* AANWIJZING Plug-in-hybride-technolo‐
gie
Bij auto's met benzinemotor de aanwij‐
#
zingen in de aanvullende handleiding in
acht nemen. Anders kunt u gevaren niet
herkennen.
Voorwaarden
De auto is ontgrendeld.
R
%
Tijdens het tanken niet weer in de auto stap‐
pen. Anders kunt u zich weer elektrostatisch
opladen.
De aanwijzingen met betrekking tot de bedrijfs‐
stoffen en de brandstof in acht nemen.
Het geadviseerde octaangetal voor uw auto is te
vinden op het informatieplaatje in de tankdop‐
klep.
1
Tankdopklep
2
Houder voor tankdop
3
Bandenspanningstabel
4
QR-code voor reddingskaart
5
Brandstofsoort
Op de achterzijde van de tankdopklep
#
drukken.
De tankdop linksom draaien en verwijderen.
#
De tankdop van bovenaf in de houder
#
aanbrengen.
De vulpijp van het vulpistool volledig in de
#
tankvulbuis schuiven, laten rusten en tanken.
De brandstoftank slechts zo ver vullen tot het
#
vulpistool afslaat.
%
Auto's met dieselmotor: De opening van
de tankvulbuis is alleen geschikt voor de
tankpistolen van een dieselpomp.
%
Auto's met dieselmotor: Bij een volledig
leeggereden brandstoftank ten minste 5 l
diesel bijtanken.
%
Auto's met dieselmotor: Bij het bijtanken
met behulp van een jerrycan voor dieselau‐
to's een vulpijp met een grote diameter
gebruiken. Anders kan de vulpijp niet in de
tankvulbuis worden geschoven.
De tankdop op de tankvulbuis aanbrengen en
#
rechtsom draaien, tot deze hoorbaar vergren‐
delt.
1
De tankdopklep
#
%
De tankdopklep sluiten voordat u de auto
vergrendelt.
Rijden en parkeren 181
2
1
sluiten.