106 Stoelen en opbergen
De hoofdsteun tot de aanslag omhoogtrek‐
#
ken.
De ontgrendelingsknop
1
#
de pijl drukken en de hoofdsteun eruit trek‐
ken.
Aanbrengen
De hoofdsteun zodanig aanbrengen dat de
#
inkepingen in de bevestigingsbeugel zich, in
rijrichting gezien, aan de linkerzijde bevin‐
den.
De hoofdsteun omlaagdrukken, tot deze ver‐
#
grendelt.
De rugleuning achterin terugklappen, tot
#
deze vergrendelt.
Stoelinstellingen configureren
Multimediasysteem:
©
Comfort
Zitcomfort
4
5
5
Rugleuningwelving in het lendengedeelte
instellen (lendensteun)
Lendensteun
selecteren.
#
De instellingen Z van de gewenste stoel
#
selecteren.
in de richting van
Het luchtkussen instellen.
#
Zijwangen van rugleuning instellen
Zijwangen
#
Het luchtkussen voor de gewenste stoel
#
instellen.
Stoelverwarmingsbalans instellen
Stoelverwarm.balans
#
De warmteverdeling voor de gewenste stoel
#
instellen.
Automatische stoelaanpassing instellen
& WAARSCHUWING Inklemgevaar door
het instellen van de bestuurdersstoel na
het oproepen van een rijdersprofiel
Door het selecteren van een profiel kan de
bestuurdersstoel worden ingesteld op de bij
dat profiel opgeslagen positie. Hierdoor kun‐
nen u of andere inzittenden letsel oplopen.
selecteren.
selecteren.
Er mogen zich geen personen of
#
lichaamsdelen in het verstelbereik van
de stoel bevinden tijdens de instelling
van de bestuurdersstoel via het multi‐
mediasysteem.
Wanneer een persoon ingeklemd dreigt te
raken, direct het instellen stoppen door:
a) De waarschuwingsmelding op het
#
mediadisplay aan te tippen.
of
b) Een positietoets van de geheugen‐
#
functie of een stoelinstelschakelaar in
het bestuurdersportier te bedienen.
De instelling wordt onderbroken.
Voorwaarden
Aanpassing van de bestuurdersstoelpositie
R
aan de lichaamslengte: De automatische
stoelaanpassing is ingeschakeld.