204 Rijden en parkeren
heid vanaf 20 km/h tot de door de constructie
bepaalde maximumsnelheid of de opgeslagen
winterbandenlimiet instellen. Als de auto is
gestart, kunt u de instelling ook uitvoeren bij stil‐
staande auto.
De aanwijzingen met betrekking tot de rijsyste‐
men en uw verantwoording in acht nemen,
anders kunt u gevaren niet herkennen
(
pagina 192).
/
Mercedes‑AMG auto's: De limiter is slechts tot
een snelheid van maximaal 250 km/h beschik‐
baar.
Weergaven op het multifunctioneel display
È (grijs): Variabele limiter is geselecteerd,
R
maar nog niet geactiveerd.
È (groen): Variabele limiter is geacti‐
R
veerd.
Een opgeslagen snelheid wordt naast de weer‐
gave È weergegeven. In de snelheidsmeter
worden de segmenten tot de actueel opgeslagen
snelheid verlicht.
%
Als de gereden snelheid hoger dan de opge‐
slagen snelheid is, knippert de aanduiding
È.
Kickdown
Als het gaspedaal tot voorbij het drukpunt wordt
ingedrukt (kickdown), wordt de variabele limiter
passief geschakeld. Op het multifunctioneel dis‐
play verschijnt de melding
Limiter
Als de kickdown is beëindigd, wordt de variabele
limiter in de volgende situaties opnieuw geacti‐
veerd:
De rijsnelheid daalt tot onder de opgeslagen
R
snelheid.
De opgeslagen snelheid wordt opgeroepen.
R
Een nieuwe snelheid wordt opgeslagen.
R
TEMPOMAT of variabele limiter bedienen
& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐
len door opgeslagen snelheid
Wanneer u de opgeslagen snelheid oproept
en deze lager is dan de actuele snelheid,
remt de auto af.
Rekening houden met de verkeerssitua‐
#
tie voordat de opgeslagen snelheid
wordt opgeroepen.
Voorwaarden
TEMPOMAT
De TEMPOMAT is geselecteerd.
R
passief.
®
Het ESP
R
regelen.
De rijsnelheid bedraagt minimaal 20 km/h.
R
De transmissie staat in de stand h.
R
Variabele Limiter
De variabele limiter is geselecteerd.
R
is ingeschakeld, maar mag niet