Ontgrendelen: De ontgrendelingshendel
#
volledig omlaagklappen.
De hoogte
2
en de afstand
#
wiel instellen.
Vergrendelen: De ontgrendelingshendel
#
volledig omhoogklappen.
Door het stuurwiel te bewegen controleren of
#
de stuurkolom vergrendeld is.
Stuurwiel elektrisch instellen
Het stuurwiel kan worden ingesteld als de span‐
ningsvoorziening is uitgeschakeld.
1
3
tot het stuur‐
1
1
Afstand tot stuurwiel instellen
2
Hoogte instellen
De instellingen met de geheugenfunctie
#
opslaan (
pagina 114).
/
Stoelen en opbergen 111
Stuurwielverwarming in- en uitschakelen
Voorwaarden
De spanningsvoorziening of het contact is
R
ingeschakeld.
De hendel in de richting van de pijl
#
draaien.
Als het controlelampje
3
brandt, is de
stuurwielverwarming ingeschakeld.
1
of
2