226 Rijden en parkeren
Of: De actieve parkeerassistent is actief.
R
Of: Het pop-upvenster PARKTRONIC ver‐
R
schijnt.
= op het mediadisplay aantippen.
#
De PARKTRONIC-parkeerassistent is actief, wan‐
neer het controlelampje brandt. Wanneer het
controlelampje niet brandt of in het combi-
instrument het symbool é wordt weergege‐
ven, is de PARKTRONIC-parkeerassistent niet
actief.
%
Als de auto wordt gestart, is de PARKTRO‐
NIC-parkeerassistent automatisch ingescha‐
keld.
Als alternatief kan de PARKTRONIC-parkeeras‐
sistent in het menu Snelle toegang worden in- of
uitgeschakeld.
Waarschuwingssignalen van de PARKTRO‐
NIC-parkeerassistent instellen
Multimediasysteem:
©
Instellingen
4
5
5
Camera & parkeren
5
Volume van de waarschuwingssignalen
instellen
Volume waarsch.signalen
selecteren.
#
Een waarde instellen.
#
Toonhoogte van de waarschuwingssignalen
instellen
Toonhoogte waarsch.signalen
#
Een waarde instellen.
#
Activeringsmoment van de waarschuwings‐
signalen bepalen
U kunt vastleggen, of de waarschuwingssignalen
van de PARKTRONIC-parkeerassistent al bij een
grotere afstand tot het obstakel worden gege‐
ven.
Vroeg waarschuwen rondom
#
De functie in- of uitschakelen.
#
Geluidsverlaging in- of uitschakelen
U kunt vastleggen of tijdens een waarschuwings‐
signaal van de PARKTRONIC-parkeerassistent
het volume van een mdieabron in het multime‐
Assistentie
diasysteem verlaagd wordt..
Verlaging audiovol. bij waarsch.signalen
#
selecteren.
De functie in- of uitschakelen.
#
Achteruitrijcamera
Functie van de achteruitrijcamera
Als de functie in het multimediasysteem is geac‐
selecteren.
tiveerd (
/
len van de achteruitversnelling het beeld van de
achteruitrijcamera weergegeven op het media‐
display. Dynamische hulplijnen tonen het rij‐
spoor aan de hand van de actuele stuuruitslag.
Zo kunt u zich bij het achteruitrijden oriënteren
en obstakels vermijden.
De achteruitrijcamera is slechts een hulpmiddel.
Hij kan uw waarneming van de omgeving niet
selecteren.
vervangen. De bestuurder blijft altijd verant‐
woordelijk voor het veilig manoeuvreren en par‐
keren. Bij het manoeuvreren of parkeren mogen
pagina 233), wordt bij het inschake‐