& WAARSCHUWING Letsel‑ of levensge‐
vaar door het overschrijden van het toe‐
gestaan totaalgewicht van kind en kin‐
derzitjesbevestigingssysteem
De ISOFIX‑ of i‑Size-kinderzitjesbevestigings‐
systemen kunnen overbelast raken en het
kind kan bijvoorbeeld bij een ongeval niet
meer worden tegengehouden.
Als het kind en het kinderzitjesbevesti‐
#
gingssysteem samen meer dan 33 kg
wegen, alleen een ISOFIX‑ of een i‑Size-
kinderzitjesbevestigingssysteem gebrui‐
ken waarbij het kind met de veiligheids‐
gordel van de zitplaats wordt beveiligd.
Het kinderzitjesbevestigingssysteem
#
tevens, indien aanwezig, met de Top
Tether-gordel vastzetten.
Altijd de gegevens over het gewicht van het kin‐
derzitjesbevestigingssysteem in acht nemen:
in de montage- en gebruikshandleiding van
R
de fabrikant van het gebruikte kinderzitjesbe‐
vestigingssysteem
op een label aan het kinderzitjesbevesti‐
R
gingssysteem, indien aanwezig
Regelmatig controleren dat het toegestaan
totaalgewicht van kind en kinderzitjesbevesti‐
gingssysteem wordt aangehouden.
Bij de montage van een kinderzitjesbevestigings‐
systeem altijd het volgende in acht nemen:
O Altijd het toepassingsgebied en de geschikt‐
heid van zitplaatsen voor bevestiging van
een kinderzitjesbevestigingssysteem in acht
nemen.
ISOFIX-kinderzitjesverankering
(
pagina 58)
/
of
i‑Size-kinderzitjesverankering
(
pagina 60)
/
O Altijd de montage- en gebruikshandleiding
van de fabrikant van het gebruikte kinderzit‐
jesbevestigingssysteem in acht nemen.
O Ervoor zorgen dat de voeten van het kind de
voorstoel niet kunnen raken. Indien nodig de
voorstoel iets naar voren instellen.
Veiligheid voor inzittenden
® Bij de montage van een ISOFIX-kinderzit‐
jesbevestigingsysteem daarnaast ook het vol‐
gende in acht nemen:
O Bij gebruik van een babyschaal van de
groepen 0/0+ en een naar achteren
gericht kinderzitjesbevestigingssysteem
van groep I op een zitplaats achterin: De
voorstoel zo instellen, dat deze het kinder‐
zitjesbevestigingssysteem niet raakt.
O Bij gebruik van een naar voren gericht
kinderzitjesbevestigingssysteem van de
groep I: Indien mogelijk de hoofdsteunen
van de betreffende stoel uitbouwen. Boven‐
dien moet de leuning van het kinderzitjesbe‐
vestigingssysteem zo volledig mogelijk
tegen de rugleuning van de zitplaats aan lig‐
gen.
Na het uitbouwen van het kinderzitjesbeves‐
tigingssysteem de hoofdsteun direct aan‐
brengen en alle hoofdsteunen correct instel‐
len.
O Bij bepaalde kinderzitjesbevestigingssyste‐
men van de gewichtsgroepen II of III kan het
gebeuren dat het kinderzitjesbevestigings‐
61