180
Raad en daad
Wiel verwisselen
Voorbereidende werkzaamheden
Voor de eigenlijke verwisseling van het wiel moeten de volgende werkzaamheden
worden uitgevoerd.
–
Parkeer de auto bij een lekke band zo ver mogelijk weg van het rijdende ver-
keer. De plaats waar de auto wordt geparkeerd moet vlak zijn.
–
Laat alle medepassagiers uitstappen. Tijdens het repareren van de band mo-
gen de passagiers niet op de weg staan (bij voorkeur achter de vangrail).
Trek de handrem vast aan.
–
–
Schakel de 1e versnelling in, resp. zet bij auto's met automatische versnel-
lingsbak de keuzehendel in stand P.
Als er een aanhangwagen is aangekoppeld, moet deze worden afgekoppeld.
–
Neem het boordgereedschap en het reservewiel uit de bagageruimte ⇒ p agi-
–
na 179.
ATTENTIE
● Als u langs de rijbaan staat, de alarmlichten inschakelen en de gevaren-
driehoek op de voorgeschreven afstand plaatsen! Hierbij de nationale wette-
lijke voorschriften in acht nemen. U beschermt daarmee niet alleen uzelf maar
ook de andere weggebruikers.
● Bij opgekrikte wagen nooit de motor starten - gevaar voor verwondingen.
VOORZICHTIG
Als u het wiel op een helling moet verwisselen, blokkeer dan het tegenoverliggen-
de wiel met behulp van een steen of iets dergelijks, om zo de auto tegen onver-
wacht wegrollen te beveiligen.
Let op
Neem de wettelijke nationale voorschriften in acht.
Wiel verwisselen
Verwissel het wiel zo veel mogelijk op een horizontaal vlak.
De wieldop ⇒ p agina 181 resp. de afdekkappen verwijderen ⇒ p agina 181.
–
Draai de wielbouten iets los ⇒ p agina 182.
–
Krik de auto zo ver op dat het te verwisselen wiel de bodem niet meer raakt
–
⇒ p agina 182.
Draai de wielbouten los en leg deze op een schone ondergrond (doek, papier
–
o.i.d.).
–
Neem het wiel weg.
Breng het reservewiel aan en draai de wielbouten handvast.
–
Laat de auto zakken.
–
–
Met behulp van de wielsleutel de tegenover elkaar liggende wielbouten om en
om (kruiselings) vastdraaien ⇒ p agina 182.
Monteer de wieldop.
–
Let op
● Alle wielbouten moeten schoon en goed gangbaar zijn.
● In geen geval mogen de wielbouten worden ingevet of ingeolied!
● Let bij de montage van draairichtinggebonden banden op de draairichting
⇒ p agina 171.
Afsluitende werkzaamheden
Na het vervangen van het wiel moeten de volgende werkzaamheden worden uit-
gevoerd.
Berg het boordgereedschap op zijn plaats op.
–
–
Het vervangen wiel in de bagageruimte opbergen.
–
Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning van het gemonteerde reser-
vewiel.
–
Laat het aantrekmoment van de wielbouten zo snel mogelijk met een mo-
mentsleutel controleren. Stalen en lichtmetalen wielen moeten met een aan-
trekmoment van 120 Nm worden vastgezet.
–
De beschadigde band laten vervangen resp. bij een specialist informeren naar
de reparatiemogelijkheden.
£