dicatie veiligheidsgordel achterin opnieuw weer‐
gegeven.
Bovendien kan een waarschuwingssignaal klin‐
ken. In dit geval kunt u de statusindicatie veilig‐
heidsgordel achterin niet met de toets terug
links in het stuurwiel verbergen.
Airbags
Overzicht van de airbags
1
Kneebag
2
Bestuurdersairbag
3
Passagiersairbag
4
Windowbag
5
Sidebags
De inbouwplaats van een airbag is herkenbaar
aan het opschrift AIRBAG.
Een airbag kan bij activering het beschermings‐
potentieel voor de betreffende inzittende vergro‐
ten.
Mogelijk beschermingspotentieel per airbag:
Kneebag: Bovenbeen, knie en onderbeen
R
Bestuurdersairbag, passagiersairbag: Hoofd
R
en borstkas
Sidebag: Borstkas, voorin ook voor het bek‐
R
ken
Windowbag: Hoofd
R
* AANWIJZING Mercedes-AMG auto's
De aanwijzingen in de aanvullende
#
handleiding in acht nemen. Anders kunt
u gevaren niet herkennen.
Veiligheid voor inzittenden
& WAARSCHUWING Gevaar voor letsel of
levensgevaar bij ingeschakelde passa‐
giersairbag
Als de passagiersairbag is ingeschakeld, kan
een kind op de passagiersstoel bij een onge‐
val door de passagiersairbag worden geraakt.
NOOIT een naar achteren gericht kinderzit‐
jesbevestigingssysteem op een stoel gebrui‐
ken die door een ACTIEVE FRONTAIRBAG
wordt beveiligd, want dat kan voor het kind
DODELIJKE of ERNSTIGE VERWONDINGEN
tot gevolg hebben.
Bij de montage van een kinderzitjesbevestigings‐
systeem op de passagiersstoel de voertuigspeci‐
fieke aanwijzingen in acht nemen
(
pagina 68). Beslist ook de aanwijzingen
/
met betrekking tot naar achteren of naar voren
gerichte kinderzitjesbevestigingssystemen op de
passagiersstoel in acht nemen.
Informatie over de automatische uitschake‐
ling van de passagiersairbag
Alleen als het controlelampje PASSENGER AIR
BAG OFF gedoofd is, kan de passagiersairbag bij
41