Parkeerstand P inschakelen
De aanwijzingen met betrekking tot het afzet‐
#
ten van de auto in acht nemen
(
pagina 184).
/
Het rempedaal indrukken, tot de auto stil‐
#
staat.
Bij voertuigstilstand de toets j indrukken.
#
Wanneer de transmissiestandaanduiding j
weergeeft, is de parkeerstand ingeschakeld.
Wanneer de transmissiestandaanduiding niet
j weergeeft, de auto tegen wegrollen bevei‐
ligen.
%
Afhankelijk van de situatie kan het enige tijd
duren voordat j is ingeschakeld. Daarom
altijd op de transmissiestandaanduiding let‐
ten.
Als aan een van de volgende voorwaarden is vol‐
daan, wordt de parkeerstand j automatisch
ingeschakeld:
U schakelt bij voertuigstilstand in de trans‐
R
missiestand h of k het contact uit.
U opent bij voertuigstilstand of met zeer
R
geringe snelheid rijdt in de transmissiestand
h of k het bestuurdersportier.
%
Om met geopend bestuurdersportier te
manoeuvreren, opent u bij stilstand het
bestuurdersportier en schakelt u opnieuw de
transmissiestand h of k in.
Rijstand D inschakelen
Het rempedaal indrukken en de DIRECT
#
SELECT-keuzehendel door de eerste weer‐
stand omlaagdrukken.
De automatische transmissie schakelt de ver‐
snellingen in de transmissiestand h automa‐
tisch. Dit is onder meer afhankelijk van de vol‐
gende factoren:
Het geselecteerde rijprogramma
R
De stand van het gaspedaal
R
De gereden snelheid
R
Rijden en parkeren 175
Handmatig schakelen
* AANWIJZING Plug-in-hybride-technolo‐
gie
De aanwijzingen in de aanvullende
#
handleiding in acht nemen. Anders kunt
u gevaren niet herkennen.
Als de automatische transmissie in de stand h
staat, kunt u met de stuurwielschakelpaddles
handmatig schakelen. Indien toegestaan scha‐
kelt de automatische transmissie, afhankelijk
van aan welke stuurwielschakelpaddle is getrok‐
ken, naar een hogere of een lagere versnelling.