* AANWIJZING Storing in de werking door
sneeuw en ijs
Sneeuw en ijs kunnen leiden tot storingen in
de werking van het schuifdak.
Het schuifdak alleen openen als er geen
#
sneeuw of ijs op het dak ligt.
* AANWIJZING Beschadiging door uitste‐
kende voorwerpen
Voorwerpen, die uit het schuifdak steken,
kunnen de afdichtrubbers beschadigen.
Geen voorwerpen uit het schuifdak
#
laten steken.
* AANWIJZING Bij een gemonteerde impe‐
rial beslist in acht nemen
Bij een gemonteerde imperial kan het
omhoogbrengen of openen van het schuifdak
beperkt zijn.
Controleren of het omhoogbrengen of
#
openen van het schuifdak bij een
gemonteerde imperial mogelijk is.
In geval van twijfel het schuifdak niet
#
omhoogbrengen of openen.
Openen en sluiten
1
Omhoogkantelen
2
Openen
3
Sluiten/omlaagbrengen
Met de toets 3 worden het panoramaschuif‐
dak en het rolzonnescherm bediend.
Het panoramaschuifdak kan alleen worden
bediend als het rolzonnescherm geopend is.
91