124
Airbagsysteem
ATTENTIE (vervolg)
van het airbagsysteem in negatieve zin beïnvloeden. Alle werkzaamheden aan
de voorportieren en de portierbekleding mogen alleen door een Škoda-dealer/
vakgarage worden uitgevoerd.
● Tussen de mensen en het werkingsgebied van de hoofdairbags mogen
zich geen andere mensen (bijv. kinderen) of dieren bevinden. Bovendien mag
geen van de inzittenden tijdens het rijden het hoofd uit het raam steken of ar-
men en handen buiten het raam houden.
● De zonnekleppen mogen niet naar de zijruiten worden gezwenkt in het
werkingsgebied van de hoofdairbags als er voorwerpen aan zijn bevestigd,
zoals bijv. een ballpoint. Als de hoofdairbags worden geactiveerd, zouden dan
de inzittenden gewond kunnen raken.
● Door het inbouwen van niet-voorziene accessoires ter hoogte van de
hoofdairbags kan bij activering van de airbags de beschermende werking van
de hoofdairbags aanzienlijk worden beperkt. Bij het uitvouwen van de geacti-
veerde hoofdairbag zouden onder bepaalde omstandigheden delen van de ge-
monteerde accessoires het interieur in kunnen worden geslingerd en daardoor
de inzittenden verwonden ⇒ p agina 177.
● Alle werkzaamheden aan de hoofdairbag alsmede het in- en uitbouwen
van onderdelen van het airbagsysteem met het oog op andere reparatiewerk-
zaamheden (bijv. uitbouwen van de hemelbekleding) mogen alleen maar door
een Škoda-dealer/vakgarage worden uitgevoerd.
Airbags buiten werking stellen
Airbags uitschakelen
Laat uitgeschakelde airbags zo snel mogelijk weer inschakelen zo-
dat ze hun beschermende werking weer kunnen uitoefenen.
Uw auto heeft de technische mogelijkheid de voorairbag, de zij- of de hoofdairbag
uit te schakelen (buitengebruikstelling).
Laat het uitschakelen van de airbags dan ook door een Škoda-dealer uitvoeren.
Bij auto's die zijn uitgerust met de schakelaar voor het buiten werking stellen van
de airbags kan de bijrijdersvoorairbag met deze schakelaar buiten werking wor-
den gesteld ⇒ p agina 125.
Het uitschakelen van de airbags is slechts in bepaalde gevallen wenselijk, bijv.
als:
● in uitzonderingsgevallen een naar achteren gericht kinderzitje op de bijrij-
dersstoel moet worden gebruikt (in sommige landen in verband met afwijkende
wettelijke bepalingen in rijrichting) ⇒ p agina 126, Belangrijke veiligheidsinstruc-
ties bij de omgang met kinderzitjes,
● ondanks een correcte instelling van de bestuurdersstoel de afstand van ten
minste 25 cm tussen het midden van het stuurwiel en het borstbeen niet kan wor-
den aangehouden,
● in verband met een handicap speciale accessoires in de buurt van het stuur-
wiel nodig zijn,
● u andere stoelen laat monteren (bijv. orthopedische stoelen zonder zijairbags).
Controle van het airbagsysteem
De actieve staat van het airbagsysteem wordt elektronisch gecontroleerd, ook als
een airbag buiten werking is gesteld.
Als de airbag met behulp van een elektronicatester werd uitgeschakeld:
● Het airbagcontrolelampje gaat bij het inschakelen van het contact circa 3 se-
conden branden en knippert vervolgens circa 12 seconden.
Als de airbag met de airbagschakelaar aan de zijkant van het dashboard buiten
werking is gesteld:
● gaat na het inschakelen van het contact het airbagcontrolelampje in het in-
strumentenpaneel circa 3 seconden branden,
● wordt het buiten werking stellen van de airbag door het branden van het gele
controlelampje met de tekst
⇒ A fbeelding 109
board aangegeven
Let op
Een geautoriseerde ŠKODA Servicepartner kan u vertellen, of en welke airbags
volgens de nationale wetgeving bij uw wagen buiten werking moeten worden ge-
steld.
in het middenstuk van het dash-
- rechts.