198 Rijden en parkeren
Als het ESP
®
een storing vertoont, wordt u ver‐
der ondersteund door de elektrische stuurbe‐
krachtiging.
Functie van het Active Brake Assist System
Het Active Brake Assist System bestaat uit de
volgende functies:
Afstandswaarschuwingsfunctie
R
Autonome remfunctie
R
Aan de situatie aangepaste remondersteu‐
R
ning
Auto's met rijassistentiepakket: Uitwijks‐
R
tuurassistent en afslagfunctie
Het Active Brake Assist System kan u helpen om
het aanrijdingsgevaar met voertuigen, fietsers of
voetgangers te minimaliseren of de gevolgen van
een ongeval te beperken.
Wanneer het Active Brake Assist System tijdens
het rijden het gevaar van een botsing herkent,
klinkt een waarschuwingssignaal en gaat het
waarschuwingslampje afstandswaarschuwing in
het combi-instrument L branden.
Als u niet op de waarschuwing reageert, kan in
kritische situaties autonoom worden afgeremd.
In bijzonder kritische situaties kan het Active
Brake Assist System ervoor zorgen dat direct
autonoom kan worden afgeremd. Het waarschu‐
wingslampje en het waarschuwingssignaal wor‐
den in dit geval samen met het remmen geacti‐
veerd.
Als u in een kritische situatie zelf remt of tijdens
het autonoom remmen het rempedaal bedient,
volgt er een aan de situatie aangepaste remon‐
dersteuning. Indien nodig wordt de remdruk ver‐
hoogd tot een noodstop.
De aanwijzingen met betrekking tot de rijsyste‐
men en uw verantwoording in acht nemen,
anders kunt u gevaren niet herkennen
(
pagina 192).
/
Wanneer het systeem autonoom remt, of een
aan de situatie aangepaste remondersteuning
uitvoert, verschijnt op het multifunctioneel dis‐
play de melding 1; deze dooft na korte tijd.
& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐
len bij een beperkte herkenning door het
Active Brake Assist System
Het Active Brake Assist System kan objecten
en complexe verkeerssituaties niet altijd
ondubbelzinnig herkennen.
De verkeerssituatie altijd goed in de
#
gaten houden en niet uitsluitend op het
Active Brake Assist System vertrouwen.