Intelligent Light System in- of uitschakelen
Voorwaarden
Het contact is ingeschakeld.
R
Multimediasysteem:
©
Instellingen
4
5
5
Intelligent Light System
5
De functie in- of uitschakelen.
#
Adaptieve grootlichtassistent
Functie van de adaptieve grootlichtassistent
& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐
len ondanks adaptieve grootlichtassis‐
tent
De adaptieve grootlichtassistent Plus rea‐
geert niet op:
Verkeersdeelnemers die geen verlichting
R
hebben, bijvoorbeeld voetgangers
Verkeersdeelnemers die een zwakke ver‐
R
lichting hebben, bijvoorbeeld fietsers
Verkeersdeelnemers waarvan de verlich‐
R
ting afgedekt is, bijvoorbeeld door een
vangrail
In zeer sporadische gevallen reageert de
adaptieve grootlichtassistent niet of niet tij‐
Verlichting
dig op andere verkeersdeelnemers met eigen
verlichting.
Daarom wordt het automatische grootlicht in
deze of vergelijkbare situaties niet gedeacti‐
veerd of desondanks geactiveerd.
Altijd goed de verkeerssituatie in de
#
gaten houden en het grootlicht tijdig
uitschakelen.
De adaptieve grootlichtassistent kan geen reke‐
ning houden met de weg- en weersomstandighe‐
den en de verkeerssituatie.
De herkenning kan in de volgende gevallen
beperkt zijn:
Bij slecht zicht, bijvoorbeeld door mist,
R
hevige regen of sneeuw
Bij vervuilde of afgedekte sensoren
R
Licht en zicht 135
De adaptieve grootlichtassistent is slechts een
hulpmiddel. De verantwoordelijkheid voor de
correcte voertuigverlichting overeenkomstig de
heersende licht- en zichtomstandigheden en de
verkeerssituatie ligt bij u.
De adaptieve grootlichtassistent wisselt automa‐
tisch tussen de volgende lichttypen:
Dimlicht
R