Inhoudsopgave
Advertenties
210 Rijden en parkeren
Actieve afstandsassistent DISTRONIC
#
bedienen: Met slechts één vinger de betref‐
fende toets indrukken of over het bedienings‐
paneel vegen.
Omschakelen tussen limiter en actieve
afstandsassistent DISTRONIC
I indrukken.
#
Actieve afstandsassistent DISTRONIC of vari‐
abele limiter activeren
Activeren zonder opgeslagen snelheid:
#
M, N of J indrukken. Actieve
afstandsassistent DISTRONIC: De voet van
het gaspedaal nemen.
of
Activeren met opgeslagen snelheid: J
#
indrukken. Actieve afstandsassistent
DISTRONIC: De voet van het gaspedaal
nemen.
De actueel gereden snelheid wordt opgesla‐
gen en door de auto aangehouden (actieve
afstandsassistent DISTRONIC) of begrensd
(variabele limiter).
Snelheid verhogen of verlagen
Opgeslagen snelheid verhogen: Van onder
#
naar boven over het bedieningspaneel
vegen.
De opgeslagen snelheid wordt met
R
1 km/h verhoogd.
Opgeslagen snelheid verlagen: Van boven
#
naar onder over het bedieningspaneel
vegen.
De opgeslagen snelheid wordt met
R
1 km/h verlaagd.
of
Kort aan de bovenzijde M of onderzijde
#
N op het schakelaarpaneel
De opgeslagen snelheid wordt 10 km/h ver‐
hoogd of verlaagd.
of
Aan de bovenzijde M of onderzijde N
#
op het schakelaarpaneel
ingedrukt houden.
De opgeslagen snelheid wordt in stappen van
10 km/h verhoogd of verlaagd.
of
1
De auto op de gewenste snelheid brengen.
#
Aan de bovenzijde M op het schakelaarpa‐
#
neel
1
indrukken.
1
1
indrukken.
1
indrukken en
Advertenties
Inhoudsopgave
