142 Licht en zicht
De bevestiging van het ruitenwisserblad con‐
#
troleren.
De ruitenwisserarmen weer naar de voorruit
#
klappen.
Het contact inschakelen.
#
Op de combischakelaar de toets î
#
indrukken.
De ruitenwisserarmen gaan terug naar de uit‐
gangspositie.
Het contact uitschakelen.
#
Onderhoudsindicatie
De beschermfolie
1
van de onderhoudsindi‐
#
catie bij de punt van het blad van het nieuwe
ruitenwisserblad lostrekken.
Als de kleur van de onderhoudsindicatie veran‐
dert van zwart naar geel, moeten de ruitenwis‐
serbladen worden vervangen.
%
De tijd tot het veranderen van de kleur is
afhankelijk van de gebruiksvoorwaarden.
Spiegels
Buitenspiegels bedienen
& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐
len door voertuiginstellingen tijdens het
rijden
U kunt in het bijzonder in de volgende situ‐
aties de controle over de auto verliezen:
Wanneer tijdens het rijden de bestuur‐
R
dersstoel, de hoofdsteunen, het stuurwiel
of de spiegels worden ingesteld.
Wanneer tijdens het rijden de veiligheids‐
R
gordel wordt omgegespt.
Voordat de motor wordt gestart: De
#
bestuurdersstoel, de hoofdsteunen, het
stuurwiel en de spiegels instellen en de
veiligheidsgordel omgespen.