86
Openen en sluiten
Het kofferdeksel kan in de volgende situaties
onbedoeld openen of sluiten:
Als personen armen of benen in het registra‐
R
tiegebied bewegen, bijvoorbeeld bij het
poetsen van de auto of bij het oprapen van
voorwerpen.
Wanneer voorwerpen achter de auto langs
R
worden gevoerd of neergezet, bijvoorbeeld
spanbanden of bagage.
Wanneer spanbanden, dekzeilen of andere
R
afdekkingen over de bumper worden getrok‐
ken.
Wanneer een beschermingsmat wordt
R
gebruikt die over de laaddrempel omlaag in
het registratiegebied van de sensoren hangt.
Wanneer de beschermingsmat niet correct is
R
bevestigd.
Bij het werken aan de aanhangwagenvoorzie‐
R
ning, aan aanhangwagens of achterfietsdra‐
gers.
In deze en vergelijkbare situaties de sleutelfunc‐
ties deactiveren (
pagina 74) of geen sleutel
/
bij u dragen.
Afzonderlijke vergrendeling van de bagage‐
ruimte in- en uitschakelen
Als bij een ingeschakelde afzonderlijke vergren‐
deling de auto centraal wordt ontgrendeld, blijft
de bagageruimte vergrendeld.
Inschakelen: De schakelaar in de stand 1
#
schuiven.
Uitschakelen: De schakelaar in de stand 2
#
schuiven.
%
Als een ongeval wordt herkend, wordt de
bagageruimte ontgrendeld, ook als de afzon‐
derlijke vergrendeling ingeschakeld is.
Zijruiten
Zijruiten openen en sluiten
& WAARSCHUWING Inklemgevaar bij het
openen van een zijruit
Bij het openen van een zijruit kunnen
lichaamsdelen tussen de zijruit en het ruit‐
frame getrokken worden of bekneld raken.
Bij het openen controleren dat niemand
#
de zijruit aanraakt.
Wanneer iemand bekneld raakt, direct
#
de toets loslaten of aan de toets trek‐
ken om de zijruit weer te sluiten.