De auto wordt gestabiliseerd door een
R
gerichte en eenzijdige remingreep.
Functie van de ESP
®
aanhangwagenstabilisa‐
tie
& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐
len bij slechte verkeers‑ en weersom‐
standigheden
Bij slechte verkeers‑ en weersomstandighe‐
den kan de aanhangwagenstabilisatie slinge‐
ren van de combinatie niet voorkomen. Aan‐
hangwagens met een hoog zwaartepunt kun‐
nen kantelen voordat het ESP
De rijstijl altijd aan de actuele verkeers‑
#
en weersomstandigheden aanpassen.
®
De ESP
aanhangwagenstabilisatie kan uw auto
tijdens het rijden met een aanhangwagen stabili‐
seren, als deze gaat slingeren:
®
R
De ESP
aanhangwagenstabilisatie is vanaf
een snelheid van 65 km/h actief.
Een lichte slingering wordt gestabiliseerd
R
door een gerichte en eenzijdige remingreep.
Bij sterk slingeren worden bovendien het
R
motorvermogen verminderd en alle wielen
afgeremd.
®
De ESP
volgende omstandigheden beperkt of helemaal
niet werken:
De aanhangwagen is niet correct aangesloten
R
of wordt door de auto niet correct herkend.
Functie van de EBD
®
dit herkent.
De Electronic Brakeforce Distribution (EBD)
heeft de volgende eigenschappen:
Bewaking en regeling van de remdruk naar
R
de achterwielen.
Verbetering van de rijstabiliteit bij het rem‐
R
men, in het bijzonder in bochten.
aanhangwagenstabilisatie kan onder de
Rijden en parkeren 197
Functie van de stuurassistent STEER CON‐
TROL
De stuurassistent STEER CONTROL helpt u door
met een in het stuurwiel merkbare kracht in de
voor de stabilisatie van de auto juiste richting te
sturen.
Dit stuuradvies krijgt u vooral in de volgende
situaties:
Tijdens het remmen bevinden de beide rech‐
R
ter of linker wielen zich op een natte of
gladde rijbaan.
De auto geraakt in een slip.
R
Systeemgrenzen
De stuurassistent STEER CONTROL kan in de
volgende situaties nadelig beïnvloed of buiten
werking zijn:
®
R
Het ESP
is uitgeschakeld.
®
Het ESP
vertoont een storing.
R
De stuurinrichting vertoont een storing.
R