinciale weg  menupunt Startpunt demomodus bepalen te selecteren »...
  • Pagina 210 Let op Navigatiemeldingen De routegeleiding op de meestgebruikte route vindt plaats zonder navigatie- Het infotainment geeft tijdens de routegeleiding navigatiemeldingen. meldingen. De navigatiemeldingen worden door het infotainment gegenereerd. Een per- Beëindigen van de routegeleiding fecte verstaanbaarheid van de melding (bv. straat- of stadnaam) kan niet altijd worden gegarandeerd.
  • Pagina 211 Tijdens de routegeleiding kan het routeplan (informatie over de actuele route) Reisdoel aan de route toevoegen worden weergegeven. de functietoets Reisdoel noemen aantippen en een nieuw reisdoel invoe- ▶ ren. › In het hoofdmenu Navigatie de functietoets  → Routeplan aantippen. ▶...
  • Pagina 212 Omleidingspunt invoegen Routeimport › In het hoofdmenu Navigatie de functietoets  → Route op kaart wijzigen aantip- Voorwaarde voor de import van de route zijn de geactiveerde Infotainment pen. Online » pag. 11 diensten. › Het beeldscherm op de route aanraken en het kruispunt naar de gewenste Een in het gebruikersprofiel op de internetsite ŠKODA Connect Portal opge- plaats op de kaart (bv.
  • Pagina 213 Beschrijving van de functietoetsen » afb. 249 Wegpuntmodus Contextafhankelijk:  Inleiding ▶ Er vindt geen routegeleiding plaats - Opnemen van een wegpuntenrit starten / Beheer opgeslagen wegpuntenritten tonen / Menu verlaten Geldt voor het infotainment Columbus. Er wordt een wegpuntenrit opgenomen - Opnemen van een wegpun- ▶...
  • Pagina 214 Automatisch geplaatste wegpunten Rit omkeren - De volgorde van de wegpunten omdraaien (geschikt voor het rij- ■ den van de wegpuntenrit in omgekeerde richting) Handmatig geplaatste wegpunten Volgend wegpunt - Het volgende wegpunt overslaan ■ Splitscreen Wegpuntenrit met het aantal reeds geplaatste wegpunten/het Starten - Routegeleiding starten ■...
  • Pagina 215 › De gewenste wegpuntenrit en vervolgens een van de volgende menupunten TMC-verkeersmelding (bij doorgestreept symbool bevindt het infotain-  kiezen. ment zich buiten het bereik van verkeersmeldingenaanbieders) Online-verkeersmelding  Opslaan van de wegpuntenrit op de SD-kaart  Wissen van de wegpuntenrit Weergaveopties ...
  • Pagina 216 Actualisering De functie van de dynamische route is ingeschakeld.  De lijst met verkeersmeldingen wordt door het infotainment automatisch con- De in de verkeersmelding aanwezige verkeersopstopping bevindt zich op  tinu geactualiseerd. de route. De verkeersopstopping wordt door het infotainment als zeer belangrijk ...
  • Pagina 217 Bediening van de stuurwielverwarming  Wagensystemen Instellingen van de wagensystemen  CAR - wageninstellingen Inleiding In het menu CAR kunnen ritgegevens en wageninformatie worden getoond en enkele wagensystemen worden ingesteld. Op fabrieksinstellingen terugzetten Het terugzetten op de fabrieksinstellingen kan in het infotainment in het menu / ...
  • Pagina 218 Let op Rijden De motor niet bij stilstand laten warmdraaien. Zo mogelijk direct na het starten van de motor wegrijden. Daardoor bereikt de motor sneller zijn bedrijfstempe- Wegrijden en rijden ratuur. Motor starten en afzetten Elektronische wegrijblokkering en stuurslot  Inleiding voor het onderwerp ...
  • Pagina 219 › Bij wagens met automatische versnellingsbak de keuzehendel in stand P of Contact in-/uitschakelen N zetten » en het rempedaal intrappen en ingetrapt houden, tot de motor is aangeslagen. Motor starten › Bij wagens met contactslot de sleutel in stand draaien »...
  • Pagina 220 Als het systeem herkent dat bij het stoppen (bv. bij een verkeerslicht) het Let op draaien van de motor niet nodig is, wordt de motor afgezet en voor het wegrij- Na het starten van een koude motor kan er korte tijd meer motorgeluid te ■...
  • Pagina 221 Voorwaarden voor de systeemfunctie Let op Voor een correcte systeemfunctie dient aan de volgende voorwaarden te wor- Als bij automatisch afgezette motor gedurende langer dan 30 seconden de ■ den voldaan. bestuurdersgordel is losgemaakt of het bestuurdersportier wordt geopend, Het bestuurdersportier is gesloten. moet de motor handmatig worden gestart.
  • Pagina 222 ATTENTIE Remmen en parkeren Wanneer de motor is afgezet is meer kracht nodig om te remmen - ge- ■  Inleiding voor het onderwerp vaar voor ongevallen! Tijdens het remmen met een wagen met schakelbak, ingeschakelde ver- ■ snelling en in een laag toerentalbereik, moet het koppelingspedaal worden De slijtage van de remmen is afhankelijk van de gebruiksomstandigheden en ingetrapt.
  • Pagina 223 Het symbool in de knop en het controlelampje in het instrumentenpaneel   gaan uit. Noodremfunctie Als tijdens het rijden een storing in het remsysteem optreedt, dan kan de par- keerrem als noodrem worden gebruikt » › In pijlrichting aan de knop  trekken »...
  • Pagina 224 Activering/deactivering Auto Hold-functie De activering/deactivering van het systeem gebeurt met de knop  » afb. 261. Bij een geactiveerd systeem brandt in de toets het symbool . Afb. 261 Toets van Auto Hold-functie Na het uit- en inschakelen van het contact blijft het systeem, afhankelijk van de laatste instelling, geactiveerd resp.
  • Pagina 225 Als de parkeerrem op een helling met te grote hellingshoek wordt ingescha- Het koppelingspedaal bij het schakelen altijd volledig intrappen. Daardoor keld, dan verschijnt op het display in het instrumentenpaneel de volgende mel- wordt een overmatige slijtage van de koppeling vermeden. ding: Een parkeerplaats met een kleinere hellingshoek zoeken.
  • Pagina 226 Automatische versnellingsbak Keuzehendelstand kiezen  Inleiding voor het onderwerp Afb. 263 Keuzehendelstanden / display- De automatische versnellingsbak schakelt automatisch, afhankelijk van de mo- weergave torbelasting, de bediening van het gaspedaal, de rijsnelheid en de gekozen rij- modus. De standen van de automatische versnellingsbak worden met de keuzehendel ingesteld.
  • Pagina 227 De vooruitversnellingen worden in stand E bij lagere motortoerentallen dan in Let op stand D automatisch geschakeld. Indien men de keuzehendel vanuit stand P in stand D/S of omgekeerd wil zet- ten, dient de keuzehendel vlot te worden bewogen. Hierdoor wordt voorko- Keuzehendelvergrendeling men dat stand R resp.
  • Pagina 228 › De actueel ingeschakelde versnelling wordt op het display » afb. 263 op pag. Het gaspedaal met de rechtervoet volledig intrappen. › 224 weergegeven. Het rempedaal loslaten - de wagen rijdt met maximale acceleratie weg. Bij het schakelen op het schakeladvies letten »...
  • Pagina 229 Volgas en hoge snelheden voorkomen. Staafdiagram ▶ Stationair draaien verminderen. Des te hoger de groene staaf wordt, des te zuiniger is de rijstijl. Elke staaf ▶ ▶ Korte ritten vermijden. geeft de rijzuinigheid in stappen van 5 seconden weer, de actuele staaf staat ▶...
  • Pagina 230 Wanneer het systeem vaststelt dat het mogelijk is de luchtstroming door de VOORZICHTIG radiateur te verminderen, sluit het de jalouzieën. Hierdoor wordt de luchtweer- Op de bodemvrijheid van de wagen letten! Bij het rijden over objecten die ho- ■ stand van de wagen verlaagd. ger zijn dan de bodemvrijheid kunnen deze de wagen beschadigen.
  • Pagina 231 De sensor maakt onderdeel uit van het ACC-systeem » pag. 250 en Front As- Hulpsystemen sist » pag. 255. Algemene aanwijzingen De werking van de sensor kan in een van de volgende situaties beperkt of he- lemaal niet beschikbaar zijn. ...
  • Pagina 232 Bij het activeren gaat het controlelampje in het instrumentenpaneel bran- ATTENTIE  den en wordt op het display van het instrumentenpaneel een overeenkomstige De algemene aanwijzingen m.b.t. het gebruik van de hulpsystemen dienen melding weergegeven. in acht te worden genomen »...
  • Pagina 233 Tractiecontrole (ASR) Elektronisch sperdifferentieel (EDS en XDS)   Lees en bekijk eerst op bladzijde 230. Lees en bekijk eerst op bladzijde 230. De ASR voorkomt het doordraaien van de wielen van de aangedreven as. De Het EDS voorkomt het doordraaien van het betreffende wiel van de aangedre- ASR beperkt bij doordraaiende wielen de aandrijfkracht die op de wielen wordt ven as.
  • Pagina 234 Voor een correcte werking van de TSA-functie dient aan de volgende voor- Bergwegrijhulp (HHC) waarden te worden voldaan.  Lees en bekijk eerst op bladzijde 230. De trekhaak is af fabriek gemonteerd of aangeschaft uit het originele  ŠKODA accessoireprogramma. Met de HHC is het mogelijk bij het wegrijden op hellingen de voet van het De aanhangwagen is via het stopcontact voor de aanhangwagen elektrisch ...
  • Pagina 235 VOORZICHTIG Werking De systeemsensoren » afb. 270 op pag. 233 schoon en sneeuw- en ijsvrij ■ houden en niet met voorwerpen afdekken, anders kan de systeemfunctie be- perkt zijn. Bij ongunstige weersomstandigheden (stortregen, mist, zeer lage resp. hoge ■ temperaturen e.d.) kan de werking van het systeem beperkt zijn - "onjuiste ob- stakelherkenning".
  • Pagina 236 Globaal bereik van de sensoren (in cm) Weergave op het infotainmentbeeldscherm Variant 1 Variant 2 Variant 3 Gebied » afb. 271 (4 sensoren) (8 sensoren) (12 sensoren) Afb. 272 Schermweergave Akoestische signalen Met de vermindering van de afstand tot het obstakel wordt het interval tussen ...
  • Pagina 237 Let op Activering/deactivering Het systeem kan met de toets  alleen bij een snelheid onder 15 km/h worden geactiveerd. Afb. 273 Systeemtoets (variant 2 en 3) Automatische systeemactivering bij vooruitrijden Afb. 274 Infotainmentbeeldscherm: Weergave bij automatische acti- vering  Lees en bekijk eerst op bladzijde 232.
  • Pagina 238 Deactivering/activering ATTENTIE De remfunctie kan in het infotainment in het menu Parkeren en manoeuvreren De algemene aanwijzingen m.b.t. het gebruik van de hulpsystemen dienen worden gedeactiveerd/geactiveerd » pag. 233. in acht te worden genomen » pag. 229, in alinea Inleiding voor het onder- werp.
  • Pagina 239 Uitparkeerhulp - werking Assistent voor "dodehoek"-bewaking - werking  Lees en bekijk eerst op bladzijde 236. Bij een snelheid boven 15 km/h wordt het gebied naast en achter de wagen door het systeem bewaakt. Tegelijkertijd worden de afstand en het snelheids- verschil tussen uw wagen en de andere wagens in het gecontroleerde gebied gemeten.
  • Pagina 240 Let op De helderheid van het controlelampje is afhankelijk van de instelling van de  wagenverlichting. Bij ingeschakeld dim- of grootlicht is de helderheid van het controlelampje minder. Activering/deactivering  Lees en bekijk eerst op bladzijde 236. De activering resp. deactivering van de systemen kan op een van de volgende manieren plaatsvinden: Afb.
  • Pagina 241 Systeemstoring Let op Bij een systeemstoring verschijnt een storingmelding. De hulp van een specia- De camera kan met een reinigingssysteem zijn uitgerust » pag. 84. Het be- list inroepen. sproeien volgt automatisch samen met het besproeien van de achterruit. Achteruitrijcamera Werking ...
  • Pagina 242  Lees en bekijk eerst op bladzijde 239. Activering/deactivering De mogelijkheid bestaat, met de functietoetsen tussen de parkeer- en ma- Afb. 280 noeuvreermodus te wisselen en bepaalde instellingen uit te voeren. Toets voor activering/deactive- Functietoetsen » afb. 281 ring Uitschakelen van de weergave van het gebied achter de wagen Modus - haaks inparkeren Modus - fileparkeren Modus - naderen van een aanhangwagen / afstandscontrole...
  • Pagina 243 › De afstand tussen de zijlijnen komt ongeveer overeen met de wagenbreedte Uiterlijk wanneer de rode lijn de achterste begrenzing van de parkeerruimte incl. de buitenspiegels. (bv. stoeprand) raakt, de wagen stoppen. Rijbaan Modus - fileparkeren De rijbaanlijnen » afb. 282 wijzigen afhankelijk van de stuurinslag en tonen de rijbaan die de wagen met de actuele stuurstand zal gaan rijden.
  • Pagina 244 Wordt tijdens het achteruitrijden de stuurinslag gecorrigeerd, dan verschijnt Wagens met trekhaak de rode lijn (vereiste rijbaanrichting). Is de wagen af fabriek van een trekhaak voorzien, ondersteunt deze modus de bestuurder bij het naderen door de wagen van een aanhangwagendissel. ›...
  • Pagina 245 Het inparkeersysteem is een uitbreiding van de parkeerhulp » pag. 232 Werking werkt op basis van de door de ultrasoonsensoren geregistreerde gegevens. Om deze reden moet ook het hoofdstuk over de parkeerhulp zorgvuldig Afb. 286 worden gelezen en de daarin vermelde veiligheidsaanwijzingen worden op- Systeemtoets gevolgd.
  • Pagina 246 Er wordt niet door de ASR ingegrepen.  Parkeermodus wisselen Op het stopcontact voor de aanhangwagen is geen aanhangwagen of een  andere accessoire aangesloten. Activering/deactivering Het systeem kan door het indrukken van toets  worden geactiveerd/gedeac- tiveerd » afb. 286.
  • Pagina 247 › Verder naar voren rijden, tot op het display de weergave -  verschijnt. Inparkeren › Stoppen en erop letten dat de wagen tot het begin van de inparkeerma- noeuvre niet meer vooruit beweegt. › De achteruitversnelling inschakelen resp. de keuzehendel in stand R zetten. ›...
  • Pagina 248 › De achteruitversnelling inschakelen resp. de keuzehendel in stand R zetten. Vooruit inparkeren De verdere procedure is identiek aan die bij het achteruit inparkeren. Afb. 290 › De op het display weergegeven systeemaanwijzingen opvolgen. In een haakse parkeerruimte vooruit inparkeren: Dis- Zodra de parkeermanoeuvre is beëindigd, klinkt er een geluidssignaal en ver- playweergave schijnt op het display de betreffende melding.
  • Pagina 249 Systeem niet beschikbaar Is het systeem niet beschikbaar, omdat er sprake is van een storing aan de wa- gen, dan verschijnt er een melding over de onbeschikbaarheid. De hulp van een specialist inroepen. Systeemstoring Bij een systeemstoring verschijnt een storingmelding. De hulp van een specia- list inroepen.
  • Pagina 250 Let op Beschrijving van de bediening Tijdens de regeling kan de snelheid door het bedienen van het gaspedaal ■ worden verhoogd. Na het loslaten van het gaspedaal daalt de snelheid tot de Afb. 293 opgeslagen waarde. Bedieningselementen van het Door het indrukken van de toets »...
  • Pagina 251 Bedieningsbeschrijving - variant met SRS Afb. 296 Bedieningselementen van de snelheidsbegrenzer (variant met SRS) Afb. 295 Segmentdisplay: Voorbeelden van statusindicaties van de snel- heidsbegrenzer  Lees en bekijk eerst op bladzijde 248.  Lees en bekijk eerst op bladzijde 248. Overzicht van de bedieningselementen van de snelheidsbegrenzer »...
  • Pagina 252 Bedieningsbeschrijving - variant met ACC Automatische afstandsregeling (ACC)  Inleiding voor het onderwerp De automatische afstandsregeling (hierna ACC) houdt de ingestelde snelheid resp. afstand ten opzichte van voorliggers aan zonder dat het gaspedaal of het rempedaal hoeft te worden bediend. Het gebied voor de wagen en de afstand tot de voor u rijdende voertuigen wordt door een radarsenor bewaakt »...
  • Pagina 253 Let op De ACC is met name bedoeld voor gebruik op snelwegen. ■ De ACC vermindert de snelheid door automatisch het gas los te laten resp. ■ met een remingreep. Indien een automatische snelheidsvermindering met een remingreep plaatsvindt, gaat het remlicht branden. Bij het uitvallen van meer dan één remlicht van de wagen of van een aange- ■...
  • Pagina 254 Aanwijzing voor snelheidsverlaging Bedieningsoverzicht Als de vertraging van de ACC met betrekking tot een voorligger niet voldoen- de is, gaat in het instrumentenpaneel het controlelampje branden en op het  display verschijnt de melding, om het rempedaal te bedienen. Regeling overeenkomstig het voertuig op de naastgelegen rijstrook Tijdens de regeling kan uw wagen overeenkomstig het voertuig op de naast- gelegen rijstrook worden geregeld.
  • Pagina 255 Let op Regeling starten De regeling wordt eveneens onderbroken als het koppelingspedaal langer dan  Lees en bekijk eerst op bladzijde 250. 30 s wordt ingetrapt of de ASR wordt gedeactiveerd. Basisvoorwaarden voor het starten van de regeling Gewenste snelheid instellen/wijzigen De ACC is geactiveerd.
  • Pagina 256 Afstandsniveau instellen  Lees en bekijk eerst op bladzijde 250. Het afstandsniveau ten opzichte van de voorligger kan met de hendel » afb. op pag. 252 of in het infotainment » pag. 251, Instellingen in het infotain- ment worden ingesteld. Instelling met de hendel ›...
  • Pagina 257 ACC-storing Inhalen en rijden met aanhangwagen Bij een ACC-storing verschijnt een storingmelding. De hulp van een specialist  Lees en bekijk eerst op bladzijde 250. inroepen. Bij het inhalen Front Assist Indien de eigen wagen met een lagere dan de opgeslagen snelheid wordt gere- geld en het knipperlicht wordt bediend, beoordeelt de ACC dit als de start van ...
  • Pagina 258  Voorwaarschuwing (variant 2) - Activering/deactivering en instelling van de af- Lees en bekijk eerst op bladzijde 255. ■ standsstap, waarbij er wordt gewaarschuwd De weergave van de afstandswaarschuwing gebeurt bij wagens met het MAXI Afstandswaarschuwing weergeven - Activering/deactivering van de afstands- ■...
  • Pagina 259 De voorwaarschuwingsweergave kan in de volgende situaties plaatsvinden: Deactivering/activering Bij aanrijdingsgevaar met een bewegend obstakel in een rijsnelheidsbereik ▶ van circa 30 km/h tot 210 km/h. ▶ Bij het gevaar van een aanrijding met een stilstaand obstakel in een snel- heidsbereik van circa 30 km/h tot 85 km/h.
  • Pagina 260 Deactivering/activering en instelling in infotainment Keuze van de rijmodus (Driving Mode Selection) In het infotainment kunnen het complete systeem resp. de functie voorwaar- schuwing en afstandswaarschuwing worden gedeactiveerd/geactiveerd » pag.  Inleiding voor het onderwerp 255, Instellingen in het infotainment. Door het selecteren van de rijmodus kan het rijgedrag aan de gewenste rijstijl Indien de functie afstandswaarschuwing voor het uitschakelen van het contact worden aangepast.
  • Pagina 261 Indien het start-stopsysteem handmatig is gedeactiveerd » pag. 219, wordt de- ze automatisch geactiveerd. De DCC stelt het onderstel voor de sportieve rijstijl in. De automatische versnellingsbak wordt automatisch in de modus E gezet Stuurinrichting » pag. 224. De stuurbekrachtiging wordt iets verminderd, voor het sturen is meer kracht nodig.
  • Pagina 262 Moduskeuze en infotainmentweergave Instellingen van de modus Individual  Lees en bekijk eerst op bladzijde 258. In de modus Individual kunnen de volgende menupunten worden ingesteld: DCC: - Instelling van de schokdemperkarakteristiek ■ Stuurinrichting: - Instelling van de karakteristiek van de stuurbekrachtiging ■...
  • Pagina 263 Werking Rijstrookassistent (Lane Assist)  Lees en bekijk eerst op bladzijde 260.  Inleiding voor het onderwerp In kritische rijsituaties (bv. bij een noodstop of een plotselinge verandering van Afb. 307 rijrichting) kunnen de volgende maatregelen afzonderlijk of tegelijkertijd Sensor voor Lane Assist plaatsvinden om het risico van ernstig letsel te verminderen.
  • Pagina 264 ATTENTIE (vervolg) De sensor wordt door de zon of het tegemoetkomend verkeer verblind. ■ Het zichtbereik van de sensor wordt beperkt door een obstakel of een ■ voorligger. VOORZICHTIG Geen stickers en dergelijke voor de sensor op de voorruit plakken, om de werking van het systeem niet te belemmeren.
  • Pagina 265 Adaptieve rijstrookgeleiding Storingen De adaptieve rijstrookgeleiding helpt met behulp van stuuringrepen de door de  Lees en bekijk eerst op bladzijde 261. bestuurder gekozen positie tussen de herkende begrenzingslijnen vast te hou- den. Is het systeem om een onbekende reden niet beschikbaar, dan wordt op het Indien de positie op de rijstrook wordt gewijzigd, past het systeem zich binnen display in het instrumentenpaneel een overeenkomstige melding weergege- zeer korte tijd aan en houdt de nieuw gekozen positie vast.
  • Pagina 266 Werking Werking   Lees en bekijk eerst op bladzijde 263. Lees en bekijk eerst op bladzijde 264. De filehulp (hierna systeem) helpt bij snelheden onder 65 km/h, de wagen bin- Het hulpsysteem voor noodsituaties (hierna systeem) herkent de inactiviteit nen de rijstrook te houden en tegelijk de afstand tot de voorligger aan te hou- van de bestuurder, die bv.
  • Pagina 267 Verkeersbordherkenning Instellingen in het infotainment  Lees en bekijk eerst op bladzijde 265.  Inleiding voor het onderwerp › In het infotainment in het menu /  de functietoets  → Bestuurdershulp-  De verkeerstekenherkenning (hierna systeem) toont bepaalde verkeerstekens syst.
  • Pagina 268 Modus voor aanhangwagengebruik Bij wagens met af fabriek ingebouwde trekhaak is het mogelijk, in het infotain- ment de weergave van verkeerstekens geldig voor het rijden met aanhangwa- gen, te activeren resp. deactiveren en de maximumsnelheid voor het rijden met aanhangwagen in te stellen »...
  • Pagina 269 Sensor verontreinigd/afgedekt ATTENTIE Wanneer een aanwijzing m.b.t. het reinigen van de voorruit verschijnt, de voor- De algemene aanwijzingen m.b.t. het gebruik van de hulpsystemen dienen ■ ruit reinigen resp. het obstakel uit het sensorgebied verwijderen. in acht te worden genomen »...
  • Pagina 270 Een melding op het beeldscherm informeert over het opslaan van de banden- ATTENTIE spanningswaarden. De algemene aanwijzingen m.b.t. het gebruik van de hulpsystemen dienen ■ in acht te worden genomen » pag. 229, in alinea Inleiding voor het onder- Let op werp.
  • Pagina 271 Stang met kogelkop inzwenken Trekhaak en aanhangwagen Op de stang met kogelkop mag geen aanhangwagen resp. geen ander acces- soire aangekoppeld zijn. In het 13-polige stopcontact mag geen stekker of Trekhaak adapter zijn ingestoken.  › Inleiding voor het onderwerp De ontgrendelingsgreep in pijlrichting trekken...
  • Pagina 272 Let op Kogeldruk bij gemonteerde accessoires Wij adviseren de accessoires uit het originele ŠKODA accessoireprogramma te gebruiken. Afb. 314 Weergave van de maximale Trekhaak gebruiken lengte van de gemonteerde ac- cessoires en het maximaal toe- Aanhangwagen (accessoire) aan- en loskoppelen gestaan gewicht van de acces- soires afhankelijk van het la- dingszwaartepunt...
  • Pagina 273 Koplampen ATTENTIE (vervolg) De voorzijde van de wagen kan bij aangekoppelde aanhangwagen (accessoire) Na de elektrische verbinding tussen de wagen en de aanhangwagen (ac- ■ omhoogkomen en de verlichting kan andere verkeersdeelnemers verblinden. cessoire) moet de aanhangwagen-/accessoireverlichting op goede werking Lichtbundelhoogte van de koplampen aanpassen »...
  • Pagina 274 Toegestaan aanhangwagengewicht - Superb Toegestaan aanhangwagengewicht, geremd Motor Versnellingsbak (kg) Toegestaan aanhangwagengewicht, ongeremd (kg) bij hellingen tot 12%. 1,4 l/92 kW TSI 1600 1600 1,4 l/110 kW TSI ACT MG 4x4 1800 1600 1600 1,4 l/110 kW TSI 1600 1800 1,8 l/132 kW TSI 1800 2,0 l/162 kW TSI...
  • Pagina 275 Toegestaan aanhangwagengewicht, geremd Motor Versnellingsbak (kg) Toegestaan aanhangwagengewicht, ongeremd (kg) bij hellingen tot 12%. 1600 1,4 l/110 kW TSI 1600 1800 1,8 l/132 kW TSI 1800 2,0 l/162 kW TSI 2000 2,0 l/206 kW TSI DSG 4x4 2200 1500 1,6 l/88 kW TDI CR MG (GreenLine) 1500 1500...
  • Pagina 276 Alarmsysteem Het alarm wordt geactiveerd, wanneer bij een wagen met ingeschakeld alarm- systeem de elektrische verbinding met de aanhangwagen (accessoire) wordt onderbroken. Het alarmsysteem altijd uitschakelen, voordat u een aanhangwagen (accessoi- re) aankoppelt of loskoppelt » pag. Voorwaarden voor de opname van een aanhangwagen (accessoire) in het alarmsysteem.
  • Pagina 277 ŠKODA Servicepartner Raadgevingen voor het gebruik  Lees en bekijk eerst op bladzijde 275. Verzorging en onderhoud Alle ŠKODA Servicepartners werken volgens de richtlijnen en aanwijzingen van Servicewerkzaamheden, aanpassingen en technische wijzigingen ŠKODA AUTO. Alle service- en reparatiewerkzaamheden worden hierdoor tij- dig en vakkundig uitgevoerd.
  • Pagina 278 De ŠKODA Servicepartners zijn conform de wettelijke voorschriften tot 2 jaar Airbags na verkoop aansprakelijk voor eventuele gebreken aan ŠKODA originele acces-  Lees en bekijk eerst op bladzijde 275. soires, voor zover in het koopcontract niet iets anders is overeengekomen. ATTENTIE Spoilers Aanpassingen, reparaties en technische wijzigingen die ondeskundig zijn...
  • Pagina 279 Let op Service-intervallen Aan alle servicewerkzaamheden en het vervangen resp. bijvullen van bedrijfs- ■  Inleiding voor het onderwerp vloeistoffen zijn voor de klant kosten verbonden, ook gedurende de garantie- periode, tenzij anders is vermeld in de garantiebepalingen van ŠKODA AUTO of in andere overeenkomsten.
  • Pagina 280 Indien deze motorolie niet beschikbaar is, geldt voor de olieverversing een vast Let op service-interval. In dit geval moet de wagen op het vaste service-interval wor- Bij gebruik van diesel met een verhoogd zwavelgehalte geldt een Olieservice den omgecodeerd. na telkens 7500 km. In welke landen het zwavelgehalte van de dieselbrandstof verhoogd is, kan een specialist u vertellen.
  • Pagina 281 ATTENTIE Wassen van de wagen Wassen van de wagen in de winter: Vocht en ijs in het remsysteem kun- ■  Lees en bekijk eerst op bladzijde 278. nen een nadelig effect op de remwerking hebben - gevaar voor ongevallen! Bij het reinigen van de bodem of de binnenzijde van de wielkasten voor- ■...
  • Pagina 282 De krik is onderhoudsvrij. Indien noodzakelijk dienen de beweegbare onderde- Wagen aan de buitenzijde verzorgen len van de krik met een geschikt smeervet te worden gesmeerd.  Lees en bekijk eerst op bladzijde 278. De trekhaak is onderhoudsvrij. De kogelkop van de trekhaak zo nodig met een geschikt smeervet behandelen.
  • Pagina 283 Verchroomde en geëloxeerde delen ■ IJs en sneeuw van de ruiten verwijderen Niet in een stoffige omgeving polijsten - gevaar voor krassen in het opper- ■ vlak. Afb. 317 Folies ■ Inbouwplaats van de ijskrabber, De volgende aanwijzingen in acht nemen, anders bestaat gevaar voor bescha- ijskrabber uitnemen diging van de folies: Voor het schoonmaken geen vuile doeken of sponzen gebruiken.
  • Pagina 284 ATTENTIE Binnenzijde van de wagen verzorgen Veiligheidsgordels nooit chemisch reinigen omdat chemische reinigings- ■  Lees en bekijk eerst op bladzijde 278. middelen het materiaal kunnen beschadigen. Bij hoge interieurtemperaturen kunnen in het interieur aangebrachte par- ■ Wagencompo- fumeurs en luchtverfrissers schadelijk voor de gezondheid worden. Probleem Oplossing nent...
  • Pagina 285 Let op Controleren en bijvullen ® Tijdens het gebruik van de wagen kunnen op de leer- en Alcantara -delen ge- ringe zichtbare veranderingen (bv. vouwen, verkleuringen) optreden. Brandstof  Inleiding voor het onderwerp Afb. 318 Sticker met de voorgeschreven brandstof Aan de binnenzijde van de tankklep staat de voor de wagen voorgeschreven brandstof vermeld »...
  • Pagina 286 › Het vulpistool uit de brandstofvulopening nemen en weer op de pomp aan- Benzine en diesel tanken brengen. › De tankdop op de brandstofvulopening plaatsen en tegen de pijlrichting draaien tot deze vastklikt. › De tankklep sluiten tot deze correct vergrendelt. Beveiliging tegen tanken van verkeerde brandstof bij wagens met dieselmotor De brandstofvulopening bij wagens met dieselmotor kan worden uitgerust...
  • Pagina 287 In noodgevallen kan ook benzine 91, 92 resp. 93 RON worden gebruikt (gering Let op vermogensverlies, licht verhoogd brandstofverbruik) » Loodvrije benzine met een hoger octaangetal dan voorgeschreven kan zon- ■ der beperkingen worden gebruikt. Voorgeschreven benzine 98/(95) RON Bij wagens waarvoor benzine 95/min. 92 resp. 93 RON wordt voorgeschre- ■...
  • Pagina 288 ® De levensduur van de AdBlue -oplossing bedraagt 4 jaar. Indien de tankin- VOORZICHTIG ■ houd niet binnen deze tijd wordt verbruikt, dan moet dit door een specialist Dieseltoevoegingen (additieven) ® worden vervangen. Voor het bijvullen geen AdBlue gebruiken waarvan de De dieselbrandstof volgens de aangegeven normen voldoet aan alle voor- ■...
  • Pagina 289 › ® Na het bijvullen van AdBlue de dop op de vulpijp steken en tegen de pijlrich- ® AdBlue bijvullen ting in draaien, totdat de dop goed is vergrendeld. › De tankklep sluiten tot deze correct vergrendelt. Vóór het verder rijden alleen het contact 30 seconden inschakelen, zodat het systeem tijd heeft te herkennen dat is bijgevuld.
  • Pagina 290 ATTENTIE (vervolg) Motorkap openen en sluiten Geen hete motoronderdelen aanraken - gevaar voor verbranding! ■ Nooit in de koelluchtventilator grijpen. De koelluchtventilator kan zich tot ■ ongeveer tien minuten na uitschakeling van het contact plotseling inscha- kelen! Niet roken in de omgeving van de motor en geen open vuur of ontste- ■...
  • Pagina 291  Lees en bekijk eerst op bladzijde 287. Overzicht motorruimte De inbouwplaats ven de reservoirsteun kan afwijken, afhankelijk van de motor- type » afb. 324. De vulhoeveelheid van het reservoir bedraagt 3,1 liter, bij wagens met ko- plampsproeiers circa 4,7 liter. De inhoud van het reservoir bedraagt 3,7 liter.
  • Pagina 292 Bij dieselmotoren zonder roetfilter kan optioneel motorolie VW 505 01 wor- VOORZICHTIG den gebruikt. Geen additieven toevoegen aan de motorolie - gevaar voor schade aan de mo- tor. VOORZICHTIG Indien de in de tabel vermelde motorolie niet beschikbaar is, kunnen ook an- Let op ■...
  • Pagina 293 Bijvullen ATTENTIE (vervolg) › De dop van de motorolievulopening eraf draaien » afb. 323 op pag. 289. Als bescherming tegen uitspuitende koelvloeistof de afsluitdop met een ■ › De voorgeschreven olie met telkens 0,5 liter per keer bijvullen » pag. 290.
  • Pagina 294 › Een doek op de dop van het koelvloeistofexpansiereservoir leggen en de dop Remvloeistof voorzichtig losschroeven. › Nieuwe koelvloeistof bijvullen die aan de voorgeschreven specificatie vol- Afb. 327 doet. Remvloeistofreservoir › De dop vastdraaien, tot deze goed vergrendelt. De specificatie van de koelvloeistof is op het koelvloeistofexpansiereservoir aangegeven »...
  • Pagina 295 ATTENTIE (vervolg) Accu De accu verwijderd houden van personen die niet volledig zelfstandig zijn, ■  Inleiding voor het onderwerp bv. kinderen. De accu niet kantelen, omdat er accuzuur uit de ontluchtingsopeningen ■ van de accu kan lopen. De accu is een spanningsbron voor het starten van de motor en voor de voe- ding van elektrische verbruikers in de wagen.
  • Pagina 296 Toestand controleren Laden  Lees en bekijk eerst op bladzijde 293. De accu alleen opladen als het contact en alle verbruikers zijn uitgeschakeld. De aanwijzingen van de fabrikant van de acculader in acht nemen. Laden › Bij wagens met start-stopsysteem of interieurvoorverwarming de -klem van de acculader aan de -pool van de accu, de -klem van de acculader aan het massapunt van de motor vastmaken »...
  • Pagina 297 › Voor het losmaken van accukabels het contact uitschakelen en eerst de ac- Wielen cukabel van de minpool , pas daarna de accukabel van de pluspool van de  accu losmaken. Velgen en banden › Voor het vastmaken van accukabels eerst de accukabel aan de pluspool , pas daarna de accukabel aan de minpool ...
  • Pagina 298 Draairichtinggebonden banden Bandenspanning Sommige banden kunnen draairichtinggebonden zijn. De draairichting is door een pijl op de wang van de band gekenmerkt. Deze aangegeven draairichting beslist opvolgen, anders kunnen de volgende bandeneigenschappen negatief worden beïnvloed. ▶ Rijstabiliteit. ▶ Grip op de weg. ▶...
  • Pagina 299 ATTENTIE ATTENTIE Nooit met verkeerde bandenspanning rijden - gevaar voor ongevallen. De banden op zijn laatst wisselen als zij tot de slijtagemerktekens zijn af- ■ ■ Bij zeer snel bandenspanningsverlies (bv. bij een bandenschade) moet er gereden - gevaar voor ongevallen. ■...
  • Pagina 300 Om de bestmogelijke rijeigenschappen te behouden, op alle vier de wielen met Bandenopschrift allweather- of "winter"-banden een minimale profieldiepte van 4 mm aanhou- den. Verklaring van het bandenopschrift - bv. 215/60 R 16 95 V Bij gemonteerde "winter"-banden tijdig weer de zomerbanden monteren, want Bandbreedte in mm met zomerbanden zijn op sneeuw- en ijsvrije wegen alsmede bij temperaturen Hoogte-/breedteverhouding in %...
  • Pagina 301 Geldt voor de overige motoriseringen Velgafmeting Inpersdiepte ET Bandenmaat 6,5J x 16 41 mm 215/60 R16 6,5J x 17 41 mm 215/55 R17 Alleen sneeuwkettingen gebruiken waarvan de schakels en sloten niet groter zijn dan 12 mm. ATTENTIE De kettingen niet gebruiken op sneeuw- en ijsvrije trajecten - het rijgedrag kan worden beïnvloed en er is gevaar voor bandschade.
  • Pagina 302 Plaatsing van de gevarendriehoek - variant 1 Tips om het zelf te doen De gevarendriehoek kan in de uitsparing onder de achterste (opstaande) rand van de bagageruimte worden geschoven en met de spanband worden beves- Nooduitrusting en tips om het zelf te doen tigd »...
  • Pagina 303 Brandblusser Wagengereedschap Afb. 334 Brandblusser losmaken De brandblusser is met twee riemen in een houder onder de bijrijdersstoel be- vestigd. › Voor het verwijderen van de brandblusser de vergrendelingen aan beide rie- Afb. 335 Wagengereedschap men in pijlrichting losmaken » afb. 334 en de brandblusser verwijderen.
  • Pagina 304 › De wagen zo ver opkrikken » pag. 304 dat het te verwisselen wiel de bodem ATTENTIE niet meer raakt. De af fabriek meegeleverde krik is alleen voor uw wagenmodel bedoeld. ■ › De wielbouten verwijderen en op een schone ondergrond leggen (doek, pa- In geen geval hiermee andere wagens of andere lasten opkrikken - gevaar pier enzovoort).
  • Pagina 305 ATTENTIE Wieldop Een te hoog aantrekmoment kan de wielbouten en de schroefdraad be- Wieldop eraf trekken schadigen en kan leiden tot een blijvende vervorming van de draagvlakken › De beugel voor het lostrekken van de wieldoppen om de rand van een van de op de velgen.
  • Pagina 306 Let op Afdekkappen van de wielbouten Wij adviseren de sticker met het codenummer te bewaren. Aan de hand hier- van kan een vervangende adapter uit het originele ŠKODA onderdelenpro- Afb. 337 gramma worden aangeschaft. Afdekkap lostrekken Wielbouten losdraaien en vastzetten Afb.
  • Pagina 307 ATTENTIE (vervolg) Nooit met een lichaamsdeel (bv. arm of been) onder de wagen komen, als ■ deze is opgekrikt. Bij een omhooggebrachte wagen nooit de motor starten. ■ VOORZICHTIG Let erop dat de krik goed tegen de rand van de dorpel wordt geplaatst - ge- vaar voor beschadiging van de wagen.
  • Pagina 308 Beschrijving van de bandenafdichtset Voorbereidende werkzaamheden voor gebruik van de bandenafdichtset  Lees en bekijk eerst op bladzijde 305. Voor de veiligheid voor het verwisselen van een wiel in het verkeer de volgende aanwijzingen opvolgen. › Indien mogelijk de wagen ver van het rijdende verkeer afzetten - hiervoor een plaats met vlakke en stevige ondergrond kiezen.
  • Pagina 309 Oppompen Aanwijzingen voor het rijden met gerepareerde band › De vulslang » afb. 342 op pag. 306 stevig op het bandenventiel schroeven. ›  Lees en bekijk eerst op bladzijde 305. Bij wagens met schakelbak de versnellingshendel in de neutraalstand plaat- sen.
  • Pagina 310 › De startkabels precies in omgekeerde volgorde van het vastmaken verwijde- Starthulp met behulp van de accu van een andere wagen ren. ATTENTIE De startkabel nooit op de minpool van de ontladen accu aansluiten - ex- ■ plosiegevaar. De niet-geïsoleerde delen van de poolklemmen mogen in geen geval met ■...
  • Pagina 311 Voorwaarden voor het afslepen. VOORZICHTIG Wagens met automatische versnellingsbak mogen niet met omhoogge- De motor niet starten door de wagen aan te slepen - gevaar voor schade aan  ■ brachte achteras worden afgesleept - gevaar voor versnellingsbakscha- de motor. Als starthulp kunt u de accu van een andere wagen gebruiken »...
  • Pagina 312 ATTENTIE Afstandsbediening en uitneembare lamp - batterij/accu's Het sleepoog moet altijd vast worden vastgedraaid, anders kan het sleep- vervangen oog bij het af- of aanslepen breken.  Inleiding voor het onderwerp Sleepoog achter VOORZICHTIG De vervangende batterij resp. accu's moet/moeten overeenkomen met de ■...
  • Pagina 313 Als de wagen na vervanging van de batterij niet kan worden ont- resp. vergren- Als de wagen na vervanging van de batterij niet kan worden ont- resp. vergren- deld, moet de sleutel worden gesynchroniseerd » pag. deld, moet de sleutel worden gesynchroniseerd »...
  • Pagina 314 Uitneembare lamp Afb. 351 Vergrendelingsclip op het accu- deksel Afb. 353 Handgreep van het bestuurdersportier: Sleutel met uitklapbare sleutelbaard / KESSY-noodsleutel  Lees en bekijk eerst op bladzijde 310. Het bestuurdersportier kan met de sleutel via de slotcilinder worden noodont- ›...
  • Pagina 315 Portier zonder slotcilinder vergrendelen Noodontgrendeling keuzehendel Afb. 354 Noodvergrendeling: Rechter-/linkerachterportier Afb. 356 Deksel verwijderen/keuzehendel ontgrendelen › › Het betreffende achterportier openen en de afdekking verwijderen » afb. De parkeerrem inschakelen. › 354. Het opbergvak voorin de middenconsole openen. › › De sleutel in de sleuf steken en in pijlrichting draaien (geveerde stand).
  • Pagina 316 Ruitenwisserblad bevestigen Ruitenwisserbladen van de voorruit vervangen › Het ruitenwisserblad tegen de pijlrichting in tot het vergrendelen erin schuiven. Controleren of het ruitenwisserblad correct is bevestigd. Afb. 357 › De wisserarm op de ruit terugklappen. Servicestand van de ruitenwis- › Het contact inschakelen en de bedieningshendel in pijlrichting drukken »...
  • Pagina 317 Zekeringen in het dashboard - wagen met links stuur Zekeringen en gloeilampjes Zekeringen Afb. 361 Opbergvak aan bestuurderszijde  Inleiding voor het onderwerp Afb. 360 Doorgebrande zekering  Lees en bekijk eerst op bladzijde 315. De zekeringenhouder bevindt zich achter het opbergvak aan bestuurderszijde. Zekering vervangen De afzonderlijke stroomkringen zijn door middel van smeltzekeringen bevei- ›...
  • Pagina 318 Zekeringen in het dashboard - wagen met rechts stuur Zekeringenoverzicht in het dashboard Afb. 363 Zekeringen Afb. 362 Opbergvak aan bijrijderszijde  Lees en bekijk eerst op bladzijde 315. De zekeringenhouder bevindt zich achter het opbergvak aan bijrijderszijde. Opbergvak openklappen en zekering vervangen ›...
  • Pagina 319 Verbruiker Verbruiker Lichtschakelaar, regensensor, diagnoseaansluiting, parkeerrem, Diagnosestekker, camera, radarsensor, spanningsstabilisator voor sfeerverlichting, sensor van het alarmsysteem, koplampen taxi's USB-aansluitingen Koplamp rechts Infotainmentbeeldscherm Koplamp links Licht links Trekhaak Infotainment Centrale vergrendeling - bijrijdersportier en rechterachterportier, buitenspiegel bijrijderszijde - verwarming, wegklapfunctie, spie- Gordelspanner - linkerzijde gelinstelling Aanjager voor airconditioning, verwarming...
  • Pagina 320 Zekeringen in de motorruimte Zekeringenoverzicht in de motorruimte Afb. 366 Zekeringen  Lees en bekijk eerst op bladzijde 315. Afb. 365 Afdekking van de zekeringenkast: Afdekking verwijde- ren/kunststof klem voor zekeringen Verbruiker  Lees en bekijk eerst op bladzijde 315. ESC, parkeerrem Zekering vervangen ›...
  • Pagina 321 ATTENTIE Verbruiker Voor aanvang van alle werkzaamheden in de motorruimte beslist de waar- ■ Alarmsysteem schuwingsaanwijzingen lezen en deze opvolgen » pag. 287. Vrij Als de weg niet voldoende verlicht is of als de wagen niet of slechts moei- ■ Motorregeling, spanningsstabilisator voor taxi's lijk door andere verkeersdeelnemers kan worden gezien, kunnen ongevallen Startmotor...
  • Pagina 322 › Een nieuw gloeilampje in de fitting tot de aanslag aanbrengen. Overzicht van gloeilampjes in de halogeenkoplampen › De fitting met het gloeilampje met de blokkeernokken naar boven zo erin schuiven, dat deze in de uitsparingen op de reflector passen. Afb.
  • Pagina 323 Koplamp en beschermrooster plaatsen Gloeilampje van mistlamp vervangen › De mistlamp tegen de pijlrichting in » afb. 370 plaatsen en vastdraaien. › Het beschermrooster plaatsen en voorzichtig erin drukken, tot het hoorbaar vastklikt. Achterlicht uit- en inbouwen Afb. 370 Mistlamp uitnemen/gloeilampje vervangen ...
  • Pagina 324 Inbouwen › De stekker tegen de pijlrichting in » afb. 371 in de lamp schuiven. De ver- grendelingen van de stekker moeten goed vastklikken. › De lamp met de openingen op de pennen in de carrosserie steken en de lamp voorzichtig erin drukken »...
  • Pagina 325 Wagengegevens Technische gegevens Technische gegevens Fundamentele wagengegevens  Inleiding voor het onderwerp De informatie in de technische wagendocumentatie heeft altijd voorrang bo- ven de informatie in dit instructieboekje. De vermelde rijprestaties zijn bepaald zonder prestatieverminderende meeruit- Afb. 373 Sticker met wagengegevens voeringen zoals airconditioning.
  • Pagina 326 De conformiteitsverklaring (het zgn. COC-document) is verkrijgbaar bij een ATTENTIE ŠKODA Partner (geldt slechts voor enkele landen en enkele modelvarianten). De aangegeven waarden voor de maximaal toegestane gewichten mogen niet worden overschreden - gevaar voor ongevallen en beschadiging! Typeplaatje Het typeplaatje »...
  • Pagina 327 Motor Versnellingsbak Rijklaar gewicht (kg) Laadvermogen 1555 Uit het verschil tussen het maximaal toegestaan gewicht en het rijklaar ge- 2,0 l/140 kW TDI CR 1575 wicht is het mogelijk bij benadering het laadvermogen te bepalen. DSG 4x4 1655 Het laadvermogen bestaat uit de volgende gewichten. ▶...
  • Pagina 328 Afmetingen - Superb Afb. 375 Wagenafmetingen Wagenafmetingen bij rijklaargewicht zonder bestuurder (in mm) » afb. 375 Afmetingen Waarde Hoogte 1468 Basismaat 1584 Spoorbreedte vooraan Wagens met 2,0 l/162 kW TSI en 2,0 l/206 kW TSI-motor 1586 Breedte 1864 Basismaat 1572 Spoorbreedte achteraan Wagens met 2,0 l/162 kW TSI en 2,0 l/206 kW TSI-motor 1574...
  • Pagina 329 Afmetingen - Superb Combi Afb. 376 Wagenafmetingen Wagenafmetingen bij rijklaargewicht zonder bestuurder (in mm) » afb. 376 Afmetingen Waarde Hoogte 1477 Basismaat 1584 Spoorbreedte vooraan Wagens met 2,0 l/162 kW TSI en 2,0 l/206 kW TSI-motor 1586 Breedte 1864 Basismaat 1572 Spoorbreedte achteraan Wagens met 2,0 l/162 kW TSI en 2,0 l/206 kW TSI-motor...
  • Pagina 330 Overbouwhellingshoek Afb. 377 Overbouwhellingshoek: Superb / Superb Combi Hoek » afb. 377 Overbouwhellingshoek voor Overbouwhellingshoek achter De overbouwhellingshoekwaarden geven de maximale hoek van een helling aan die de wagen met langzame snelheid kan rijden, zonder met de bumper of de bodemplaat de grond te raken. De vermelde waarden komen overeen met de maximale asbelasting voor resp.
  • Pagina 331 Wagenspecifieke gegevens afhankelijk van het motortype  Inleiding voor het onderwerp De aangegeven waarden zijn vastgesteld aan de hand van regels en onder omstandigheden die door wettelijke of technische voorschriften voor de bepaling van bedrijfsgegevens en technische gegevens van motorvoertuigen zijn vastgelegd. De emissienorm staat vermeld in de technische wagendocumenten en in de conformiteitsverklaring (het zgn.
  • Pagina 332 1,4 l/110 kW TSI motor Vermogen (kW bij 1/min) 110/5000-6000 Maximumkoppel (Nm bij 1/min) 250/1500-3500 Aantal cilinders/cilinderinhoud (cm 4/1395 Carrosserie Superb Superb Combi Versnellingsbak Topsnelheid (km/h) Acceleratie 0-100 km/h (s) 1,8 l/132 kW TSI motor 132/4000-6200 Vermogen (kW bij 1/min) 132/5100-6200 320/1450-3900 Maximumkoppel (Nm bij 1/min)
  • Pagina 333 2,0 l/206 kW TSI motor Vermogen (kW bij 1/min) 206/5600-6500 Maximumkoppel (Nm bij 1/min) 350/1700-5600 Aantal cilinders/cilinderinhoud (cm 4/1984 Carrosserie Superb Superb Combi Versnellingsbak DSG 4x4 DSG 4x4 Topsnelheid (km/h) Acceleratie 0-100 km/h (s) 1,6 l/88 kW TDI CR motor Vermogen (kW bij 1/min) 88/3600-4000 Maximumkoppel (Nm bij 1/min)
  • Pagina 334 2,0 l/130 kW TDI CR motor Vermogen (kW bij 1/min) 130/3700-4000 Maximumkoppel (Nm bij 1/min) 380/1750-3400 Aantal cilinders/cilinderinhoud (cm 4/1968 Carrosserie Superb Superb Combi Versnellingsbak Topsnelheid (km/h) Acceleratie 0-100 km/h (s) 2,0 l/140 kW TDI CR motor Vermogen (kW bij 1/min) 140/3500-4000 Maximumkoppel (Nm bij 1/min) 400/1750-3250...
  • Pagina 335 Airbags Trefwoordenlijst Aanpassingen en belemmeringen in het airbag- Actieve stuurondersteuning (DSR) systeem Activering van de online-diensten Airbagsysteem Adaptieve koplampen A2DP/AVRCP Airconditioning Zie Xenonkoplampen Aanhangwagen Air Care AdBlue Aan- en loskoppelen Circulatiefunctie Bijvullen Aanhangwagengebruik Climatronic Controlelampje Beladen Handbediende airconditioning Vloeistofpeil controleren Gewicht Luchtroosters Adres...
  • Pagina 336 Assistent voor dodehoekherkenning 98, 164 Bandenspanningscontrole Instellen Controlelampje Audiobron Opslaan van de bandenspanningswaarden en Auto-Check-Control infotainmentweergave Wagentoestand Batterij Bagageruimte Auto Hold 49, 222 In de afstandsbediening van de extra verwar- Afdekking Auto Hold-functie 49, 222 ming (interieurvoorverwarming) vervangen Bagagenetten Automatische aansturing rijverlichting in de sleutel vervangen Bevestigingselementen Automatische afstandsregeling...
  • Pagina 337 Bestuurdersruimte Tanken Componentenbescherming Verlichting Zie Brandstof Computer Bevestigingselementen Brandstof besparen Zie Multifunctie-indicatie Bijvullen Brandstoffilter Configuratiehulp AdBlue Brandstofreserve Contacten importeren 149, 155 Koelvloeistof Brandstofverbruik Contact inschakelen Motorolie Brillenvak Contactslot Ruitensproeiervloeistof Buiten werking stellen Contact uitschakelen Bijzondere reisdoelen op de kaart weergeven 198 Airbag Controlelampjes Bijzonder reisdoel...
  • Pagina 338 Datum 145, 153 Extra verwarming (interieurvoorverwarming en -ventilatie) DAY LIGHT In het infotainment bedienen Zie Dagrijverlichting Instellen 53, 258 Eenheden 145, 153 Radiografische afstandsbediening Defect lampje Elektrische achterklep Demo-modus Bovenste stand van klep instellen Demomodus Functiestoringen Fabrieksinstellingen 146, 154, 215 Diesel Handmatig bedienen Digitaal Serviceplan...
  • Pagina 339 Geografische lengte Hoofdmenu Informatiesysteem Afbeeldingen MAXI DOT-display Gevarendriehoek Android Auto Multifunctie-indicatie Gewichten 323, 324, 325 Apple CarPlay Schakeladvies Gloeilampjes Media Service-intervalindicatie Vervangen Media Command Infotainment Google Earth™ 195, 203 MirrorLink® Infotainmentbediening Gordeloprolautomaten Navigatie Infotainmentbeeldscherm Gordels Radio Infotainmentbediening via een applicatie op Gordelspanners SmartLink+ het externe apparaat...
  • Pagina 340 Inschakelen van het infotainment Netwerk iPad-houder Op fabrieksinstellingen terugzetten 146, 154, 215 Instellen ISOFIX 36, 37 Pincode Extra verwarming (interieurvoorverwarming en Radio 147, 154 -ventilatie) SmartLink+ 150, 156 Gordelhoogte Juiste zithouding 23, 25 Spiegel 85, 86 Jukebox Software-update 143, 154 Standen van variabele bagageruimtevloer Software updaten Stoelen...
  • Pagina 341 Kinderzitje Licht MAXI DOT-display Groepenindeling Alarmlichten Apple CarPlay i-Size Automatisch in- en uitschakelen Bediening Inbouwplaats 35, 37 Bestuurdersruimte Hoofdmenu ISOFIX 36, 37 COMING HOME / LEAVING HOME Menupunt Audio Op de bijrijdersstoel 34, 35 Dagrijverlichting Menupunt Hulpsyst. TOP TETHER Dimlicht Menupunt Navigatie Gloeilampjes vervangen Menupunt Telefoon...
  • Pagina 342 Meter Kaartweergave in extra venster Brandstofhoeveelheid Laatste reisdoelen Maximumsnelheden Multi Collision Brake (MCB) Meestgebruikte routes MirrorLink® Multifunctie-indicatie Navigatiegegevens Mistachterlicht Functies Navigatiegegevens online updaten Controlelampje Geheugen Navigatiegegevens updaten Indicatie-overzicht Mistlampen Navigatiemeldingen 152, 208 Controlelampje Multifunctiestuurwiel Omleidingspunt Mistlampen/mistachterlicht Multifunctionele tas Opties van kaartweergave Mistlampen met CORNER-functie Multimedia Reisdoeldetails...
  • Pagina 343 Voorwoord Oliepeilstok KESSY Wegpuntmodus Knop voor centrale vergrendeling Omleidingspunt Werken met de navigatie Ontgrendelen en vergrendelen Ondersteunde bronnen Navigatiegegevens Afbeeldingen Ontgrendeling Navigatiegegevens updaten Media In noodgevallen Video-dvd Navigatiemeldingen 152, 208 Opbergvakken Online Zie Praktische uitrustingen Netten 111, 112 Categorieën bijzondere reisdoelen importeren 193, 202 Opgeslagen reisdoelen Netwerk Detail van de verkeersmelding...
  • Pagina 344 Parkeerhulp Rugleuning met skiluik Instructievideo Uitparkeerhulp Sigarettenaansteker ŠKODA Connect Portal Tassen ParkPilot Reinigen van de wagen Tickethouder Binnenzijde Passieve veiligheid Uitneembare skizak Buitenzijde 280, 281 Rijveiligheid Principes van infotainmentbediening Ruiten Vóór elke rit Wassen Privémodus Pechoproep Reisdoel Proactieve inzittendenbescherming 47, 260 Pedalen Afbeelding met GPS Vloermatten...
  • Pagina 345 Parkeerrem Rolgordijn van het schuif-kanteldak Schade aan de wagen voorkomen Rem- en stabiliteitssystemen Rolhoes Schakelaars in het bestuurdersportier Rembekrachtiger Zie Bagageruimteafdekking Elektrische ruitbediening Remvloeistof Route Schakelen Rempedaal (automatische versnellingsbak) Nieuwe route Keuzehendel Controlelampje Online-routeimport Tiptronic Remsystemen Route-opslag Versnellingshendel Routelijst Remvloeistof Schakeling Controleren Route-informatie...
  • Pagina 346 Sleutel Help Geheugenfunctie van elektrisch verstelbare Batterij vervangen 310, 311 In-/uitschakelen stoel Contact in-/uitschakelen Ingave stoppen/herstellen Handmatig instellen Motor starten/afzetten Instellen Hoofdsteunen Noodsleutel verwijderen Niet herkennen van een spraakcommando In het geheugen van de sleutel met radiografi- sche afstandsbediening opslaan Sluitkrachtbegrenzing Spraakversterking Instellen...
  • Pagina 347 Tablethouder Sms-instellingen TOP TETHER Spraakbediening Tanken Touchscreen Tekstberichten (sms) Brandstof TP (Verkeersinformatie) Telefoonboek Tankopties Tractiecontrole (ASR) 46, 231 Telefoongesprek Tankstation Traffic Telefoonnummer invoeren Tankstationlogo Detail van de verkeersmelding Telefoonnummer selecteren Dynamische route Tassen Verbindingstypes Lijst met verkeersmeldingen TDI CR Voicemailbox Transport Technische gegevens Voorkeurscontacten...
  • Pagina 348 Vergrendeling Vervoer van kinderen In noodgevallen Verwarming 122, 123 Vakken Vergrendeling stuurinrichting (KESSY-sys- Buitenspiegel Variabele bagageruimtevloer teem) Circulatiefunctie vCard 199, 201 Stoelen Verkeersborden Veelgestelde vragen Stuurwiel Zie Verkeersbordherkenning Voor- en achterruit Veiligheid Verkeersbordherkenning Airbag Verwisselen Verkeersinformatie (TP) Hoofdsteunen Wielen Verkeersmeldingen (TMC) 213, 214 i-Size Verzorging en onderhoud...
  • Pagina 349 Waarschuwingssymbolen Wielen Zie Controlelampjes Bandenspanning Zeeniveau Belastingsindex Wagen - instellingen Zekeringen Draairichtinggebonden banden Wagenafmetingen 326, 327 In de motorruimte Leeftijd van banden Wagen afslepen In het dashboard 315, 316 Opslag van banden Wagenbreedte 326, 327 Kunststof klem Schade aan banden Wagengereedschap Sneeuwkettingen Zender...
  • Pagina 350 Trefwoordenlijst...
  • Pagina 351 Trefwoordenlijst...
  • Pagina 352 Trefwoordenlijst...
  • Pagina 353 Nadruk, reproductie, vertaling of andere vormen van gebruik, ook van gedeel- Wijzigingen voorbehouden. ten, is zonder schriftelijke toestemming van ŠKODA AUTO a.s. niet toege- Uitgegeven door: ŠKODA AUTO a.s. staan. © ŠKODA AUTO a.s. 2017 ŠKODA AUTO a.s. behoudt zich uitdrukkelijk alle rechten op grond van het au- teursrecht voor.
  • Pagina 356 Návod k obsluze Superb holandsky 05.2017 3V0012732AF  3V0012732AF...