De werking van de uitstapwaarschuwing kan in
de volgende situaties beperkt zijn:
Bij sensorafschaduwing door naburige voer‐
R
tuigen in krappe parkeerplekken
Bij het naderen van mensen
R
Bij stilstaande of langzaam bewegende
R
objecten
Functie van de remingreep (actieve dodehoe‐
kassistent)
Als de actieve dodehoekassistent in het contro‐
legebied een zijdelings botsingsgevaar herkent,
wordt een corrigerende remingreep uitgevoerd.
Deze moet door u worden ondersteund, om een
botsing te voorkomen.
De corrigerende remingreep is beschikbaar in
het snelheidsbereik tussen circa 30 km/h en
circa 200 km/h.
& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐
len ondanks remingreep van de actieve
dodehoekassistent
De corrigerende remingreep kan een aanrij‐
ding niet altijd voorkomen.
Altijd zelf sturen, remmen of accelere‐
#
ren, in het bijzonder als de actieve
dodehoekassistent waarschuwt of corri‐
gerend remt.
Altijd voldoende zijdelingse afstand
#
aanhouden.
Als een corrigerende remingreep plaatsvindt,
knippert het rode waarschuwingslampje in de
buitenspiegel en klinkt er een dubbel waarschu‐
wingssignaal. Bovendien verschijnt er op het
multifunctioneel display een melding
attendeert op het zijdelingse aanrijdingsgevaar.
In sporadische gevallen kan het systeem een
onjuiste remingreep uitvoeren. Deze remingreep
kunt u afbreken met licht tegensturen of gas
geven.
Systeemgrenzen
Eveneens de systeemgrenzen van de actieve
dodehoekassistent in acht nemen, anders kunt u
gevaren niet herkennen (
In de volgende situaties vindt er geen of een aan
de rijsituatie aangepaste corrigerende remin‐
greep plaats:
Aan beide zijden van de auto bevinden zich
R
voertuigen of obstakels, bijvoorbeeld van‐
grails.
Een voertuig nadert u met geringe zijdelingse
R
afstand.
U rijdt sportief met hoge bochtsnelheden.
R
U remt nadrukkelijk of geeft nadrukkelijk
R
gas.
Een rijveiligheidssysteem grijpt in, bijvoor‐
R
1
die u
beeld het ESP
System.
®
Het ESP
is uitgeschakeld.
R
Rijden en parkeren 245
pagina 243).
/
®
of het Active Brake Assist