Automatische functies van het schuifdak
%
Het begrip "schuifdak" heeft ook betrekking
op het panoramaschuifdak.
Door de toets 3 in te drukken of eraan te
trekken, kunnen de automatische functies
"Regensluiting als de auto rijdt" en "Automatisch
omlaagbrengen" worden afgebroken.
Het schuifdak wordt als de auto is afgezet in de
volgende situaties automatisch gesloten:
Als het gaat regenen
R
De regen wordt gedetecteerd door een
regensensor in de voorruit.
bij extreme buitentemperaturen
R
na een bepaalde tijd (afhankelijk van de
R
boordnetspanning)
bij storingen in de spanningsvoorziening
R
Om het interieur verder te ventileren wordt het
schuifdak vervolgens aan de achterzijde
omhooggekanteld.
Indien het schuifdak bij de automatische sluit‐
procedure wordt geblokkeerd, gaat het dak auto‐
matisch weer een stukje open. Daarna is de
automatische functie voor het schuifdak en de
zijruiten uitgeschakeld.
Regensluiting als de auto rijdt
Auto's met panoramaschuifdak: Als het gaat
regenen, wordt het gekantelde schuifdak tijdens
het rijden automatisch omlaaggebracht.
Automatisch omlaagbrengen
Auto's met panoramaschuifdak: Als het
schuifdak aan de achterzijde omhooggekanteld
is, wordt het bij hogere snelheden automatisch
iets minder ver geopend. Bij lage snelheden
wordt het automatisch weer verder geopend.
& WAARSCHUWING Inklemgevaar door
automatisch omlaagbrengen van het
schuifdak
Het omhooggekantelde schuifdak komt bij
hogere snelheden aan de achterzijde auto‐
matisch weer iets omlaag.
Erop letten dat tijdens het rijden nie‐
#
mand in het bewegingsgebied van het
schuifdak grijpt.
Openen en sluiten
Als iemand bekneld is, de schuifdak‐
#
toets kort naar voren of naar achteren
drukken.
Problemen met het schuifdak
& WAARSCHUWING Inklem- of levensge‐
vaar bij opnieuw sluiten van het schuif‐
dak
Bij het opnieuw sluiten direct na het blokke‐
ren of initialiseren sluit het schuifdak met
verhoogde kracht.
Erop letten, dat zich geen lichaamsde‐
#
len in het sluitgebied bevinden.
Wanneer iemand bekneld raakt, direct
#
de toets loslaten.
of
Tijdens het automatisch sluiten de toets
#
kort in een willekeurige richting druk‐
ken.
Het sluiten wordt onderbroken.
93