88
Wegrijden en rijden
Schakelen (schakelbak)
Schakel de achteruitversnelling alleen maar bij stilstaande auto in. Het koppe-
lingspedaal volledig intrappen en ingetrapt houden. Wacht een ogenblik voordat u
de achteruitversnelling inschakelt om schakelgeluiden te voorkomen.
Bij ingeschakelde achteruitversnelling en ingeschakeld contact branden de ach-
teruitrijlampen.
ATTENTIE
Schakel tijdens het rijden nooit de achteruitversnelling in - kans op ongeval-
len!
Let op
● Tijdens het rijden mag de hand niet op de versnellingshendel rusten. De druk
van de hand wordt overgebracht op de schakelvorken in de versnellingsbak. Dit
kan op den duur leiden tot voortijdige slijtage van de schakelvorken.
● Tijdens het schakelen het koppelingspedaal altijd volledig intrappen, om onno-
dige slijtage en beschadigingen te vermijden.
Afbeelding 83 Schakelpatroon bij auto's
met handgeschakelde 5-versnellingsbak
Pedalen
De pedalen moeten zonder belemmeringen kunnen worden be-
diend!
ATTENTIE
● In de voetenruimte mag slechts een vloermat worden gebruikt die aan de
twee hiervoor bedoelde bevestigingspunten is bevestigd.
● In de besturudersvoetenruimte mogen zich geen voorwerpen bevinden -
gevaar door hindering van de pedaalbediening!
Let op
● Bij storingen aan het remsysteem kan de rempedaalslag groter worden.
● Alleen vloermatten gebruiken uit het originele ŠKODA accessoireprogramma
die aan twee bevestigingspunten zijn bevestigd.
Handrem
Handrem aantrekken
–
De handremhendel volledig omhoogtrekken.
Handrem lossen
De handremhendel iets omhoogtrekken en tegelijkertijd de grendelknop
–
beelding 84
indrukken.
De hendel met de knop ingedrukt volledig omlaagdrukken ⇒
–
Afbeelding 84 Middenconsole: Handrem
⇒ A f-
.
£