72
Veiligheid voor inzittenden
Vergrendelen/ontgrendelen: De toets
#
indrukken.
De zijruit achterin kan in de volgende geval‐
len worden geopend of gesloten:
Het controlelampje
1
brandt: Met de
R
schakelaar op het bestuurdersportier
Het controlelampje
1
is gedoofd: Met
R
de schakelaar op het betreffende achter‐
portier of het bestuurdersportier.
Aanwijzingen met betrekking tot huisdieren
in de auto
& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐
len en letsel door onbewaakte, niet vast‐
gezette dieren in het voertuig
Als dieren zonder toezicht of los in het voer‐
tuig worden gelaten, kunnen ze bijvoorbeeld
toetsen of schakelaars indrukken.
2
Daardoor kunnen de dieren bijvoorbeeld:
Uitrustingen van het voertuig activeren en
R
bijvoorbeeld bekneld raken.
Systemen in‑ of uitschakelen en daardoor
R
andere verkeersdeelnemers in gevaar
brengen.
Bovendien kunnen niet-vastgezette dieren bij
een ongeval of abrupte stuur‑ en remma‐
noeuvres door het voertuig worden geslin‐
gerd en daarbij inzittenden verwonden.
Dieren nooit zonder toezicht in het voer‐
#
tuig laten.
Dieren tijdens het rijden altijd goed
#
beveiligen, bijvoorbeeld in een
geschikte transportbox.